Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Zoals gezegd ben ik in 1979 docent geworden aan de politieschool in Heerlen en daarom ben ik toen verhuisd naar het zuiden. Omdat het huis waarin we nu wonen met een behoorlijke tuin voor ons te groot aan het worden is, hebben we besloten naar een levensloopbestendige woning te verhuizen. Zelf heb ik altijd in mijn hoofd gehad om ooit terug te gaan naar Reuver of in elk geval daar in de buurt. Die gelegenheid werd ons plotseling geboden. We hebben een nog te bouwen woning gekocht in Belfeld. Medio 2025 zal die klaar zijn en gaan we verhuizen. We kijken daar enorm naar uit.

Hoewel ik in Venlo nog nooit verkeer geregeld had werd ik in Amsterdam tijdens de spits, naar een kruispunt gestuurd om daar, als het nodig zou zijn, het verkeer te regelen. De brigadier van dienst wees mij de weg en vol zenuwen ging ik op pad. Op het kruispunt was het een drukte van jewelste maar het ging allemaal net goed. In het uur dat ik daar was kon het net allemaal doorgaan zonder dat er geregeld moest worden. Terug op het politiebureau vroeg de brigadier mij hoe het gegaan was. Ik zei dus dat het net allemaal gegaan was zonder dat ik het verkeer had hoeven regelen. “Dat zou dan de eerste keer in 10 jaar zijn“, zei de brigadier toen. En ja hoor: ik was op het verkeerde kruispunt geweest ! (Hoe het op het kruispunt is verlopen waar ik had moeten zijn, daar ben ik nooit achter gekomen.)

In de jaren zestig was er in Amsterdam een ernstig tekort aan agenten. Daarom werden vanuit het hele land agenten voor een of meerdere maanden gedetacheerd bij de politie Amsterdam. Zo werd ook ik in 1967 vanuit Venlo voor enkele maanden naar Amsterdam gestuurd om daar, zoals dat toen heette, bijstand te verlenen. We moesten daar voornamelijk nachtdienst doen en verbleven daar in een hotel. Er kwamen daar dus agenten vanuit het hele land samen en zo kon het gebeuren dat ik op een dag samen moest gaan surveilleren met een collega die vanuit Roermond daar gedetacheerd zat. En wat bleek: die collega was de ook uit Reuver afkomstige Wim Smeets.

Wim en ik kregen eens, al surveillerende in een van de VW-kevertjes die toen in Amsterdam als politieauto functioneerde, de opdracht om naar een bepaald kruispunt te rijden alwaar een aanrijding was had plaatsgevonden. Navigatie bestond toen nog lang niet en we wisten allebei niet waar we moesten zijn. Dus de politieauto aan de kant gezet, het raampje opengedraaid en de eerste de beste Amsterdammer die voorbij liep de weg gevraagd. Die reageerde meteen met de opmerking: “Ha, ik hoor het al, jullie zijn boertjes van buten “. De Amsterdammers waren inmiddels al gewend aan de agenten die uit alle delen van het land kwamen.

In 1954 ben ik lid geworden van het knapenkoor, dat onder leiding stond van koster Pierre Pubben. De wekelijkse repetitie vond plaats in een ruimte van het “aad patronaat”, aan de Pastoor Vranckenlaan,  grenzend aan het woongedeelte van de familie Augustin. Dat knapenkoor was een kerkkoor en we zongen dus de Missen in de kerk. Daar zag ik steeds koster Pierre Pubben achter het orgel zitten en dat maakte altijd grote indruk op mij. Dat heeft er toe geleid dat ik vele jaren later, toen we al in het zuiden woonden, orgelles ben gaan nemen aan de muziekschool.

Uiteindelijk ben ik door die hobby dirigent-organist geworden van het kerkkoor in Amstenrade. Dat heb ik 20 jaar mogen doen. Die hobby werd al vrij snel uitgebreid, want ik ben ook nog 15 jaar dirigent geweest van het Voerendaals mannenkoor. Op dit moment ben ik nog vaste organist in de kerken van Beek en Neerbeek wat inhoudt dat ik elk weekend wel twee of drie Missen speel. Ik begeleid dan de volkszang of het kerkkoor en ook zing ik duetten met een collega zanger. Die duetten die we zingen heb ik meestal zelf gecomponeerd en begeleid ons daar zelf bij op het orgel.

Als we straks in Belfeld wonen is dat dus in Beek afgelopen, maar ik hoop in Belfeld weer ergens als organist af en toe een Mis te kunnen spelen. Het zou geweldig zijn als dat bijvoorbeeld ook in Reuver zou zijn, want daar is dit alles in 1954 begonnen!

