Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:
Het was zo mistig die nacht dat de gebeurtenissen zich aan het zicht van de schrijver onttrokken hebben maar toen het ochtendlicht in de slaapkamer binnenviel, vonden de twee zich naast elkaar terug in hetzelfde bed(*). “Ik zou willen dat het veerpont er voor altijd uitlag”, zei de veerman, “zo fijn is ’t naast jou.”
“En dat voor slechts 1 euro 60”, vulde Jeanne aan. “Ik heb ooit, weet je nog, gezworen dat ik nooit meer in Kessel de Maas over zou gaan dus blijf nu maar hier. “Sjan… ssss heb je!”
Ze sloeg het dekbed opzij en schoof de gordijnen open. De tuin straalde als nooit tevoren. En de Ginkgo, het leek of hij zich enigszins had opgericht alsof hij wilde zeggen: Ik heb mijn werk weer met succes gedaan.
(*)Uit navraag is gebleken dat door de langdurige regenbuien grondwater de kelder was binnengestroomd. Het gevolg was een doornatte matras en slaapzak. Toen Jeanne wakker werd van het gestommel in de gang en de wanhoop in de ogen van de ‘drenkeling’ zag, heeft ze een oogje dichtgeknepen en de veerman een slaapplek in haar bed aangeboden. De twee maken het momenteel goed.
Om de stilte te doorbreken stond Jeanne op en zette de radio aan. Het staartje van het nieuws op L1 meldde dat de waterstand in de Maas naar verwachting morgenmiddag zijn hoogste peil zou bereiken. De veerponten van Steyl en Kessel zijn intussen uit de vaart gehaald, voegde de nieuwslezer eraan toe. De veerman schrok: “En nu? Ik moet nog naar huis. Lopend via Venlo naar Beesel? In dit weer? Hoe gaan we dit oplossen?”
“Weet ik niet”, antwoordde Jeanne, “Mijn auto is voor de APK in de garage. En mijn e-bike leen ik zeker niet uit aan een wildvreemde. Hooguit kun je op de oude matras liggen in de kelder, meer kan ik je niet bieden.” “Goed”, zei hij, “als dat de enige oplossing is, dan doen we dat maar. “Maar ik ga er geen schone lakens op leggen, er ligt nog een oude slaapzak die je kunt gebruiken”, voegde Jeanne eraan toe.
En zo gebeurde het dat de veerman in een donkere kelder in Helden- Dorp onderdeks ging.
Zogezegd, zo gedaan. Begin november liep een man door de motregen vanuit Kessel naar Helden. Hij kon van geluk spreken dat hij nog de Maas over kon want het water stond 16 meter boven NAP. Toen hij aanbelde, liet Jeanne hem door het tuinpoortje binnen. Hark, schoffel en kruiwagen wachtten ongeduldig op het moment dat hij aan de slag ging. Meteen viel zijn oog op de boom waarvan de bladeren een geelbruin tapijt over het gras gelegd hadden. Een geweldenaar rechts in de hoek. “Die daar”, zei Jeanne, “dat is een ginkgo biloba. Symbolisch vanwege de twee delen die in een blad samenkomen. Hij brengt geluk, zegt men. In Japan is het gebruikelijk om hem bij een huwelijk cadeau te geven. Ik heb hem van mijn man gekregen toen we trouwden. Nadat hij overleden was, had ik het idee dat de boom ook zou sneuvelen maar hij blijft het goed doen. Maar kom, werkstraf is werkstraf, niet lullen maar poetsen.”
Tegen ’n uur of zes zag de tuin er pico bello uit. Jeanne bood haar tuinman een stoel aan. “Ik hoop dat je je lesje geleerd hebt. Ik heb me zeker twee maanden beroerd gevoeld door dat voorval.” “Het spijt me”, zei de veerman, “en nogmaals, ik heb dat ook al bij de rechter verklaard, mijn vrouw was de dag tevoren vertrokken. Definitief. Met mijn twee kindjes. Ergens moest ik mijn agressie kwijt. En jij was het slachtoffer. Ik had het niet moeten doen. Hier is trouwens de €1,60 die ik heb verdiend door zonder auto de Maas over te steken.” Daarna was er enkel nog de eentonige tik van de hangklok. Twee zwijgende mensen tegenover elkaar met ieder hun eigen gedachten. Af en toe vonden hun ogen elkaar.
