Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.
DAG VAN DE LERAAR

Dinsdag 5 oktober was weer de jaarlijkse “dag van de leraar”. Een bijzondere dag, ook omdat ik weinig andere dagen ken waarbij de dag gewijd wordt aan een specifiek beroep. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit gehoord van “dag van de tandarts”, “dag van de automonteur” of “dag van de boomchirurg” (overigens wel van “Melba-toastjesdag”,”stel je voor dat huisdieren duimen hebben-dag” en “CAPS-LOCK-dag”, maar dat is misschien voer voor een andere column). Waarom dan wel “dag van de leraar”?


Een beetje googelen, we zitten tenslotte toch nog in de Ruiverpedia-modus, leert ons dat dit internationaal door eenentwintig landen op 5 oktober gevierd wordt en door nog eens elf landen op 28 februari. Het idee achter deze dag is dat de waardering van leerkrachten wordt benadrukt en er aandacht is voor het onderwijs als belangrijke factor in de maatschappij. Aldus Wikipedia. Diezelfde Wikipedia geeft overigens aan dat scholen tegenwoordig zelfs theater en workshops aanbieden en dat zowel ouders als scholen vaker presentjes geven. Voor mij hoeft dat allemaal niet zo, en ik zal uitleggen waarom.




Één vraag die in al die jaren van mijn opleiding is gesteld, zal ik nooit vergeten: ”ben je natuurkundeleraar, of leraar natuurkunde?” Daar waar ik vroeger het idee had dat mijn vak natuurkunde voorop moest staan, heb ik in de loop der jaren een andere visie gekregen op mijn rol binnen het onderwijs, namelijk dat het docentschap voorop staat. Het voorbereiden van jeugd op het leven en de maatschappelijke rol die ook zij ooit zullen gaan vervullen. En bovenal een plek waar ze naartoe kunnen als het tegenzit, waar ze zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn. Het is fantastisch om een rol van betekenis te kunnen spelen voor al die kinderen. In mijn ogen is leraar zijn het mooiste beroep wat er is. Ik ga vaak, op die vergaderingen na, met plezier naar mijn werk. En blijkbaar doe ik ook iets goed, aangezien leerlingen over het algemeen met plezier naar mijn lessen komen. Dit doen ze soms zelfs in tussenuren, iets wat Tom Cremers zich vorig jaar in zijn column over de dag van de leraar niet kon voorstellen.

In die tijd was ik in de afrondende fase van mijn studie. Tot dat moment ging alles me makkelijk af en doordat ik nog aan topsport deed, waarbij ik 4 avonden trainde en in het weekend nog wedstrijden  had door het hele land, koos ik ervoor het laatste jaren te spreiden over twee jaar. Ik kreeg echter best wat uren aangeboden in de eerste jaren waar ik geen nee tegen heb gezegd, waardoor de studie me uiteindelijk toch 7 jaar heeft gekost. (Later heb ik mijn Master overigens wel binnen de nominale tijd afgerond, toen ik mijn prioriteiten iets anders had liggen).

Voor mij hoeft dat dan ook niet zo, een dag van de leraar, tenzij dat het lerarentekort op zou lossen, maar het lijkt me niet dat er mensen zijn die vanwege die ene dag opeens een carrièreswitch maken. Ik ga veel liever gewoon lesgeven, gesprekken voeren met leerlingen, in plaats van vergaderen, workshops en theater. Ik hoef geen presentjes van ouders of schoolleiding. Laat mij maar gewoon mijn ding doen. Die momentjes waarop een ouder of leerling oprecht bedankt zegt, zijn voor mij voldoende waardering. Dát en betere koffie op het werk krijgen.

Dus ouders en schoolleiding: spreek af en toe een oprecht bedankt uit, dat is meer dan voldoende. De dag van de leraar zal ik dit jaar gewoon meedoen, met vergaderingen en al, maar ik kijk daarna ook snel weer uit naar de volgende speciale dag. Zaterdag 8 oktober: zombiedag.

