


Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:


John,
op het moment van publiceren heb jij de mooie leeftijd van 50 jaar bereikt.
Van harte gefeliciteerd!
Namens team Puik
Waar het een landelijke trend betreft dat ambtenaren steeds vaker niet woonachtig zijn in de gemeente waar ze werken, vormt John hier een uitzondering op. Niet alleen is hij geboren en getogen in Offenbeek, hij mag zich zelfs een ‘bekende Offebekker’ noemen. Zo was hij onder andere prins van de Windjbuujels in 2002. “Dat ‘bekend’ zijn heeft zijn voor- en nadelen. Ik word inderdaad nog wel eens aangesproken over het een en ander. Vroeger gebeurde dat te pas en te onpas maar tegenwoordig valt dat wel mee. En ik verzoek mensen toch altijd om iets te melden via de officiële wegen, dan staat het tenminste geregistreerd.”


John werkt inmiddels al 28 jaar bij de gemeente Beesel. “Ik ben ooit begonnen als verwarmingsmonteur maar ben daarna op de begraafplaats van de gemeente Beesel terechtgekomen. Toen er een functie vrijkwam, heb ik de overstap gemaakt naar de onderhoudsdienst. Tachtig tot negentig procent van de tijd zit ik op de tractor. Veel dingen zijn hier goed geregeld. Toen er laatst bij een bijeenkomst gevraagd werd wie er al allemaal lang werkzaam waren voor de gemeente Beesel, gingen er bij onze afdeling veel handjes omhoog. Dat zegt natuurlijk wel iets. Er ‘moet’ van alles maar ik heb vaak ook wel een bepaalde vrijheid om zelf te bekijken hoe ik mijn werk inricht. Als het weer niet goed is om onderhoud uit te voeren aan de sportvelden, dat zit bijvoorbeeld ook in mijn takenpakket, doe je dat een dag later.” In de basis blijft zijn werk grotendeels hetzelfde. “Echt veel veranderingen, bijvoorbeeld doordat er een nieuw college zit, zijn er niet. Maar ook daar hou je rekening mee: je weet je dat je voor een organisatie werkt waar politiek een rol kan spelen.”
Het is altijd mooi om te zien dat mensen hun stoep en misschien die van de buren zelf sneeuwvrij maken. Hier heeft John wel nog een aanbeveling bij: “Probeer de sneeuw dan niet op de weg te scheppen. Die hebben wij dan vaak al schoongemaakt en dat is voor ons heel veel werk om dat weer opnieuw te doen.” De conclusie dat we in de toekomst door de klimaatverandering steeds minder last gaan krijgen van sneeuw en kou, durft John nog niet helemaal te onderschrijven. “Dat wordt vaak gezegd. Maar toen een aantal jaar geleden de Maas uit zijn oevers trad, verklaarde men ook dat dat maar een keer in de zoveel jaar voor kwam. Een jaar later was het toen weer het geval.”

