Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Deel deze pagina:

"Een derde (bijna) zekerheid is dat we een keer een episode van rugpijn zullen doormaken."

Dit gebeurt meestal bij de therapeut (en die zijn er in grote aantallen en verscheidenheid). De therapeut zal de cliënt in eerste instantie uitgebreid zijn/haar verhaal laten doen – screenen of het onder zijn/haar vakgebied valt en vervolgens middels een onderzoek vaststellen of er op zijn/haar vakgebied afwijkingen in functie zijn vast te stellen. Bij de fysiotherapeut zal dit meestal een onderzoek zijn naar afwijking in souplesse (mobiliteit) – kracht/tonus en lengte (van de spieren) – stabiliteit (core) en houding. De therapie zal zich richten op het normaliseren hiervan en hiervoor heeft de therapeut verschillende technieken/therapieën die hij/zij kan toepassen. Vanuit de aanleiding en activiteiten die de klacht verergeren en/of verminderen wordt er gekozen voor een bepaalde aanpak. Erfelijkheid (ook een risicofactor) kunnen we niet veranderen – de houding achter de PC wel!

De wetenschap geeft aan dat er grofweg twee groepen rugklachten bestaan: 1 – specifieke lage rugpijn; dit is rugpijn waarvan de geleerden menen te weten waar de pijn vandaan komt. Als oorzaak wordt aangegeven: een fractuur (breuk) in de wervel, een fissuur (scheurtje) in de wervel, een hernia of een tumor. In dit geval lijkt het waarschijnlijk dat deze gevonden afwijking de oorzaak is van de aanwezige rugpijn. Helaas betreft dit slechts minder dan 10% van de gevallen bij mensen met lage rugpijn. 2 – a-specifieke lage rugpijn; dit is rugpijn waarvan de geleerden aangeven niet te weten waar deze vandaan komt. Dit betekent vaak ook dat door het maken van röntgenfoto’s en scans geen echte duidelijkheid verschaft wordt over de oorzakelijkheid van deze rugklachten. Deze groep is veruit de grootste groep (meer dan 90% van de gevallen) die zich bij de huisarts of therapeut meldt. Even verder uitleg over deze laatste categorie. Ik zie u denken en hoor u zeggen: maar ik heb slijtage in mijn lage rug – ik heb een versleten tussenwervelschijf of andere structuurschade aan mijn wervels/tussenwervelschijf. Dat kan/zal beslist zo zijn, doch zijn er heel veel mensen die deze afwijking hebben en niet al deze mensen hebben ook pijn in de lage rug. En voor de mensen die wel pijn in de rug hebben; de meesten hebben niet de gehele dag (en nacht) dezelfde pijn in de lage rug maar wel dezelfde afwijking in de lage rug.

 Wat is een hernia? Een hernia is een gescheurde/uitpuilende tussenwervelschijf die tegen een zenuw (de ischiaszenuw) kan drukken die vanuit de rug naar je been gaat. Wanneer deze hernia tegen deze zenuw drukt, ontstaat beenpijn – in elk geval vanaf halverwege je bovenbeen – tot in de voet. Tevens kunnen er tintelingen – een doof gevoel of krachteloosheid optreden van beenspieren. De hernia hoeft dus geen rugpijn te veroorzaken – maar veroorzaakt wel beenpijn. Ook voor een hernia geldt dat het normale natuurlijke verloop ervan gunstig is – onderzoek toont aan dat 75-90% van de mensen na drie maanden (met of zonder medicatie) veel minder of geen last meer hebben van deze hernia.

Gelukkig gaan lage rugklachten in het algemeen binnen een redelijke tijdstermijn weer over. Ik heb heel wat jaren in Duitsland gewerkt en daar zeggen ze: Die beste Krankheit ist nichts Wert! Beiden zijn waar.

We beginnen reeds rondom ons 25elevensjaar te verslijten – dit is redelijk vroeg. Dat betekent tevens dat wanneer je de vijftig gepasseerd bent er altijd wel iets te zien zal zijn op een röntgenfoto of scan. Het is immers ‘normaal’ dat je verslijtverschijnselen begint te vertonen. Het betekent in het geval van je lage rug echter niet dat je daar last (= lage rugpijn) van moet krijgen. Niet alle ouderen van laten we zeggen boven de 80 jaar hebben pijn in de nek en rug. Echter, deze ouderen hebben wel allen een behoorlijk versleten nek en rug.