Het is fantastisch om een rol van betekenis te kunnen spelen voor al die kinderen.
PUIK VERHAAL

Op aanraden van mijn ouders ben ik een halfjaar later gestart met de opleiding docent natuurkunde, op de HAN in Nijmegen. Dit was een bewuste keuze, om in ieder geval veel stage te lopen en het beroep ook echt mee te maken. Vanaf de eerste stagedag vond ik het geweldig. Het werken met kinderen en ze natuurkunde bijbrengen vond ik fantastisch. Ik heb vanaf dat moment nooit spijt gehad van mijn keuze. Na een stage in Nijmegen, ben ik in mijn tweede jaar stage gaan lopen op het Blariacumcollege te Blerick. Vanaf dat moment ben ik binnen diezelfde stichting gebleven en heb ik na een stage op Den Hulster, mijn eindstage mogen lopen op het Valuascollege. Dit beviel van beide kanten zo goed, dat ik daar uiteindelijk ook in dienst ben gekomen en ondertussen al zo’n 12 jaar werk.

In 2006, ondertussen een eeuwigheid geleden, heb ik mijn eindexamen op atheneum gedaan op BC Broekhin Roermond. Ik was een typische puber; vooral niet meer doen dan nodig en alles buiten school was interessanter. Geen haar op mijn hoofd die op dat moment eraan dacht om leraar te worden. (Het ironische hiervan is dat ik leerlingen tegenwoordig moet zeggen dat ze goed moeten plannen, op tijd moeten beginnen en hard hun best moeten doen).

Na mijn eindexamen ben ik een jaar naar de TU/e gegaan waar ik werktuigbouwkunde ben gaan doen. Hier kwam ik mezelf al na een half jaar tegen. Deels lag dit aan het stellen van de verkeerde prioriteiten, maar vooral de hele dag bezig zijn met alleen maar abstracte wiskunde, achter computers en in de boeken, was niet voor mij. Mijn ouders, die me beter kennen dan wie ook, hebben me altijd gezegd dat ik iets met mensen moest doen en ik heb ze vanaf dat moment gelijk moeten geven.

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

PUIK VERHAAL

Het is fantastisch om een rol van betekenis te kunnen spelen voor al die kinderen.

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

Dinsdag 5 oktober was weer de jaarlijkse “dag van de leraar”. Een bijzondere dag, ook omdat ik weinig andere dagen ken waarbij de dag gewijd wordt aan een specifiek beroep. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit gehoord van “dag van de tandarts”, “dag van de automonteur” of “dag van de boomchirurg” (overigens wel van “Melba-toastjesdag”,”stel je voor dat huisdieren duimen hebben-dag” en “CAPS-LOCK-dag”, maar dat is misschien voer voor een andere column). Waarom dan wel “dag van de leraar”?


Een beetje googelen, we zitten tenslotte toch nog in de Ruiverpedia-modus, leert ons dat dit internationaal door eenentwintig landen op 5 oktober gevierd wordt en door nog eens elf landen op 28 februari. Het idee achter deze dag is dat de waardering van leerkrachten wordt benadrukt en er aandacht is voor het onderwijs als belangrijke factor in de maatschappij. Aldus Wikipedia. Diezelfde Wikipedia geeft overigens aan dat scholen tegenwoordig zelfs theater en workshops aanbieden en dat zowel ouders als scholen vaker presentjes geven. Voor mij hoeft dat allemaal niet zo, en ik zal uitleggen waarom.



DAG VAN DE LERAAR

In 2006, ondertussen een eeuwigheid geleden, heb ik mijn eindexamen op atheneum gedaan op BC Broekhin Roermond. Ik was een typische puber; vooral niet meer doen dan nodig en alles buiten school was interessanter. Geen haar op mijn hoofd die op dat moment eraan dacht om leraar te worden. (Het ironische hiervan is dat ik leerlingen tegenwoordig moet zeggen dat ze goed moeten plannen, op tijd moeten beginnen en hard hun best moeten doen).