Drie maanden later was het zo ver. Een bevriende advocaat had aangeboden om een kort geding aan te spannen. Uit principe. Het ging niet om een paar centen maar om het principe. Er moest duidelijkheid komen, ook omdat het die dag om een irritante medewerker ging die wellicht de regels niet goed had toegepast.
De rechter was snel klaar. Het hele verhaal van eenzelfde regeling als bij de NS had de aangeklaagde uit zijn duim gezogen. De uitspraak was helder: een taakstraf van 8 uur. De invulling van die straf mocht Jeanne naar eigen inzicht bepalen. “Laat de ellendeling in het najaar maar ’n dag mijn tuin winterklaar maken. Dat weet hij gelijk wat een alleenstaande vrouw zoal moet doen om haar hoofd boven water te houden.”
“En”, vulde de rechter aan, “Een kleine geldstraf lijkt me op z’n plaats. Ik verplicht u daarom óm vanaf de Beeselse kant te voet de pont te nemen en vandaaruit naar Helden dorp te lopen. Het bedrag dat u uitspaart als voetganger i.p.v. autobestuurder geeft u als symbolische tegemoetkoming aan mevrouw terug. Te weten een somma van €1,60, in een keer te voldoen ten huize van de aanklager. Dit was mijn uitspraak en hiermee zult u het moeten doen.”
Intussen had de pont zich al in beweging gezet. Met twaalf voertuigen achter haar kwam van achteruitrijden weinig terecht. De veerman draaide zich om. “Dan bekijk je het maar”, snauwde hij en liep door naar de andere voertuigen. Jeanne had nog geprobeerd met hem in discussie te gaan in de stuurhut maar dat bleek verboden gebied.
Er was een wapenstilstand ontstaan in een oorlog die aan de Beeselse kant hoogstwaarschijnlijk weer zou oplaaien. En inderdaad. De slagboom bleef naar beneden. Achter Jeanne werd geclaxonneerd als bij een overwinning van het Turkse nationale team. En de veerman, die hief zijn handen ten hemel alsof hij wilde zeggen: ik kan d’r niks aan doen dat mevrouw niet wil betalen. Toen er boze gezichten op het zijraampje klopten en ze voelde dat tegen haar auto geduwd werd, bleef haar geen andere optie dan de €3,65 te betalen.
“Verdorie, wat een stelletje oplichters”, vloekte Jeanne, “nooit zien ze me hier nog terug. Dan nog liever over Venlo of Roermond.”
De veerman keek niet al te vrolijk. Ze was de vriendelijkheid van het personeel gewend maar dit figuur had daar weinig van. “Eens even kijken, de auto is €2,40 en de fiets achterop is €1,25, dat maakt €3,65.” Jeanne keek hem glazig aan. “Wat krijgen we nu? Ik ben toch met de auto, de fiets is dan toch gratis.”
De veerman keek demonstratief op zijn horloge. “Mevrouwtje”, zei hij meewarig, “het is momenteel 10 minuten voor 9 uur. Wij hebben onlangs de regeling van de NS overgenomen. Als je daar binnen de spitsuren reist met een fiets, moet je ook een kaartje kopen voor je fiets. Dan ga je ook niet door de trein fietsen. Vandaar de €3,65.” Jeanne liep rood aan. “Veerman, je houdt me voor de gek. Ik geef je €2,40 en geen eurocent meer. D’r zit verdorie niemand op die fiets. Als je mijn dag wilt bederven, dan is dat nu al gelukt. Ik zet ‘m gelijk in z’n achteruit. Wat een afzetterij.”
Het was burendag in Helden. Jeanne had geen buren. Dat is de dramatiek als je tussen twee onbewoonbaar verklaarde huizen woont. Helden was op bepaalde plekken aan een opknapbeurt toe. Dan maar de grens over, dat zijn immers ook buren. En het was tenslotte mooi fietsweer. Jeanne had twee jaar geleden haar man verloren maar had zich moedig door die moeilijke tijd heen geslagen. Zelfs de fietsendrager kreeg ze op eigen kracht op de trekhaak. En nu, voor een rondje Brüggen op ’t Duitse, had ze haar trouwe Gazelle achterop gezet.