Wat weten we wel? We weten zoals gezegd meestal niet wat de oorzaak is van het ontstaan (dit is overigens iets andere dan de aanleiding voor het ontstaan) van lage rugpijn. Wat we wel weten is dat de acute rugpijn die ontstaat (eventueel met het nemen van medicatie) binnen vijf dagen in hevigheid ongeveer moet halveren. Dat is het normale natuurlijke verloop. Als dit de manier is zoals de klacht zich gedraagt is er verder weinig aan de hand en zal de pijnklacht wellicht verder spontaan verdwijnen als je je in acht neemt (belasting aanpassen aan de belastbaarheid van de rug). Is het klachtenverloop niet goed (met of zonder medicatie) en dat weet je dus pas na ongeveer vijf dagen – dan hoeft er pas verdere actie ondernomen te worden.

Een pijnscheut in je rug – een erg pijnlijke rug soms gepaard gaande met een scheefstand c.q. dwangstand kan erg invaliderend zijn. Het kan ervoor zorgen dat je ’s nachts (bijna) niet meer kunt slapen, je verzorging en aan-/uitkleden zelfstandig niet lukt en werken onmogelijk is. Gelukkig heb je ook nog de mildere vorm waarbij het allemaal wel nog lukt doch erg hinderlijk of pijnlijk is. Wat moet ik daar nu mee – hoe kom ik er het snelste vanaf? Ik zal proberen in leesbare taal te beschrijven hoe (para-)medici hierover denken en de bestaande behandelprotocollen beschreven zijn. Uiteraard betekent dit niet dat er geen uitzonderingen op deze regel zijn – maar uitzonderingen bevestigen de regel zoals het gezegde aangeeft.

Er zijn weinig zekerheden in het leven op een aantal uitzonderingen na dan. Dat we allemaal de aardbol weer een keer gaan verlaten is er één; de tweede is dat we belasting gaan betalen. Een derde (bijna) zekerheid is dat we een keer een episode van rugpijn zullen doormaken.

Als therapeut ’n opmerking die ik maar wat vaak heb gehoord. En dat bracht me tot het onderwerp voor deze column. Mijn excuus voor de soms technische omschrijvingen, maar dat krijg je met vakidioten. Pien in de rök, ook wel lumbago of spit genoemd of is het een hernia?

COLUMN
Door Frans van Schendel
Tjuu, höb ich mich toch ‘n pien in dae rök!

 Wat is een hernia? Een hernia is een gescheurde/uitpuilende tussenwervelschijf die tegen een zenuw (de ischiaszenuw) kan drukken die vanuit de rug naar je been gaat. Wanneer deze hernia tegen deze zenuw drukt, ontstaat beenpijn – in elk geval vanaf halverwege je bovenbeen – tot in de voet. Tevens kunnen er tintelingen – een doof gevoel of krachteloosheid optreden van beenspieren. De hernia hoeft dus geen rugpijn te veroorzaken – maar veroorzaakt wel beenpijn. Ook voor een hernia geldt dat het normale natuurlijke verloop ervan gunstig is – onderzoek toont aan dat 75-90% van de mensen na drie maanden (met of zonder medicatie) veel minder of geen last meer hebben van deze hernia.

Gelukkig gaan lage rugklachten in het algemeen binnen een redelijke tijdstermijn weer over. Ik heb heel wat jaren in Duitsland gewerkt en daar zeggen ze: Die beste Krankheit ist nichts Wert! Beiden zijn waar.

Dit gebeurt meestal bij de therapeut (en die zijn er in grote aantallen en verscheidenheid). De therapeut zal de cliënt in eerste instantie uitgebreid zijn/haar verhaal laten doen – screenen of het onder zijn/haar vakgebied valt en vervolgens middels een onderzoek vaststellen of er op zijn/haar vakgebied afwijkingen in functie zijn vast te stellen. Bij de fysiotherapeut zal dit meestal een onderzoek zijn naar afwijking in souplesse (mobiliteit) – kracht/tonus en lengte (van de spieren) – stabiliteit (core) en houding. De therapie zal zich richten op het normaliseren hiervan en hiervoor heeft de therapeut verschillende technieken/therapieën die hij/zij kan toepassen. Vanuit de aanleiding en activiteiten die de klacht verergeren en/of verminderen wordt er gekozen voor een bepaalde aanpak. Erfelijkheid (ook een risicofactor) kunnen we niet veranderen – de houding achter de PC wel!

Tjuu, höb ich mich toch ‘n pien in dae rök!