Dus meneer pastoor in Reuver... laat maar wat van u horen!

Met de in de Jaminwinkel aan de Pastoor Vranckenlaan wonende Leon Schrijvers (hij werd toen “Leon van Jamin” genoemd) ging ik als kind wel eens op zondagmorgen naar het station. Daar werkte een familielid van Leon aan het loket. Hij verkocht treinkaartjes en bediende de wissels van het spoor. We mochten dan daar naar binnen, kregen een spoorpet op en mochten “meehelpen”.

Op een keer stopte daar een grote diesellocomotief, die daar denk ik moest wachten totdat een personentrein was gepasseerd. De machinist van die trein kwam binnen en vroeg ons of we het leuk zouden vinden om een ritje te maken met die diesellocomotief. En zo gebeurde. We werden allebei geholpen om in die hele hoge en grote diesellocomotief te komen en reden vervolgens met die trein richting Swalmen, tot aan de overweg in de Rijksweg en toen weer terug naar het station. Het zal denk ik zo rond 1954 zijn geweest.

Ook zagen we wel eens dat er bij slagerij Niemans (Niemans Naetje) tegenover de kerk een varken naar binnen werd gebracht voor de slacht. We gingen dan vragen of we de varkensblaas mochten hebben, die we dan vervolgens ook kregen. Die werd opgeblazen, dichtgeknoopt en vervolgens gingen we daarmee voetballen op de markt. De markt was in die tijd voorzien van kiezels, waardoor je elkaar onder het voetballen soms niet meer kon zien van het stof.

Voor het huis van de familie Augustin stonden twee hele dikke bomen waar veel overlast van werd ervaren, maar die mochten van de gemeente niet gekapt worden. Wel werd er toestemming gegeven voor een flinke snoeibeurt. Dat snoeien deed meneer Augustin zelf wel. Enkele dagen later stonden er twee kale en rechte dikke stammen voor de deur. De ene stam had nog een dikke tak naar rechts en de andere een naar links....de bomen hebben het niet overleefd.

Mijn vader was bij de brandweer. Er was in die tijd nog geen sprake van een alarmnummer, maar als er brand in Reuver was moesten de mensen naar ons bellen. Daarvoor hadden we wel een gemakkelijk telefoonnummer gekregen, dat toen 1333 was. In de keuken van ons huis hing een drukknop waarmee we een sirene konden bedienen die boven in de kerktoren hing. Dus als er werd gebeld dat er brand was dan moest een van ons de knop zodanig indrukken dat de sirene op en neer loeide in de kerktoren. De leden van de brandweer werden dan gewaarschuwd om zo snel mogelijk naar de brandweerkazerne te komen. Die kazerne bevond zich toen aan de Rijksweg ergens halverwege tussen de Markt en het oude gemeentehuis. Die brandweerkazerne was overigens niet meer dan een ruimte achter een poort waarin de brandweerauto maar net paste.

Bij onze toenmalige buren aan de Pastoor Vranckenlaan, de familie Augustin, heb ik heel wat uren doorgebracht. Zij hadden een fietsenwinkel en repareerden dus fietsen. Het pand waarin zij woonden, heette toen het “aad patronaat”. Ik heb daar gouden uren beleefd. Daar kon alles. Met onder andere Koos, inmiddels een tachtiger, waarmee ik nu nog geregeld contact heb, heb ik heel wat leuke en spannende uren doorgemaakt. Zo maakten we bijvoorbeeld een fiets met zijspan. Er werden brommers opgevoerd, omgebouwd en van alles en nog wat aan elkaar gelast en geschroefd. Een heerlijke en achteraf zeer leerzame tijd!

De laatste jaren dat ik in Venlo werkte was ik bij de recherche. Daar heb ik de nodige heftige dingen meegemaakt, maar ook heel veel leuke dingen. Het was een drukke en vooral ook spannende tijd. Een van de zaken die mij daarvan nog is bijgebleven is het geval van een vader die zich bij de recherche vervoegde met het verhaal dat hij zijn dochtertje in de binnenstad die zaterdagmiddag tijdens het winkelen was kwijtgeraakt. Deze buitenlander was met twee dochtertjes, een tweeling van een paar jaar oud, naar Venlo gekomen om te winkelen. Daarbij was hij dus een van de twee meisjes kwijtgeraakt.

