Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.
"Het Ruivers Veld"
Waar mijn wieg stond tussen Grens en Maas

Ik luisterde naar een liedje van Francoise Hardi “la maison oú j’ai grandi”. Het dorp en het huis in Frankrijk waarnaar zij terugging bracht me terug naar het huis en de buurt waar ik zelf ben opgegroeid, ‘het Ruivers veld’.

Een oude Reuverse wijk, waar mensen hun hele leven woonden, waar weinig verloop was, grote families, de fabrieken verschaften werk bij Laumans, Teeuwen, Janssen- Willemsen. De ovens, de gresbuizen en dakpannen, het spoortje langs de Keulseweg  waarover de lorries, volgeladen met klei, kwamen vanaf de Duitse grens. De talloze aardewerkfabriekjes, het is nu geschiedenis.

Het patronaat op zondag, jeugddansen, de Jiets, Michel Dahmen, Smeets van de Zang, Lenie Kuipers, Kraak, hoeveel namen en oude families kan ik er nog aan toevoegen?

 

De jongens-Mulo aan de Gouv. v.  Hövelllaan,  de huishoudschool,  het zwembad, het greune veldje oftewel het hondsterrein. De immens druk bezochte voetbaltoernooien van de “wilde” caféclubs met hun scheidsrechters Tippie en de Gies.

Ik volgde het op afstand, ik was tenslotte lid van vv Reuver, de officiële voetbalclub, nietwaar. Maar ik zag en voelde naast de chaos van het zgn. wilde voetbal, ook de enorme gezelligheid en verbinding op het greune veldje, elke zaterdag was er wel een toernooi, georganiseerd door “de Bonanza”, “de Paersstal” en “de Madeira” etc.

De mensen die in het Ruivers veld woonden, gewone mensen, soms markante personen, generaties van mensen met dezelfde herinneringen, goed of minder goed, waar ieder een deel van was en zich nu, ook nu nog, lange tijd deel van voelde. Ook families met een andere achtergrond woonden er, een ander geloof, nationaliteit, Duits, Spaans, Moluks en Russisch. De Oekraïense vrouwen die trouwden met Ruiverse jongens, ook toen al kwamen Oekraïense vrouwen in ons land terecht door oorlogsgeweld. 

In mijn herinnering leefde iedereen naast, maar ook met elkaar. Ik heb het over de jaren vijftig, zestig en zeventig, van de vorige eeuw, onze ouders waren nog diep gelovig en het bezoek aan de kerk was een heilige plicht.Wij kregen op zondag, een dubbeltje om jodevet (mag ik dat nog zeggen?) sôkkerpaek, of een Belga en Bazooka (kauwgums) te kopen bij Hermans of bij Joep Massop, waar je sigaretten per stuk kon kopen (of gewoon kon meenemen) in de pauze van de jongens Mulo. Voor het eerst een banaan, gekleurde hagel, klop-klop en pindakaas.

Pas veel later realiseerde ik me  dat al deze mensen een oorlog hadden overleefd, en er een tijd van voorspoed aanbrak en huizen werden gebouwd bij de vleet. In 1952 werden de voedselbonnen afgeschaft en de Efteling, het sprookjesbos, Madurodam en Albert Heijn openden voor het eerst hun deuren en…de Ruiver een zwembad kreeg zodat  we niet meer bij Muisers in de Maas hoefden te gaan zwemmen.

Alles verandert met de tijd. En toch, wanneer ik terugdenk aan dat Ruivers veld en de mensen uit mijn jeugd, weet ik, dat al die herinneringen - net als dat lied van Francoise Hardi - altijd een thuis zullen blijven, waar de grens en Maas samenkomen. 

 

Tekstbron: Frans Niessen, Fotobron: John Kuijpers

Dansen leren bij de Jiets, het mooie sportpark Bösdael waar Michel Dahmen de lijnen op de velden met kalk trok en achter de kassa zat, als op zondag het eerste elftal van vv Reuver moest voetballen.

Boer Smeets van de Zang die langs kwam vragen om op hem te stemmen als de gemeenteverkiezingen er aan kwamen, mijn moeder die bij de burgemeester moest verschijnen omdat ze haar stemplicht niet vervulde.