Nu we met z’n allen midden in de winterperiode zitten, is de tijd aangebroken van koudere temperaturen én de kans op sneeuw en ijzel. In die gevallen is de gemeente Beesel zelf verantwoordelijkheid voor de gladheidsbestrijding op de wegen. Daarvoor hebben ze eigen materieel en personeel, waaronder John: “Tegenwoordig maken we veel gebruik van de technische mogelijkheden die er zijn. Zo hebben we op een aantal plaatsen in de gemeente meetstations; die weten precies wat de temperatuur en het zoutgehalte van de weg is. In combinatie met de verbeterde weersverwachting, kun je dan bijvoorbeeld plannen dat je ’s ochtends vroeg eruit moet om preventief te gaan strooien. Dus voordat het daadwerkelijk glad is of gaat worden.” Het strooien zelf gebeurt volledig computergestuurd. “Alleen als de sneeuwval of gladheid extreem is, kunnen we er bijvoorbeeld voor kiezen om meer zout te strooien.” Ondanks de technologische vooruitgang, kan nog niet alles exact voorspeld worden. “Dus een enkele keer moet je er onverwacht midden in de nacht uit. Maar dat weet je, dat hoort erbij.”
Als er sneeuw of ijzel dreigt te komen, zijn er vaste routes waar het strooiteam van de gemeente Beesel gaat rijden. “Wij doen zo’n tachtig tot negentig kilometer aan bestrating. Die gebieden zijn allemaal vastgelegd. Uiteraard horen daar de hoofdwegen en overige doorgaande wegen bij. Maar we kunnen nu eenmaal niet alles doen dus sommige wegen blijven ‘onbestrooid’. Belangrijk blijft het dat mensen hun gezonde verstand gebruiken. Het komt toch nog wel eens voor dat ik ‘s morgens aan het vegen ben en dat mensen vragen of ik niet even hun auto eruit kan trekken omdat ze al geslipt zijn.”
Naast de grote(re) wegen doet de gemeente Beesel ook de grote fietspaden. Het strooien houdt op bij de gemeentegrenzen. Dat het bij de gemeente Beesel beter geregeld is dan bij grote buur Roermond, bestrijdt John. “Het is altijd een momentopname. Het kan namelijk ook net andersom zijn, dat Roermond een bepaald gebied al gehad heeft waar wij nog heen moeten. En heel soms kan het zo zijn dat ik bijvoorbeeld de Rijksweg gedaan heb en het aan het begin alweer helemaal vol ligt. Dan moet je weer opnieuw beginnen.”
Medewerker Onderhoudsdienst & Gladheidsbestreiding
Beesel stelt
zich voor

Bij de gemeente Beesel zijn zo’n 150 ambtenaren werkzaam. Natuurlijk kennen we de burgemeester en wethouders, de mensen achter de balie in het gemeentehuis en die van de groenvoorziening. Maar ook minder zichtbare medewerkers zijn dagelijks in de weer om alles binnen de gemeente Beesel goed te laten verlopen. In de rubriek van Puik ‘Gemeente Beesel stelt zich voor’ komen deze ambtenaren aan het woord. Wie zijn ze en wat doen ze precies? En waarom zijn ze bij de gemeente Beesel gaan werken? In het zesde deel is het de beurt aan John Selen; hij is medewerker onderhoudsdienst en in die hoedanigheid in de wintermaanden ook betrokken bij de gladheidsbestrijding.


John,
op het moment van publiceren heb jij de mooie leeftijd van 50 jaar bereikt.
Van harte gefeliciteerd!
Namens team Puik
John Selen

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

John werkt inmiddels al 28 jaar bij de gemeente Beesel. “Ik ben ooit begonnen als verwarmingsmonteur maar ben daarna op de begraafplaats van de gemeente Beesel terechtgekomen. Toen er een functie vrijkwam, heb ik de overstap gemaakt naar de onderhoudsdienst. Tachtig tot negentig procent van de tijd zit ik op de tractor. Veel dingen zijn hier goed geregeld. Toen er laatst bij een bijeenkomst gevraagd werd wie er al allemaal lang werkzaam waren voor de gemeente Beesel, gingen er bij onze afdeling veel handjes omhoog. Dat zegt natuurlijk wel iets. Er ‘moet’ van alles maar ik heb vaak ook wel een bepaalde vrijheid om zelf te bekijken hoe ik mijn werk inricht. Als het weer niet goed is om onderhoud uit te voeren aan de sportvelden, dat zit bijvoorbeeld ook in mijn takenpakket, doe je dat een dag later.” In de basis blijft zijn werk grotendeels hetzelfde. “Echt veel veranderingen, bijvoorbeeld doordat er een nieuw college zit, zijn er niet. Maar ook daar hou je rekening mee: je weet je dat je voor een organisatie werkt waar politiek een rol kan spelen.”