Vanaf dat moment tot vele dagen en weken later hebben we zo ongeveer heel Venlo doorgekamd en gezocht naar dat vermiste meisje. Er werden schuurtjes, garageboxen en allerlei andere percelen doorzocht. Ook werd er gezocht en gedregd in de Maas. Toch kwam al snel het vermoeden dat van die aangifte van vermissing weinig klopte. We kwamen erachter dat de man niet zo heel lang vóór dit gebeuren de levensverzekering van de meisjes aanmerkelijk had laten verhogen. Het vermoeden werd steeds groter dat hij nu, om het verzekeringsgeld te kunnen incasseren zijn dochtertje opzettelijk had laten verdwijnen. Het zou best eens kunnen dat dat kind nooit in Venlo is geweest.

We hebben dat helaas nooit kunnen bewijzen. Het vermiste meisje is nooit teruggevonden en in het land van herkomst later officieel als overleden geregistreerd. Of de vader een geldbedrag van de levensverzekering heeft ontvangen voor zijn verdwenen dochtertje ben ik nooit aan de weet gekomen maar die kans is heel groot.

PUIKE MENSEN

De vaste lezers van de rubriek Puike mensen, treffen nu een afwijkende opmaak aan. We hebben namelijk niet alleen antwoord gekregen op de vragen, maar Hay heeft zijn hele levensverhaal met anekdotes aan ons toevertrouwd. Vandaar dat we dit ook als een aaneensluitend verhaal hebben opgemaakt. Veel leesplezier.

Mijn naam is Hay Fleuren en ik ben 77 jaar oud. Vanaf 1964 tot 2004 heb ik bij de politie gewerkt. De eerste jaren tot 1979 was ik werkzaam bij de politie in Venlo. Daarna tot 1993 ben ik docent geweest aan de politieopleidingsschool in Heerlen. Van 1993 tot aan mijn pensioen in 2004 heb ik lesgegeven aan de rechercheschool, die weliswaar gevestigd was in Zutphen, maar ik kon namens die school van huis uit les geven op locaties (meestal ergens aan een politiebureau) in de buurt. Ik heb vooral les gegeven in juridische vakken, zoals Strafrecht en Strafvordering. Tijdens mijn docentenjaren aan de rechercheschool gaf ik daarbij ook les in “Verhoortechniek”. Bij die lessen werd gebruik gemaakt van professionele acteurs, die rollen speelden als verdachte, getuige, aangever, slachtoffer enz.

In 1969 ben ik getrouwd met Ine Voncken. Zij was in die tijd verpleegster in het ziekenhuis in Horst waar ook mijn zus woonde. Een dochtertje van mijn zus lag daar toen in het ziekenhuis. Die ging ik een keer opzoeken en tijdens dat bezoek wilde ik gebruik maken van het toilet, maar ik kende uiteraard de weg in dat grote oude ziekenhuis niet. Op een van de gangen vroeg ik aan een verpleegster die ik daar tegenkwam de weg naar het toilet. Nou, met die verpleegster ben ik nu dus bijna 55 jaar getrouwd.

In 1946 ben ik in het ziekenhuis van Tegelen, als jongste van een gezin van 4 kinderen, geboren. Na enkele dagen ben ik, volgens mijn moeder, met paard en wagen naar ons huis in Reuver gebracht. Mijn hoofd zou nagenoeg helemaal ingepakt zijn geweest met verband, omdat de chirurg tijdens de keizersnee mijn hoofd had geraakt. Het litteken daarvan is nu nog zichtbaar, waardoor ik nog vele jaren erna regelmatig te horen kreeg dat er door dat “foutje” van de chirurg waarschijnlijk ook een heleboel hersens verloren zijn gegaan.

Ik heb tot mijn trouwen in 1969 gewoond aan de Pastoor Vranckenlaan 18, het pand waarin nu Bakker Bart zit. Wij hadden daar een winkel met bakkerij. In 1964 ben ik als 17-jarige leerling agent (aspirant) naar de politieschool in Doenrade gegaan, die daar toen in een mooi oud kasteel gevestigd was.

Mijn jeugd in Reuver was een mooie tijd. De lagere school lag schuin tegenover ons huis, ik hoefde dus maar de weg over te steken. Tijdens het “speelkwartier” (dit zal nu wel anders heten...) kon je ruiken dat mijn vader speculaas aan het bakken was. Door klasgenootjes werd ik dan aangespoord om stiekem heel even naar huis te gaan, met een wel te raden doel. Ik perste mij dan door de tralies van het hekwerk rond de speelplaats en stak vlug de Pastoor Vranckenlaan over naar huis. Enkele minuten later was ik dan terug met een boel verongelukte speculaasjes.

