Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

De andere delen van Ós Aje Kasteleins terug lezen? Dat kan! Klik hier


Ós Aje Kasteleins
Madera bar Ne en Mie

Nog niet eens zo heel erg lang geleden lagen er verspreid over de gemeente Beesel tientallen cafés. Daar zijn er inmiddels niet zo veel meer van over. Maar de herkomst, geschiedenis en bijzondere verhalen van de deze kroegen blijven gelukkig nog wel even voortbestaan. In de serie genaamd ‘Os Aje Kasteleins’ blikt Puik terug met voormalige kroegeigenaren en kasteleins van roemruchte horecagelegenheden. In deel 27 komen Né en Mie Peeters aan het woord. Zij runden van 1970 tot en met 1978 de Madera Bar aan de Reuverse Rijksweg.

In deel 25 van Os Aje Kasteleins sprak Puik met Mia Schoolmeesters. Zij had samen met haar man onder andere café Pierke en daardoor raakte haar broer Ne ook wel geïnteresseerd om een eigen café te beginnen: “Heel eerlijk; we zagen dat het in die tijd echt een goudmijn was. Dus ik had wel eens tegen mijn zus laten vallen dat het mij ook wel wat leek.”

Horeca-papieren eerst nog een probleem

Toen ze in 1970 de kans kregen om een zaak over te nemen, was de keuze dan ook snel gemaakt. Kessel word achtergelaten en Ne, Mie en hun drie dochters togen naar oppe Ruiver waar ze aan de Rijksweg de Madera Bar starten. Ne: “Ik had op dat moment nog geen horeca-papieren maar volgens de gemeente zou dat snel in orde gemaakt worden. Bij de opening had ik ze echter nog steeds niet en kwam er direct controle. Toen hebben we maar gezegd dat we papieren van mijn zus hadden voor wie we even invielen omdat ze zogenaamd op vakantie was. Ook iemand van de brouwerij kwam langs en was het niet eens met het feit dat ik de horeca-papieren nog niet had. Ik zei: daar zijn we druk mee bezig. Toen hij een maand later nog een keer kwam, de boeken bekeek en de omzetten zag, was het ontbreken van de papieren in een keer geen probleem meer.” Een jaartje later haalt Ne zijn diploma’s en heeft hij de felbegeerde papieren eindelijk in zijn bezit.

Als niet-Ruiverse voelde het gezin zich meer dan welkom in het dorp. Mie: “Stamgasten waren ook heel beschermend naar ons.” Dochter Karin, ook bij het gesprek aanwezig, ervaarde het ook zo: “Er waren een paar kinderen met wie ik niet mocht spelen van hun ouders omdat wij een café hadden. Maar voor het merendeel was dat juist reuze interessant. Mede hierdoor maakte ik ontzettend snel nieuwe vrienden.”


Klik hier om je gratis in te  schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

"Stamgasten waren ook heel beschermend naar ons."

PUIK VERHAAL

Druk mede dankzij de Monopool

Tegenover de Madera-bar lag de Monopool, een grote, voor die tijd zeer moderne dancing. Ne: “Die hadden vaak bekende namen zoals BZN, George Baker of Bolland & Bolland op het programma staan. Dan zat het bij ons om zes uur al bomvol; mensen van de entourage die opgebouwd hadden en bezoekers die er nog niet naar binnen konden. Ik zei altijd; als het daar regent, druppelt het bij ons.” Mie vult aan: “De Monopool trok bezoekers van heinde en ver, ook veel Duitsers, en die brachten tevens graag een bezoek aan de Madera-Bar. Daar hebben we veel stamgasten aan over gehouden.”

Madera-boys en Madera-hok
De Madera bar heeft naast een grote groep vaste gasten ook het café voetbalteam de Madera-boys. Mie: “Die kwamen altijd voor en na de wedstrijd. Ze hadden bij ons ook een eigen ‘hok’ waar ze zich konden omkleden en zelfs douchen. Dat hok moest ik dan eerst poetsen voordat wij als gezin ons er zelf weer konden douchen. Ik waste ook de kleren voor hun. Als ze een echt groot toernooi hadden, werd het afsluitende feest bij de Kaupman gehouden; dan waren wij te klein.” De Madera-boys vierden hun tienjarige bestaan uiteraard wel bij hun eigen café. “Een hele happening was dat; het feest duurde van vrijdag tot en met zondag en er was op onze parkeerplaats een grote tent aangebouwd.”