Het is altijd mooi om te zien dat mensen hun stoep en misschien die van de buren zelf sneeuwvrij maken. Hier heeft John wel nog een aanbeveling bij: “Probeer de sneeuw dan niet op de weg te scheppen. Die hebben wij dan vaak al schoongemaakt en dat is voor ons heel veel werk om dat weer opnieuw te doen.” De conclusie dat we in de toekomst door de klimaatverandering steeds minder last gaan krijgen van sneeuw en kou, durft John nog niet helemaal te onderschrijven. “Dat wordt vaak gezegd. Maar toen een aantal jaar geleden de Maas uit zijn oevers trad, verklaarde men ook dat dat maar een keer in de zoveel jaar voor kwam. Een jaar later was het toen weer het geval.”
Als er sneeuw of ijzel dreigt te komen, zijn er vaste routes waar het strooiteam van de gemeente Beesel gaat rijden. “Wij doen zo’n tachtig tot negentig kilometer aan bestrating. Die gebieden zijn allemaal vastgelegd. Uiteraard horen daar de hoofdwegen en overige doorgaande wegen bij. Maar we kunnen nu eenmaal niet alles doen dus sommige wegen blijven ‘onbestrooid’. Belangrijk blijft het dat mensen hun gezonde verstand gebruiken. Het komt toch nog wel eens voor dat ik ‘s morgens aan het vegen ben en dat mensen vragen of ik niet even hun auto eruit kan trekken omdat ze al geslipt zijn.”
Naast de grote(re) wegen doet de gemeente Beesel ook de grote fietspaden. Het strooien houdt op bij de gemeentegrenzen. Dat het bij de gemeente Beesel beter geregeld is dan bij grote buur Roermond, bestrijdt John. “Het is altijd een momentopname. Het kan namelijk ook net andersom zijn, dat Roermond een bepaald gebied al gehad heeft waar wij nog heen moeten. En heel soms kan het zo zijn dat ik bijvoorbeeld de Rijksweg gedaan heb en het aan het begin alweer helemaal vol ligt. Dan moet je weer opnieuw beginnen.”

Nu we met z’n allen midden in de winterperiode zitten, is de tijd aangebroken van koudere temperaturen én de kans op sneeuw en ijzel. In die gevallen is de gemeente Beesel zelf verantwoordelijkheid voor de gladheidsbestrijding op de wegen. Daarvoor hebben ze eigen materieel en personeel, waaronder John: “Tegenwoordig maken we veel gebruik van de technische mogelijkheden die er zijn. Zo hebben we op een aantal plaatsen in de gemeente meetstations; die weten precies wat de temperatuur en het zoutgehalte van de weg is. In combinatie met de verbeterde weersverwachting, kun je dan bijvoorbeeld plannen dat je ’s ochtends vroeg eruit moet om preventief te gaan strooien. Dus voordat het daadwerkelijk glad is of gaat worden.” Het strooien zelf gebeurt volledig computergestuurd. “Alleen als de sneeuwval of gladheid extreem is, kunnen we er bijvoorbeeld voor kiezen om meer zout te strooien.” Ondanks de technologische vooruitgang, kan nog niet alles exact voorspeld worden. “Dus een enkele keer moet je er onverwacht midden in de nacht uit. Maar dat weet je, dat hoort erbij.”

Medewerker Onderhoudsdienst & Gladheidsbestreiding
Beesel stelt
zich voor

Bij de gemeente Beesel zijn zo’n 150 ambtenaren werkzaam. Natuurlijk kennen we de burgemeester en wethouders, de mensen achter de balie in het gemeentehuis en die van de groenvoorziening. Maar ook minder zichtbare medewerkers zijn dagelijks in de weer om alles binnen de gemeente Beesel goed te laten verlopen. In de rubriek van Puik ‘Gemeente Beesel stelt zich voor’ komen deze ambtenaren aan het woord. Wie zijn ze en wat doen ze precies? En waarom zijn ze bij de gemeente Beesel gaan werken? In het zesde deel is het de beurt aan John Selen; hij is medewerker onderhoudsdienst en in die hoedanigheid in de wintermaanden ook betrokken bij de gladheidsbestrijding.
Waar het een landelijke trend betreft dat ambtenaren steeds vaker niet woonachtig zijn in de gemeente waar ze werken, vormt John hier een uitzondering op. Niet alleen is hij geboren en getogen in Offenbeek, hij mag zich zelfs een ‘bekende Offebekker’ noemen. Zo was hij onder andere prins van de Windjbuujels in 2002. “Dat ‘bekend’ zijn heeft zijn voor- en nadelen. Ik word inderdaad nog wel eens aangesproken over het een en ander. Vroeger gebeurde dat te pas en te onpas maar tegenwoordig valt dat wel mee. En ik verzoek mensen toch altijd om iets te melden via de officiële wegen, dan staat het tenminste geregistreerd.”