Naam: Hay Fleuren

Leeftijd: 77 jaar

Beroep: politieagent, docent zowel op de politieopleidingsschool als op de rechercheschool

Verliefd, verloofd, getrouwd, single: getrouwd met Ine Voncken

Woonde in: Reuver

Woont nu in: Beek

Een andere grote hobby is het bakken. Zoals gezegd ben ik in de bakkerij opgegroeid en na mijn pensioen, nu bijna 20 jaar geleden, ben ik daarmee begonnen. Ik bak eigenlijk alles zelf en wij komen daarom nagenoeg nooit bij de bakker. Ik heb nog veel recepten uit de bakkerij van mijn vader zaliger. De baksels variëren van zuurdesem-roggebrood tot alle soorten gebak en koekjes.

Nu nog even terug naar mijn Reuverse tijd. Na de lagere school, ik zal toen 14-15 jaar zijn geweest, had ik in het weekend een baantje bij bioscoop Paquay. Nu Luxor, maar ik meen dat het toen ook al Luxor heette maar dat zei niemand. Je ging toen “bie Pekee” naar de film. Ik moest daar plaatsen aanwijzen. Er waren vier rangen. Parterre was de laatste rij stoelen die op een kleine verhoging stond. Vervolgens volgden steeds dichter bij het filmdoek de rangen 1, 2 en 3. Als je op de 3e rang een film had gekeken had je pijn in de nek van het bijna recht omhoog kijken. Kaartjes kostten toen tussen de 75 en 150 cent. Guldencent wel te verstaan!

Zoals gezegd ben ik in 1964 als 17-jarige aan de politieopleiding begonnen. In maart 1965 werd ik vervolgens aangesteld als agent van politie in Venlo. Ik heb in Venlo gewerkt totdat ik in 1979 dus docent werd aan de politieschool in Heerlen.

In de eerste jaren in Venlo heb ik geregeld als motoragent gewerkt. Als zodanig kreeg ik eens via de mobilofoon de opdracht naar een kruispunt te gaan, alwaar een aanrijding had plaats gevonden. Er werd meteen bij gezegd dat niet bekend was of er ook een ambulance nodig was. Dat zou ik maar zo snel mogelijk bij aankomst moeten doorgeven. Toen ik het betreffende kruispunt van verre naderde zag ik al dat het een zeer ernstige aanrijding betrof. Er lag een auto op z'n kant die totaal in elkaar zat. Een muis zou daar bij wijze van spreken niet meer levend uit gekomen zijn. Dus nog voordat ik echt ter plaatse was kon ik al melden dat een ambulance dringend gewenst was. Dit bleek echter al gauw een misvatting. Wat was er gebeurd: een autowrak was bij het afslaan van een achter een personenauto hangende aanhangwagen gevallen en op de weg terecht gekomen. Een bekeuring voor het niet goed bevestigen van lading was het enige wat mij daar nog te doen stond en de ambulance afbestellen.

Ook werd er in die tijd nog geregeld gesurveilleerd per fiets. Omdat je dan vaak geen verbinding had met het politiebureau moest je tijdens het uur dat je surveilleerde, twee keer op een bepaald punt zijn. Dat was bijvoorbeeld in een bepaalde wijk bij een slager voor de deur. Als men je nodig had voor een melding, dan werd die slager gebeld. Die kwam dan naar buiten en deelde jou de melding mede. Dat was van tevoren met die slager afgesproken.

 

Tot slot nog enkele antwoorden op vragen van de redactie van Puik:

Hoe laat ik naar bed ga is elke avond zo rond de klok van 23.00 uur (vaak heb ik dan de ogen al even dicht gehad op de bank).

Ik sta 's-morgens zo rond de klok van 09.00 uur op en ga dan ontbijten met enkele sneetjes (uiteraard) zelfgebakken zuurdesem roggebrood.

Waar ze mij voor mogen wakker maken is ongetwijfeld met twee frikandellen speciaal eventueel met daarbij mijn favoriete drank: een triple biertje.

Het antwoord op de vraag of ik liever als agent in het veld werkte of als lesgever voor de klas is zonder enige twijfel het lesgeven in de klas. Dit gebeurde altijd voor zeer gemotiveerde en geïnteresseerde leerlingen. Elke dag een genot !

Tot hier mijn verhaal dat ik geschreven heb als gevolg van een vraag van de redactie van het magazine Puik. De groetjes aan elke lezer en wie weet: misschien tot ziens in Reuver.