VAKANTIEVERHAAL HERMAN BORS
Intussen had de pont zich al in beweging gezet. Met twaalf voertuigen achter haar kwam van achteruitrijden weinig terecht. De veerman draaide zich om. “Dan bekijk je het maar”, snauwde hij en liep door naar de andere voertuigen. Jeanne had nog geprobeerd met hem in discussie te gaan in de stuurhut maar dat bleek verboden gebied.
Er was een wapenstilstand ontstaan in een oorlog die aan de Beeselse kant hoogstwaarschijnlijk weer zou oplaaien. En inderdaad. De slagboom bleef naar beneden. Achter Jeanne werd geclaxonneerd als bij een overwinning van het Turkse nationale team. En de veerman, die hief zijn handen ten hemel alsof hij wilde zeggen: ik kan d’r niks aan doen dat mevrouw niet wil betalen. Toen er boze gezichten op het zijraampje klopten en ze voelde dat tegen haar auto geduwd werd, bleef haar geen andere optie dan de €3,65 te betalen.
“Verdorie, wat een stelletje oplichters”, vloekte Jeanne, “nooit zien ze me hier nog terug. Dan nog liever over Venlo of Roermond.”
Het was zo mistig die nacht dat de gebeurtenissen zich aan het zicht van de schrijver onttrokken hebben maar toen het ochtendlicht in de slaapkamer binnenviel, vonden de twee zich naast elkaar terug in hetzelfde bed(*). “Ik zou willen dat het veerpont er voor altijd uitlag”, zei de veerman, “zo fijn is ’t naast jou.”
“En dat voor slechts 1 euro 60”, vulde Jeanne aan. “Ik heb ooit, weet je nog, gezworen dat ik nooit meer in Kessel de Maas over zou gaan dus blijf nu maar hier. “Sjan… ssss heb je!”
Ze sloeg het dekbed opzij en schoof de gordijnen open. De tuin straalde als nooit tevoren. En de Ginkgo, het leek of hij zich enigszins had opgericht alsof hij wilde zeggen: Ik heb mijn werk weer met succes gedaan.
(*)Uit navraag is gebleken dat door de langdurige regenbuien grondwater de kelder was binnengestroomd. Het gevolg was een doornatte matras en slaapzak. Toen Jeanne wakker werd van het gestommel in de gang en de wanhoop in de ogen van de ‘drenkeling’ zag, heeft ze een oogje dichtgeknepen en de veerman een slaapplek in haar bed aangeboden. De twee maken het momenteel goed.
Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:
Drie maanden later was het zo ver. Een bevriende advocaat had aangeboden om een kort geding aan te spannen. Uit principe. Het ging niet om een paar centen maar om het principe. Er moest duidelijkheid komen, ook omdat het die dag om een irritante medewerker ging die wellicht de regels niet goed had toegepast.
De rechter was snel klaar. Het hele verhaal van eenzelfde regeling als bij de NS had de aangeklaagde uit zijn duim gezogen. De uitspraak was helder: een taakstraf van 8 uur. De invulling van die straf mocht Jeanne naar eigen inzicht bepalen. “Laat de ellendeling in het najaar maar ’n dag mijn tuin winterklaar maken. Dat weet hij gelijk wat een alleenstaande vrouw zoal moet doen om haar hoofd boven water te houden.”
“En”, vulde de rechter aan, “Een kleine geldstraf lijkt me op z’n plaats. Ik verplicht u daarom óm vanaf de Beeselse kant te voet de pont te nemen en vandaaruit naar Helden dorp te lopen. Het bedrag dat u uitspaart als voetganger i.p.v. autobestuurder geeft u als symbolische tegemoetkoming aan mevrouw terug. Te weten een somma van €1,60, in een keer te voldoen ten huize van de aanklager. Dit was mijn uitspraak en hiermee zult u het moeten doen.”
Om de stilte te doorbreken stond Jeanne op en zette de radio aan. Het staartje van het nieuws op L1 meldde dat de waterstand in de Maas naar verwachting morgenmiddag zijn hoogste peil zou bereiken. De veerponten van Steyl en Kessel zijn intussen uit de vaart gehaald, voegde de nieuwslezer eraan toe. De veerman schrok: “En nu? Ik moet nog naar huis. Lopend via Venlo naar Beesel? In dit weer? Hoe gaan we dit oplossen?”