Achter de bar verstoppen
De Madera-bar was zes dagen in de week geopend. Alleen op maandag was het dicht; dan werd er gepoetst. Doordeweeks ging het café om vijf uur open, in het weekend om tien uur ’s ochtends. “We bleven open tot een uur ‘s nachts. Als we langer open wilden blijven, konden we daar een ontheffing voor aanvragen. Die ontheffing werd dan op de deur of het raam geplakt. Maar als we geen ontheffing hadden en er kwam toch een controle, deden we gauw de muziek en de lampen uit en gingen alle aanwezige gasten achter de bar liggen.” Ook de woensdagavond was erg druk bij de Madera-bar. “Wurskes-avond noemden we dat. Dan zaten er veel vrijgezellen en jonge stellen die kwamen om te dansen.

Ketel voor het gezin leeg gegeten

De Madera Bar is een klein café met twee afzonderlijke bars. Mie: “Onze keuken zat recht achter het café, slechts gescheiden door één deur. Daar maakte ik onder andere onze befaamde gehaktballen, die als warme broodjes over de toonbank gingen. Op zaterdag braadde ik meestal het vlees alvast voor ons gezin zodat we op de drukke zondag gauw tussendoor konden eten. Toen ik op een zondag aan Ne vroeg of hij de ketel even wou pakken, vond hij die al opvallend licht. Toen ik de deksel optilde, zat er niks meer in. Alles stiekem opgegeten of meegenomen door spelers van de Madera-boys.”  

Ne: “Op zondag zaten de Kaupman en zijn vrouw bij ons, op maandag gingen wij naar hun. ‘En, wat hebben jullie gisteren gegeten?’, vroegen ze een keer schaterlachend. Die hadden het verhaal natuurlijk al gehoord. Een van de Madera-boys werkte in Duitsland in de bouw. Toen hij zijn botterhammentrommel openmaakte en een collega bemerkte dat daar een groot stuk karbonade op lag, vroeg hij: ‘Was ist dass denn? Tsja, antwoordde hij, “meine frau liebt mich sehr viel”. Ach, wij konden goed tegen dat soort geintjes.”

Goedkope Johnny Walker
Ondanks dat Ne en Mie inmiddels op een respectabele leeftijd zijn, herinneren ze zich nog moeiteloos allerlei voorvallen uit de tijd van de Madera Bar. Ne: “Er kwam regelmatig een man met twee opgedirkte dames aan de bar zitten. Die dames dronken whisky maar wilden eigenlijk alleen Johnny Walker. Oké, ik een fles Johnny Walker gekocht. Maar toen die eenmaal op was, heb ik die bijgevuld met goedkope whisky. De eerstvolgende keer dat de dames aan de bar zaten en de nep Johnny Walker dronken, verklaarden ze dat ze nog nooit zo’n lekkere whisky hadden gehad.

Gestolen glaasjes netjes teruggevorderd

Of die keer dat er een groepje jonge dames kwamen en jeneverglaasjes mee jatten. Ne: “Toen ze later die avond nog eens terugkwamen, heb ik ze aangesproken. Dames, ik ben niet boos en jullie mogen hier rustig nog wat drinken… maar ik heb wel graag dat jullie de jeneverglaasjes teruggeven. Schoorvoetend werden de tasjes opengemaakt en een voor een kwamen de glaasjes tevoorschijn. Op één meisje na, wiens ouders nota bene een eigen café in Beesel hadden. Die ontkende dat ze een glaasje gestolen had. Dat vonden we later terug op het toilet. Die schaamde zich waarschijnlijk te erg.”

In 1978 besluiten Ne en Mie te stoppen met de Madera Bar. Ze hebben dan al drie jaar een woning aan de Industriestraat die ze verhuren. Mie: “Eigenlijk wilden we daar zelf graag gaan wonen. En het speelde natuurlijk ook mee dat, met name door de autoloze zondag, de omzetten wel hard achteruit gegaan waren. De echte gloriejaren waren voorbij.” De Madera Bar wordt verkocht en vervolgens nog door diverse anderen uitgebaar. Ne gaat aan de slag bij Océ waar hij zich in de loop der jaren opwerkt en tot aan zijn pensioen blijft werken.