PUIKE MENSEN:
HAY FLEUREN

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

Zoals gezegd ben ik in 1979 docent geworden aan de politieschool in Heerlen en daarom ben ik toen verhuisd naar het zuiden. Omdat het huis waarin we nu wonen met een behoorlijke tuin voor ons te groot aan het worden is, hebben we besloten naar een levensloopbestendige woning te verhuizen. Zelf heb ik altijd in mijn hoofd gehad om ooit terug te gaan naar Reuver of in elk geval daar in de buurt. Die gelegenheid werd ons plotseling geboden. We hebben een nog te bouwen woning gekocht in Belfeld. Medio 2025 zal die klaar zijn en gaan we verhuizen. We kijken daar enorm naar uit.

 

Tot slot nog enkele antwoorden op vragen van de redactie van Puik:

Hoe laat ik naar bed ga is elke avond zo rond de klok van 23.00 uur (vaak heb ik dan de ogen al even dicht gehad op de bank).

Ik sta 's-morgens zo rond de klok van 09.00 uur op en ga dan ontbijten met enkele sneetjes (uiteraard) zelfgebakken zuurdesem roggebrood.

Waar ze mij voor mogen wakker maken is ongetwijfeld met twee frikandellen speciaal eventueel met daarbij mijn favoriete drank: een triple biertje.

Het antwoord op de vraag of ik liever als agent in het veld werkte of als lesgever voor de klas is zonder enige twijfel het lesgeven in de klas. Dit gebeurde altijd voor zeer gemotiveerde en geïnteresseerde leerlingen. Elke dag een genot !

Tot hier mijn verhaal dat ik geschreven heb als gevolg van een vraag van de redactie van het magazine Puik. De groetjes aan elke lezer en wie weet: misschien tot ziens in Reuver.

Hoewel ik in Venlo nog nooit verkeer geregeld had werd ik in Amsterdam tijdens de spits, naar een kruispunt gestuurd om daar, als het nodig zou zijn, het verkeer te regelen. De brigadier van dienst wees mij de weg en vol zenuwen ging ik op pad. Op het kruispunt was het een drukte van jewelste maar het ging allemaal net goed. In het uur dat ik daar was kon het net allemaal doorgaan zonder dat er geregeld moest worden. Terug op het politiebureau vroeg de brigadier mij hoe het gegaan was. Ik zei dus dat het net allemaal gegaan was zonder dat ik het verkeer had hoeven regelen. “Dat zou dan de eerste keer in 10 jaar zijn“, zei de brigadier toen. En ja hoor: ik was op het verkeerde kruispunt geweest ! (Hoe het op het kruispunt is verlopen waar ik had moeten zijn, daar ben ik nooit achter gekomen.)

In de jaren zestig was er in Amsterdam een ernstig tekort aan agenten. Daarom werden vanuit het hele land agenten voor een of meerdere maanden gedetacheerd bij de politie Amsterdam. Zo werd ook ik in 1967 vanuit Venlo voor enkele maanden naar Amsterdam gestuurd om daar, zoals dat toen heette, bijstand te verlenen. We moesten daar voornamelijk nachtdienst doen en verbleven daar in een hotel. Er kwamen daar dus agenten vanuit het hele land samen en zo kon het gebeuren dat ik op een dag samen moest gaan surveilleren met een collega die vanuit Roermond daar gedetacheerd zat. En wat bleek: die collega was de ook uit Reuver afkomstige Wim Smeets.

Wim en ik kregen eens, al surveillerende in een van de VW-kevertjes die toen in Amsterdam als politieauto functioneerde, de opdracht om naar een bepaald kruispunt te rijden alwaar een aanrijding was had plaatsgevonden. Navigatie bestond toen nog lang niet en we wisten allebei niet waar we moesten zijn. Dus de politieauto aan de kant gezet, het raampje opengedraaid en de eerste de beste Amsterdammer die voorbij liep de weg gevraagd. Die reageerde meteen met de opmerking: “Ha, ik hoor het al, jullie zijn boertjes van buten “. De Amsterdammers waren inmiddels al gewend aan de agenten die uit alle delen van het land kwamen.

De laatste jaren dat ik in Venlo werkte was ik bij de recherche. Daar heb ik de nodige heftige dingen meegemaakt, maar ook heel veel leuke dingen. Het was een drukke en vooral ook spannende tijd. Een van de zaken die mij daarvan nog is bijgebleven is het geval van een vader die zich bij de recherche vervoegde met het verhaal dat hij zijn dochtertje in de binnenstad die zaterdagmiddag tijdens het winkelen was kwijtgeraakt. Deze buitenlander was met twee dochtertjes, een tweeling van een paar jaar oud, naar Venlo gekomen om te winkelen. Daarbij was hij dus een van de twee meisjes kwijtgeraakt.