“Weet ik niet”, antwoordde Jeanne, “Mijn auto is voor de APK in de garage. En mijn e-bike leen ik zeker niet uit aan een wildvreemde. Hooguit kun je op de oude matras liggen in de kelder, meer kan ik je niet bieden.” “Goed”, zei hij, “als dat de enige oplossing is, dan doen we dat maar. “Maar ik ga er geen schone lakens op leggen, er ligt nog een oude slaapzak die je kunt gebruiken”, voegde Jeanne eraan toe.
En zo gebeurde het dat de veerman in een donkere kelder in Helden- Dorp onderdeks ging.
Zogezegd, zo gedaan. Begin november liep een man door de motregen vanuit Kessel naar Helden. Hij kon van geluk spreken dat hij nog de Maas over kon want het water stond 16 meter boven NAP. Toen hij aanbelde, liet Jeanne hem door het tuinpoortje binnen. Hark, schoffel en kruiwagen wachtten ongeduldig op het moment dat hij aan de slag ging. Meteen viel zijn oog op de boom waarvan de bladeren een geelbruin tapijt over het gras gelegd hadden. Een geweldenaar rechts in de hoek. “Die daar”, zei Jeanne, “dat is een ginkgo biloba. Symbolisch vanwege de twee delen die in een blad samenkomen. Hij brengt geluk, zegt men. In Japan is het gebruikelijk om hem bij een huwelijk cadeau te geven. Ik heb hem van mijn man gekregen toen we trouwden. Nadat hij overleden was, had ik het idee dat de boom ook zou sneuvelen maar hij blijft het goed doen. Maar kom, werkstraf is werkstraf, niet lullen maar poetsen.”
Tegen ’n uur of zes zag de tuin er pico bello uit. Jeanne bood haar tuinman een stoel aan. “Ik hoop dat je je lesje geleerd hebt. Ik heb me zeker twee maanden beroerd gevoeld door dat voorval.” “Het spijt me”, zei de veerman, “en nogmaals, ik heb dat ook al bij de rechter verklaard, mijn vrouw was de dag tevoren vertrokken. Definitief. Met mijn twee kindjes. Ergens moest ik mijn agressie kwijt. En jij was het slachtoffer. Ik had het niet moeten doen. Hier is trouwens de €1,60 die ik heb verdiend door zonder auto de Maas over te steken.” Daarna was er enkel nog de eentonige tik van de hangklok. Twee zwijgende mensen tegenover elkaar met ieder hun eigen gedachten. Af en toe vonden hun ogen elkaar.
De veerman keek niet al te vrolijk. Ze was de vriendelijkheid van het personeel gewend maar dit figuur had daar weinig van. “Eens even kijken, de auto is €2,40 en de fiets achterop is €1,25, dat maakt €3,65.” Jeanne keek hem glazig aan. “Wat krijgen we nu? Ik ben toch met de auto, de fiets is dan toch gratis.”
De veerman keek demonstratief op zijn horloge. “Mevrouwtje”, zei hij meewarig, “het is momenteel 10 minuten voor 9 uur. Wij hebben onlangs de regeling van de NS overgenomen. Als je daar binnen de spitsuren reist met een fiets, moet je ook een kaartje kopen voor je fiets. Dan ga je ook niet door de trein fietsen. Vandaar de €3,65.” Jeanne liep rood aan. “Veerman, je houdt me voor de gek. Ik geef je €2,40 en geen eurocent meer. D’r zit verdorie niemand op die fiets. Als je mijn dag wilt bederven, dan is dat nu al gelukt. Ik zet ‘m gelijk in z’n achteruit. Wat een afzetterij.”
VAKANTIEVERHAAL HERMAN BORS
Het was burendag in Helden. Jeanne had geen buren. Dat is de dramatiek als je tussen twee onbewoonbaar verklaarde huizen woont. Helden was op bepaalde plekken aan een opknapbeurt toe. Dan maar de grens over, dat zijn immers ook buren. En het was tenslotte mooi fietsweer. Jeanne had twee jaar geleden haar man verloren maar had zich moedig door die moeilijke tijd heen geslagen. Zelfs de fietsendrager kreeg ze op eigen kracht op de trekhaak. En nu, voor een rondje Brüggen op ’t Duitse, had ze haar trouwe Gazelle achterop gezet.