Na mijn eindexamen ben ik een jaar naar de TU/e gegaan waar ik werktuigbouwkunde ben gaan doen. Hier kwam ik mezelf al na een half jaar tegen. Deels lag dit aan het stellen van de verkeerde prioriteiten, maar vooral de hele dag bezig zijn met alleen maar abstracte wiskunde, achter computers en in de boeken, was niet voor mij. Mijn ouders, die me beter kennen dan wie ook, hebben me altijd gezegd dat ik iets met mensen moest doen en ik heb ze vanaf dat moment gelijk moeten geven.

Op aanraden van mijn ouders ben ik een halfjaar later gestart met de opleiding docent natuurkunde, op de HAN in Nijmegen. Dit was een bewuste keuze, om in ieder geval veel stage te lopen en het beroep ook echt mee te maken. Vanaf de eerste stagedag vond ik het geweldig. Het werken met kinderen en ze natuurkunde bijbrengen vond ik fantastisch. Ik heb vanaf dat moment nooit spijt gehad van mijn keuze. Na een stage in Nijmegen, ben ik in mijn tweede jaar stage gaan lopen op het Blariacumcollege te Blerick. Vanaf dat moment ben ik binnen diezelfde stichting gebleven en heb ik na een stage op Den Hulster, mijn eindstage mogen lopen op het Valuascollege. Dit beviel van beide kanten zo goed, dat ik daar uiteindelijk ook in dienst ben gekomen en ondertussen al zo’n 12 jaar werk.

In die tijd was ik in de afrondende fase van mijn studie. Tot dat moment ging alles me makkelijk af en doordat ik nog aan topsport deed, waarbij ik 4 avonden trainde en in het weekend nog wedstrijden  had door het hele land, koos ik ervoor het laatste jaren te spreiden over twee jaar. Ik kreeg echter best wat uren aangeboden in de eerste jaren waar ik geen nee tegen heb gezegd, waardoor de studie me uiteindelijk toch 7 jaar heeft gekost. (Later heb ik mijn Master overigens wel binnen de nominale tijd afgerond, toen ik mijn prioriteiten iets anders had liggen).


Één vraag die in al die jaren van mijn opleiding is gesteld, zal ik nooit vergeten: ”ben je natuurkundeleraar, of leraar natuurkunde?” Daar waar ik vroeger het idee had dat mijn vak natuurkunde voorop moest staan, heb ik in de loop der jaren een andere visie gekregen op mijn rol binnen het onderwijs, namelijk dat het docentschap voorop staat. Het voorbereiden van jeugd op het leven en de maatschappelijke rol die ook zij ooit zullen gaan vervullen. En bovenal een plek waar ze naartoe kunnen als het tegenzit, waar ze zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn. Het is fantastisch om een rol van betekenis te kunnen spelen voor al die kinderen. In mijn ogen is leraar zijn het mooiste beroep wat er is. Ik ga vaak, op die vergaderingen na, met plezier naar mijn werk. En blijkbaar doe ik ook iets goed, aangezien leerlingen over het algemeen met plezier naar mijn lessen komen. Dit doen ze soms zelfs in tussenuren, iets wat Tom Cremers zich vorig jaar in zijn column over de dag van de leraar niet kon voorstellen.

Voor mij hoeft dat dan ook niet zo, een dag van de leraar, tenzij dat het lerarentekort op zou lossen, maar het lijkt me niet dat er mensen zijn die vanwege die ene dag opeens een carrièreswitch maken. Ik ga veel liever gewoon lesgeven, gesprekken voeren met leerlingen, in plaats van vergaderen, workshops en theater. Ik hoef geen presentjes van ouders of schoolleiding. Laat mij maar gewoon mijn ding doen. Die momentjes waarop een ouder of leerling oprecht bedankt zegt, zijn voor mij voldoende waardering. Dát en betere koffie op het werk krijgen.

Dus ouders en schoolleiding: spreek af en toe een oprecht bedankt uit, dat is meer dan voldoende. De dag van de leraar zal ik dit jaar gewoon meedoen, met vergaderingen en al, maar ik kijk daarna ook snel weer uit naar de volgende speciale dag. Zaterdag 8 oktober: zombiedag.