Vanaf dat moment tot vele dagen en weken later hebben we zo ongeveer heel Venlo doorgekamd en gezocht naar dat vermiste meisje. Er werden schuurtjes, garageboxen en allerlei andere percelen doorzocht. Ook werd er gezocht en gedregd in de Maas. Toch kwam al snel het vermoeden dat van die aangifte van vermissing weinig klopte. We kwamen erachter dat de man niet zo heel lang vóór dit gebeuren de levensverzekering van de meisjes aanmerkelijk had laten verhogen. Het vermoeden werd steeds groter dat hij nu, om het verzekeringsgeld te kunnen incasseren zijn dochtertje opzettelijk had laten verdwijnen. Het zou best eens kunnen dat dat kind nooit in Venlo is geweest.

We hebben dat helaas nooit kunnen bewijzen. Het vermiste meisje is nooit teruggevonden en in het land van herkomst later officieel als overleden geregistreerd. Of de vader een geldbedrag van de levensverzekering heeft ontvangen voor zijn verdwenen dochtertje ben ik nooit aan de weet gekomen maar die kans is heel groot.

In de eerste jaren in Venlo heb ik geregeld als motoragent gewerkt. Als zodanig kreeg ik eens via de mobilofoon de opdracht naar een kruispunt te gaan, alwaar een aanrijding had plaats gevonden. Er werd meteen bij gezegd dat niet bekend was of er ook een ambulance nodig was. Dat zou ik maar zo snel mogelijk bij aankomst moeten doorgeven. Toen ik het betreffende kruispunt van verre naderde zag ik al dat het een zeer ernstige aanrijding betrof. Er lag een auto op z'n kant die totaal in elkaar zat. Een muis zou daar bij wijze van spreken niet meer levend uit gekomen zijn. Dus nog voordat ik echt ter plaatse was kon ik al melden dat een ambulance dringend gewenst was. Dit bleek echter al gauw een misvatting. Wat was er gebeurd: een autowrak was bij het afslaan van een achter een personenauto hangende aanhangwagen gevallen en op de weg terecht gekomen. Een bekeuring voor het niet goed bevestigen van lading was het enige wat mij daar nog te doen stond en de ambulance afbestellen.

Ook werd er in die tijd nog geregeld gesurveilleerd per fiets. Omdat je dan vaak geen verbinding had met het politiebureau moest je tijdens het uur dat je surveilleerde, twee keer op een bepaald punt zijn. Dat was bijvoorbeeld in een bepaalde wijk bij een slager voor de deur. Als men je nodig had voor een melding, dan werd die slager gebeld. Die kwam dan naar buiten en deelde jou de melding mede. Dat was van tevoren met die slager afgesproken.

In 1954 ben ik lid geworden van het knapenkoor, dat onder leiding stond van koster Pierre Pubben. De wekelijkse repetitie vond plaats in een ruimte van het “aad patronaat”, aan de Pastoor Vranckenlaan,  grenzend aan het woongedeelte van de familie Augustin. Dat knapenkoor was een kerkkoor en we zongen dus de Missen in de kerk. Daar zag ik steeds koster Pierre Pubben achter het orgel zitten en dat maakte altijd grote indruk op mij. Dat heeft er toe geleid dat ik vele jaren later, toen we al in het zuiden woonden, orgelles ben gaan nemen aan de muziekschool.

Uiteindelijk ben ik door die hobby dirigent-organist geworden van het kerkkoor in Amstenrade. Dat heb ik 20 jaar mogen doen. Die hobby werd al vrij snel uitgebreid, want ik ben ook nog 15 jaar dirigent geweest van het Voerendaals mannenkoor. Op dit moment ben ik nog vaste organist in de kerken van Beek en Neerbeek wat inhoudt dat ik elk weekend wel twee of drie Missen speel. Ik begeleid dan de volkszang of het kerkkoor en ook zing ik duetten met een collega zanger. Die duetten die we zingen heb ik meestal zelf gecomponeerd en begeleid ons daar zelf bij op het orgel.

Als we straks in Belfeld wonen is dat dus in Beek afgelopen, maar ik hoop in Belfeld weer ergens als organist af en toe een Mis te kunnen spelen. Het zou geweldig zijn als dat bijvoorbeeld ook in Reuver zou zijn, want daar is dit alles in 1954 begonnen!

Dus meneer pastoor in Reuver... laat maar wat van u horen!