De andere delen van Ós Aje Kasteleins terug lezen? Dat kan! Klik hier

Druk mede dankzij de Monopool

Tegenover de Madera-bar lag de Monopool, een grote, voor die tijd zeer moderne dancing. Ne: “Die hadden vaak bekende namen zoals BZN, George Baker of Bolland & Bolland op het programma staan. Dan zat het bij ons om zes uur al bomvol; mensen van de entourage die opgebouwd hadden en bezoekers die er nog niet naar binnen konden. Ik zei altijd; als het daar regent, druppelt het bij ons.” Mie vult aan: “De Monopool trok bezoekers van heinde en ver, ook veel Duitsers, en die brachten tevens graag een bezoek aan de Madera-Bar. Daar hebben we veel stamgasten aan over gehouden.”

PUIK VERHAAL

PUIK VERHAAL


Ós Aje Kasteleins
Madera bar Ne en Mie

Nog niet eens zo heel erg lang geleden lagen er verspreid over de gemeente Beesel tientallen cafés. Daar zijn er inmiddels niet zo veel meer van over. Maar de herkomst, geschiedenis en bijzondere verhalen van de deze kroegen blijven gelukkig nog wel even voortbestaan. In de serie genaamd ‘Os Aje Kasteleins’ blikt Puik terug met voormalige kroegeigenaren en kasteleins van roemruchte horecagelegenheden. In deel 27 komen Né en Mie Peeters aan het woord. Zij runden van 1970 tot en met 1978 de Madera Bar aan de Reuverse Rijksweg.

In deel 25 van Os Aje Kasteleins sprak Puik met Mia Schoolmeesters. Zij had samen met haar man onder andere café Pierke en daardoor raakte haar broer Ne ook wel geïnteresseerd om een eigen café te beginnen: “Heel eerlijk; we zagen dat het in die tijd echt een goudmijn was. Dus ik had wel eens tegen mijn zus laten vallen dat het mij ook wel wat leek.”

Horeca-papieren eerst nog een probleem

Toen ze in 1970 de kans kregen om een zaak over te nemen, was de keuze dan ook snel gemaakt. Kessel word achtergelaten en Ne, Mie en hun drie dochters togen naar oppe Ruiver waar ze aan de Rijksweg de Madera Bar starten. Ne: “Ik had op dat moment nog geen horeca-papieren maar volgens de gemeente zou dat snel in orde gemaakt worden. Bij de opening had ik ze echter nog steeds niet en kwam er direct controle. Toen hebben we maar gezegd dat we papieren van mijn zus hadden voor wie we even invielen omdat ze zogenaamd op vakantie was. Ook iemand van de brouwerij kwam langs en was het niet eens met het feit dat ik de horeca-papieren nog niet had. Ik zei: daar zijn we druk mee bezig. Toen hij een maand later nog een keer kwam, de boeken bekeek en de omzetten zag, was het ontbreken van de papieren in een keer geen probleem meer.” Een jaartje later haalt Ne zijn diploma’s en heeft hij de felbegeerde papieren eindelijk in zijn bezit.

Als niet-Ruiverse voelde het gezin zich meer dan welkom in het dorp. Mie: “Stamgasten waren ook heel beschermend naar ons.” Dochter Karin, ook bij het gesprek aanwezig, ervaarde het ook zo: “Er waren een paar kinderen met wie ik niet mocht spelen van hun ouders omdat wij een café hadden. Maar voor het merendeel was dat juist reuze interessant. Mede hierdoor maakte ik ontzettend snel nieuwe vrienden.”


Madera-boys en Madera-hok
De Madera bar heeft naast een grote groep vaste gasten ook het café voetbalteam de Madera-boys. Mie: “Die kwamen altijd voor en na de wedstrijd. Ze hadden bij ons ook een eigen ‘hok’ waar ze zich konden omkleden en zelfs douchen. Dat hok moest ik dan eerst poetsen voordat wij als gezin ons er zelf weer konden douchen. Ik waste ook de kleren voor hun. Als ze een echt groot toernooi hadden, werd het afsluitende feest bij de Kaupman gehouden; dan waren wij te klein.” De Madera-boys vierden hun tienjarige bestaan uiteraard wel bij hun eigen café. “Een hele happening was dat; het feest duurde van vrijdag tot en met zondag en er was op onze parkeerplaats een grote tent aangebouwd.”