Een pijnscheut in je rug – een erg pijnlijke rug soms gepaard gaande met een scheefstand c.q. dwangstand kan erg invaliderend zijn. Het kan ervoor zorgen dat je ’s nachts (bijna) niet meer kunt slapen, je verzorging en aan-/uitkleden zelfstandig niet lukt en werken onmogelijk is. Gelukkig heb je ook nog de mildere vorm waarbij het allemaal wel nog lukt doch erg hinderlijk of pijnlijk is. Wat moet ik daar nu mee – hoe kom ik er het snelste vanaf? Ik zal proberen in leesbare taal te beschrijven hoe (para-)medici hierover denken en de bestaande behandelprotocollen beschreven zijn. Uiteraard betekent dit niet dat er geen uitzonderingen op deze regel zijn – maar uitzonderingen bevestigen de regel zoals het gezegde aangeeft.

Deel deze pagina:

De wetenschap geeft aan dat er grofweg twee groepen rugklachten bestaan: 1 – specifieke lage rugpijn; dit is rugpijn waarvan de geleerden menen te weten waar de pijn vandaan komt. Als oorzaak wordt aangegeven: een fractuur (breuk) in de wervel, een fissuur (scheurtje) in de wervel, een hernia of een tumor. In dit geval lijkt het waarschijnlijk dat deze gevonden afwijking de oorzaak is van de aanwezige rugpijn. Helaas betreft dit slechts minder dan 10% van de gevallen bij mensen met lage rugpijn. 2 – a-specifieke lage rugpijn; dit is rugpijn waarvan de geleerden aangeven niet te weten waar deze vandaan komt. Dit betekent vaak ook dat door het maken van röntgenfoto’s en scans geen echte duidelijkheid verschaft wordt over de oorzakelijkheid van deze rugklachten. Deze groep is veruit de grootste groep (meer dan 90% van de gevallen) die zich bij de huisarts of therapeut meldt. Even verder uitleg over deze laatste categorie. Ik zie u denken en hoor u zeggen: maar ik heb slijtage in mijn lage rug – ik heb een versleten tussenwervelschijf of andere structuurschade aan mijn wervels/tussenwervelschijf. Dat kan/zal beslist zo zijn, doch zijn er heel veel mensen die deze afwijking hebben en niet al deze mensen hebben ook pijn in de lage rug. En voor de mensen die wel pijn in de rug hebben; de meesten hebben niet de gehele dag (en nacht) dezelfde pijn in de lage rug maar wel dezelfde afwijking in de lage rug.

"Een derde (bijna) zekerheid is dat we een keer een episode van rugpijn zullen doormaken."

Er zijn weinig zekerheden in het leven op een aantal uitzonderingen na dan. Dat we allemaal de aardbol weer een keer gaan verlaten is er één; de tweede is dat we belasting gaan betalen. Een derde (bijna) zekerheid is dat we een keer een episode van rugpijn zullen doormaken.

Als therapeut ’n opmerking die ik maar wat vaak heb gehoord. En dat bracht me tot het onderwerp voor deze column. Mijn excuus voor de soms technische omschrijvingen, maar dat krijg je met vakidioten. Pien in de rök, ook wel lumbago of spit genoemd of is het een hernia?

Door Frans van Schendel
COLUMN

We beginnen reeds rondom ons 25elevensjaar te verslijten – dit is redelijk vroeg. Dat betekent tevens dat wanneer je de vijftig gepasseerd bent er altijd wel iets te zien zal zijn op een röntgenfoto of scan. Het is immers ‘normaal’ dat je verslijtverschijnselen begint te vertonen. Het betekent in het geval van je lage rug echter niet dat je daar last (= lage rugpijn) van moet krijgen. Niet alle ouderen van laten we zeggen boven de 80 jaar hebben pijn in de nek en rug. Echter, deze ouderen hebben wel allen een behoorlijk versleten nek en rug.

Wat weten we wel? We weten zoals gezegd meestal niet wat de oorzaak is van het ontstaan (dit is overigens iets andere dan de aanleiding voor het ontstaan) van lage rugpijn. Wat we wel weten is dat de acute rugpijn die ontstaat (eventueel met het nemen van medicatie) binnen vijf dagen in hevigheid ongeveer moet halveren. Dat is het normale natuurlijke verloop. Als dit de manier is zoals de klacht zich gedraagt is er verder weinig aan de hand en zal de pijnklacht wellicht verder spontaan verdwijnen als je je in acht neemt (belasting aanpassen aan de belastbaarheid van de rug). Is het klachtenverloop niet goed (met of zonder medicatie) en dat weet je dus pas na ongeveer vijf dagen – dan hoeft er pas verdere actie ondernomen te worden.