Met de in de Jaminwinkel aan de Pastoor Vranckenlaan wonende Leon Schrijvers (hij werd toen “Leon van Jamin” genoemd) ging ik als kind wel eens op zondagmorgen naar het station. Daar werkte een familielid van Leon aan het loket. Hij verkocht treinkaartjes en bediende de wissels van het spoor. We mochten dan daar naar binnen, kregen een spoorpet op en mochten “meehelpen”.

Op een keer stopte daar een grote diesellocomotief, die daar denk ik moest wachten totdat een personentrein was gepasseerd. De machinist van die trein kwam binnen en vroeg ons of we het leuk zouden vinden om een ritje te maken met die diesellocomotief. En zo gebeurde. We werden allebei geholpen om in die hele hoge en grote diesellocomotief te komen en reden vervolgens met die trein richting Swalmen, tot aan de overweg in de Rijksweg en toen weer terug naar het station. Het zal denk ik zo rond 1954 zijn geweest.

Ook zagen we wel eens dat er bij slagerij Niemans (Niemans Naetje) tegenover de kerk een varken naar binnen werd gebracht voor de slacht. We gingen dan vragen of we de varkensblaas mochten hebben, die we dan vervolgens ook kregen. Die werd opgeblazen, dichtgeknoopt en vervolgens gingen we daarmee voetballen op de markt. De markt was in die tijd voorzien van kiezels, waardoor je elkaar onder het voetballen soms niet meer kon zien van het stof.

Voor het huis van de familie Augustin stonden twee hele dikke bomen waar veel overlast van werd ervaren, maar die mochten van de gemeente niet gekapt worden. Wel werd er toestemming gegeven voor een flinke snoeibeurt. Dat snoeien deed meneer Augustin zelf wel. Enkele dagen later stonden er twee kale en rechte dikke stammen voor de deur. De ene stam had nog een dikke tak naar rechts en de andere een naar links....de bomen hebben het niet overleefd.

Mijn vader was bij de brandweer. Er was in die tijd nog geen sprake van een alarmnummer, maar als er brand in Reuver was moesten de mensen naar ons bellen. Daarvoor hadden we wel een gemakkelijk telefoonnummer gekregen, dat toen 1333 was. In de keuken van ons huis hing een drukknop waarmee we een sirene konden bedienen die boven in de kerktoren hing. Dus als er werd gebeld dat er brand was dan moest een van ons de knop zodanig indrukken dat de sirene op en neer loeide in de kerktoren. De leden van de brandweer werden dan gewaarschuwd om zo snel mogelijk naar de brandweerkazerne te komen. Die kazerne bevond zich toen aan de Rijksweg ergens halverwege tussen de Markt en het oude gemeentehuis. Die brandweerkazerne was overigens niet meer dan een ruimte achter een poort waarin de brandweerauto maar net paste.

Bij onze toenmalige buren aan de Pastoor Vranckenlaan, de familie Augustin, heb ik heel wat uren doorgebracht. Zij hadden een fietsenwinkel en repareerden dus fietsen. Het pand waarin zij woonden, heette toen het “aad patronaat”. Ik heb daar gouden uren beleefd. Daar kon alles. Met onder andere Koos, inmiddels een tachtiger, waarmee ik nu nog geregeld contact heb, heb ik heel wat leuke en spannende uren doorgemaakt. Zo maakten we bijvoorbeeld een fiets met zijspan. Er werden brommers opgevoerd, omgebouwd en van alles en nog wat aan elkaar gelast en geschroefd. Een heerlijke en achteraf zeer leerzame tijd!

PUIKE MENSEN

De vaste lezers van de rubriek Puike mensen, treffen nu een afwijkende opmaak aan. We hebben namelijk niet alleen antwoord gekregen op de vragen, maar Hay heeft zijn hele levensverhaal met anekdotes aan ons toevertrouwd. Vandaar dat we dit ook als een aaneensluitend verhaal hebben opgemaakt. Veel leesplezier.

Mijn naam is Hay Fleuren en ik ben 77 jaar oud. Vanaf 1964 tot 2004 heb ik bij de politie gewerkt. De eerste jaren tot 1979 was ik werkzaam bij de politie in Venlo. Daarna tot 1993 ben ik docent geweest aan de politieopleidingsschool in Heerlen. Van 1993 tot aan mijn pensioen in 2004 heb ik lesgegeven aan de rechercheschool, die weliswaar gevestigd was in Zutphen, maar ik kon namens die school van huis uit les geven op locaties (meestal ergens aan een politiebureau) in de buurt. Ik heb vooral les gegeven in juridische vakken, zoals Strafrecht en Strafvordering. Tijdens mijn docentenjaren aan de rechercheschool gaf ik daarbij ook les in “Verhoortechniek”. Bij die lessen werd gebruik gemaakt van professionele acteurs, die rollen speelden als verdachte, getuige, aangever, slachtoffer enz.

In 1969 ben ik getrouwd met Ine Voncken. Zij was in die tijd verpleegster in het ziekenhuis in Horst waar ook mijn zus woonde. Een dochtertje van mijn zus lag daar toen in het ziekenhuis. Die ging ik een keer opzoeken en tijdens dat bezoek wilde ik gebruik maken van het toilet, maar ik kende uiteraard de weg in dat grote oude ziekenhuis niet. Op een van de gangen vroeg ik aan een verpleegster die ik daar tegenkwam de weg naar het toilet. Nou, met die verpleegster ben ik nu dus bijna 55 jaar getrouwd.

PUIKE MENSEN:
HAY FLEUREN

Klik hier om je gratis in te  schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

Een andere grote hobby is het bakken. Zoals gezegd ben ik in de bakkerij opgegroeid en na mijn pensioen, nu bijna 20 jaar geleden, ben ik daarmee begonnen. Ik bak eigenlijk alles zelf en wij komen daarom nagenoeg nooit bij de bakker. Ik heb nog veel recepten uit de bakkerij van mijn vader zaliger. De baksels variëren van zuurdesem-roggebrood tot alle soorten gebak en koekjes.

Nu nog even terug naar mijn Reuverse tijd. Na de lagere school, ik zal toen 14-15 jaar zijn geweest, had ik in het weekend een baantje bij bioscoop Paquay. Nu Luxor, maar ik meen dat het toen ook al Luxor heette maar dat zei niemand. Je ging toen “bie Pekee” naar de film. Ik moest daar plaatsen aanwijzen. Er waren vier rangen. Parterre was de laatste rij stoelen die op een kleine verhoging stond. Vervolgens volgden steeds dichter bij het filmdoek de rangen 1, 2 en 3. Als je op de 3e rang een film had gekeken had je pijn in de nek van het bijna recht omhoog kijken. Kaartjes kostten toen tussen de 75 en 150 cent. Guldencent wel te verstaan!

Zoals gezegd ben ik in 1964 als 17-jarige aan de politieopleiding begonnen. In maart 1965 werd ik vervolgens aangesteld als agent van politie in Venlo. Ik heb in Venlo gewerkt totdat ik in 1979 dus docent werd aan de politieschool in Heerlen.

In 1946 ben ik in het ziekenhuis van Tegelen, als jongste van een gezin van 4 kinderen, geboren. Na enkele dagen ben ik, volgens mijn moeder, met paard en wagen naar ons huis in Reuver gebracht. Mijn hoofd zou nagenoeg helemaal ingepakt zijn geweest met verband, omdat de chirurg tijdens de keizersnee mijn hoofd had geraakt. Het litteken daarvan is nu nog zichtbaar, waardoor ik nog vele jaren erna regelmatig te horen kreeg dat er door dat “foutje” van de chirurg waarschijnlijk ook een heleboel hersens verloren zijn gegaan.

Ik heb tot mijn trouwen in 1969 gewoond aan de Pastoor Vranckenlaan 18, het pand waarin nu Bakker Bart zit. Wij hadden daar een winkel met bakkerij. In 1964 ben ik als 17-jarige leerling agent (aspirant) naar de politieschool in Doenrade gegaan, die daar toen in een mooi oud kasteel gevestigd was.

Mijn jeugd in Reuver was een mooie tijd. De lagere school lag schuin tegenover ons huis, ik hoefde dus maar de weg over te steken. Tijdens het “speelkwartier” (dit zal nu wel anders heten...) kon je ruiken dat mijn vader speculaas aan het bakken was. Door klasgenootjes werd ik dan aangespoord om stiekem heel even naar huis te gaan, met een wel te raden doel. Ik perste mij dan door de tralies van het hekwerk rond de speelplaats en stak vlug de Pastoor Vranckenlaan over naar huis. Enkele minuten later was ik dan terug met een boel verongelukte speculaasjes.

Naam: Hay Fleuren

Leeftijd: 77 jaar

Beroep: politieagent, docent zowel op de politieopleidingsschool als op de rechercheschool

Verliefd, verloofd, getrouwd, single: getrouwd met Ine Voncken

Woonde in: Reuver

Woont nu in: Beek