Klik hier om je gratis in te  schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

Achter de bar verstoppen
De Madera-bar was zes dagen in de week geopend. Alleen op maandag was het dicht; dan werd er gepoetst. Doordeweeks ging het café om vijf uur open, in het weekend om tien uur ’s ochtends. “We bleven open tot een uur ‘s nachts. Als we langer open wilden blijven, konden we daar een ontheffing voor aanvragen. Die ontheffing werd dan op de deur of het raam geplakt. Maar als we geen ontheffing hadden en er kwam toch een controle, deden we gauw de muziek en de lampen uit en gingen alle aanwezige gasten achter de bar liggen.” Ook de woensdagavond was erg druk bij de Madera-bar. “Wurskes-avond noemden we dat. Dan zaten er veel vrijgezellen en jonge stellen die kwamen om te dansen.

"Stamgasten waren ook heel beschermend naar ons."

Ketel voor het gezin leeg gegeten

De Madera Bar is een klein café met twee afzonderlijke bars. Mie: “Onze keuken zat recht achter het café, slechts gescheiden door één deur. Daar maakte ik onder andere onze befaamde gehaktballen, die als warme broodjes over de toonbank gingen. Op zaterdag braadde ik meestal het vlees alvast voor ons gezin zodat we op de drukke zondag gauw tussendoor konden eten. Toen ik op een zondag aan Ne vroeg of hij de ketel even wou pakken, vond hij die al opvallend licht. Toen ik de deksel optilde, zat er niks meer in. Alles stiekem opgegeten of meegenomen door spelers van de Madera-boys.”  

Ne: “Op zondag zaten de Kaupman en zijn vrouw bij ons, op maandag gingen wij naar hun. ‘En, wat hebben jullie gisteren gegeten?’, vroegen ze een keer schaterlachend. Die hadden het verhaal natuurlijk al gehoord. Een van de Madera-boys werkte in Duitsland in de bouw. Toen hij zijn botterhammentrommel openmaakte en een collega bemerkte dat daar een groot stuk karbonade op lag, vroeg hij: ‘Was ist dass denn? Tsja, antwoordde hij, “meine frau liebt mich sehr viel”. Ach, wij konden goed tegen dat soort geintjes.”

Goedkope Johnny Walker
Ondanks dat Ne en Mie inmiddels op een respectabele leeftijd zijn, herinneren ze zich nog moeiteloos allerlei voorvallen uit de tijd van de Madera Bar. Ne: “Er kwam regelmatig een man met twee opgedirkte dames aan de bar zitten. Die dames dronken whisky maar wilden eigenlijk alleen Johnny Walker. Oké, ik een fles Johnny Walker gekocht. Maar toen die eenmaal op was, heb ik die bijgevuld met goedkope whisky. De eerstvolgende keer dat de dames aan de bar zaten en de nep Johnny Walker dronken, verklaarden ze dat ze nog nooit zo’n lekkere whisky hadden gehad.

Gestolen glaasjes netjes teruggevorderd

Of die keer dat er een groepje jonge dames kwamen en jeneverglaasjes mee jatten. Ne: “Toen ze later die avond nog eens terugkwamen, heb ik ze aangesproken. Dames, ik ben niet boos en jullie mogen hier rustig nog wat drinken… maar ik heb wel graag dat jullie de jeneverglaasjes teruggeven. Schoorvoetend werden de tasjes opengemaakt en een voor een kwamen de glaasjes tevoorschijn. Op één meisje na, wiens ouders nota bene een eigen café in Beesel hadden. Die ontkende dat ze een glaasje gestolen had. Dat vonden we later terug op het toilet. Die schaamde zich waarschijnlijk te erg.”

In 1978 besluiten Ne en Mie te stoppen met de Madera Bar. Ze hebben dan al drie jaar een woning aan de Industriestraat die ze verhuren. Mie: “Eigenlijk wilden we daar zelf graag gaan wonen. En het speelde natuurlijk ook mee dat, met name door de autoloze zondag, de omzetten wel hard achteruit gegaan waren. De echte gloriejaren waren voorbij.” De Madera Bar wordt verkocht en vervolgens nog door diverse anderen uitgebaar. Ne gaat aan de slag bij Océ waar hij zich in de loop der jaren opwerkt en tot aan zijn pensioen blijft werken.