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

Tekstbron: Frans Niessen, Fotobron: John Kuijpers

Dansen leren bij de Jiets, het mooie sportpark Bösdael waar Michel Dahmen de lijnen op de velden met kalk trok en achter de kassa zat, als op zondag het eerste elftal van vv Reuver moest voetballen.

Boer Smeets van de Zang die langs kwam vragen om op hem te stemmen als de gemeenteverkiezingen er aan kwamen, mijn moeder die bij de burgemeester moest verschijnen omdat ze haar stemplicht niet vervulde.

Pas veel later realiseerde ik me  dat al deze mensen een oorlog hadden overleefd, en er een tijd van voorspoed aanbrak en huizen werden gebouwd bij de vleet. In 1952 werden de voedselbonnen afgeschaft en de Efteling, het sprookjesbos, Madurodam en Albert Heijn openden voor het eerst hun deuren en…de Ruiver een zwembad kreeg zodat  we niet meer bij Muisers in de Maas hoefden te gaan zwemmen.

Alles verandert met de tijd. En toch, wanneer ik terugdenk aan dat Ruivers veld en de mensen uit mijn jeugd, weet ik, dat al die herinneringen - net als dat lied van Francoise Hardi - altijd een thuis zullen blijven, waar de grens en Maas samenkomen. 

 

De mensen die in het Ruivers veld woonden, gewone mensen, soms markante personen, generaties van mensen met dezelfde herinneringen, goed of minder goed, waar ieder een deel van was en zich nu, ook nu nog, lange tijd deel van voelde. Ook families met een andere achtergrond woonden er, een ander geloof, nationaliteit, Duits, Spaans, Moluks en Russisch. De Oekraïense vrouwen die trouwden met Ruiverse jongens, ook toen al kwamen Oekraïense vrouwen in ons land terecht door oorlogsgeweld. 

In mijn herinnering leefde iedereen naast, maar ook met elkaar. Ik heb het over de jaren vijftig, zestig en zeventig, van de vorige eeuw, onze ouders waren nog diep gelovig en het bezoek aan de kerk was een heilige plicht.Wij kregen op zondag, een dubbeltje om jodevet (mag ik dat nog zeggen?) sôkkerpaek, of een Belga en Bazooka (kauwgums) te kopen bij Hermans of bij Joep Massop, waar je sigaretten per stuk kon kopen (of gewoon kon meenemen) in de pauze van de jongens Mulo. Voor het eerst een banaan, gekleurde hagel, klop-klop en pindakaas.

De jongens-Mulo aan de Gouv. v.  Hövelllaan,  de huishoudschool,  het zwembad, het greune veldje oftewel het hondsterrein. De immens druk bezochte voetbaltoernooien van de “wilde” caféclubs met hun scheidsrechters Tippie en de Gies.

Ik volgde het op afstand, ik was tenslotte lid van vv Reuver, de officiële voetbalclub, nietwaar. Maar ik zag en voelde naast de chaos van het zgn. wilde voetbal, ook de enorme gezelligheid en verbinding op het greune veldje, elke zaterdag was er wel een toernooi, georganiseerd door “de Bonanza” “de Paersstal” en “de Madeira” etc. etc.

Ik luisterde naar een liedje van Francoise Hardi  “la maison oú j’ai grandi”. Het dorp en het huis in Frankrijk waarnaar zij terugging bracht me terug naar het huis en de buurt waar ik zelf ben opgegroeid, ‘het Ruivers veld’.

Een oude Reuverse wijk, waar mensen hun hele leven woonden, waar weinig verloop was, grote families, de fabrieken verschaften werk bij Laumans, Teeuwen, Janssen- Willemsen. De ovens, de gresbuizen en dakpannen, het spoortje langs de Keulseweg  waarover de lorries, volgeladen met klei, kwamen vanaf de Duitse grens. De talloze aardewerkfabriekjes, het is nu geschiedenis.

Het patronaat op zondag, jeugddansen, de Jiets, Michel Dahmen, Smeets van de  Zang, Lenie Kuipers, Kraak, hoeveel namen en oude families kan ik er nog aan toevoegen?

 

"Het Ruivers Veld"
Waar mijn wieg stond tussen Grens en Maas

Deel deze pagina: