



Deel deze pagina:

Als een trouwe hond strompel ik achter haar aan. Totdat het echt teveel wordt. ‘Sjat, ich gaon effe zitte.’ Ik vind godzijdank nog een plekje op een bank die verder ook met enkel mannen gevuld is. Sterker nog, op al die stoeltjes, bankjes of muurtjes zitten alleen maar mannen. Mannen met lege blikken. Alsof alle Dementors van Azkaban zijn afgereisd naar Oberhausen om alle mannenzielen te consumeren. Dat is ook precies de kern. Het is niet leuk om daar te zijn, maar als collectief weten we dat we hiermee krediet opbouwen. En we hebben elkaar. Er zijn ook andere mannen die achter hun vriendin aanlopen in de Douglas of Zara. We zijn elkaars broeders in de strijd. Zoals buschauffeurs of rij-instructeurs elkaar begroeten, knikken wij mannen naar elkaar in winkels waar prikkel na prikkel volgt. Als de hel mij een Currywurst met veel meer saus dan worst voorschotelt, ben ik alsnog tevreden. En als ik rechts van mij kijk naar mijn meisje dat verrukt is omdat ze weer honderden euro’s heeft uitgegeven aan kleren en andere prullaria, dan ben ik ook tevreden. Zij blij, ik blij. Happy wife, happy life.
In 2024 gingen we op een zaterdag, de week voor kerst. Dat ik ooit gestopt ben met bepaalde studies of andere keuzes die ik tijdens het bewandelen van mijn carrièrepad heb gemaakt: onverstandig en niet slim. Maar dit. Dit is waarschijnlijk de domste beslissing die ik ooit gemaakt heb. Meer dan dat was het een uiting van liefde. Want uiteraard is er ook een grote ‘gezellige’ kerstmarkt te vinden rondom het winkelcentrum. Om de beslissing van een nog hoger dom-blondjes gehalte te voorzien, vertrokken we ook pas aan het begin van de middag. Dit leidde ertoe dat we meer dan een uur zochten naar een parkeerplek. Toen we die eindelijk gevonden hadden, was de moed allang in mijn schoenen gezonken. Dit was een enkeltje naar de hel en ik stond nu oog in oog met de poorten ervan. Eerst besluiten we over de kerstmarkt te struinen, want dat is een partijtje leuk hè. Magische lichtjes en versieringen, mooi gedecoreerde kraampjes en natuurlijk Glühwein of warme chocomel met slagroom, want dat is lekker hè. Zo in de kou lekker opwarmen met een warme drank in je mondje. Dat is toch het leukste wat er is? Lekker samen sneeuwvlokjes uitblazen in de kou en giechelen omdat je je gehemelte verbrandt aan de chocomel. Hoera en live, laugh, love!
Dat is het beeld wat wordt geschetst door mijn - nogmaals - geweldige vriendin. Niets is echter minder waar. Het is over de koppen lopen. Elk kraampje huisvest dezelfde domme troep-ornamenten of kerstmutsen. Het is niet authentiek of gezellig, het is verschrikkelijk. Jengelende kinderen, volwassen mensen met foute kersttruien en constante opstoppingen zijn de realiteit waarmee ik moet dealen. Gelukkig is er nog net genoeg zuurstof om af en toe een hap adem te nemen, maar daar is alles mee gezegd. Als het winkelcentrum de hel is, dan is deze vervloekte kerstmarkt waarschijnlijk het voorportaal.
‘Binnen zal het wel rustiger zijn’, wordt me nog toegedicht. Met de ziel onder mijn arm - of wat daar nog van over is - lopen we naar binnen. Winkel in, winkel uit. Verstand op nul, masker op en doen alsof het leuk is. Want dit is haar dag. Zij haalt wél geluk uit vijf mensen per vierkante meter en een uur in de wachtrij staan voor iedere kassa.
Ik dwaal af. Die andere 10% die in mijn kast ligt, is fysiek gekocht. Is dat omdat ik dat zelf zo graag wil? Neen. Is dat omdat ik één of maximaal twee keer per jaar ‘ja’ zeg op de vraag of ik mee wil gaan shoppen? Ja. Ook ik, Sjoerd Jacobus Johannes Crins, zwicht soms als weldoener. Als iemand die de ziel van zijn vriendin wil vullen met geluk. Als iemand die weet dat hij soms dingen moet doen die niet leuk zijn, maar waar je later dankbaar voor bent.
In ons geval rijden we meestal naar Oberhausen, waar Westfield CentrO ligt. Dit is een enorm winkelcentrum waar je zo’n 250 winkels vindt. Want ‘es veer ‘t doon, dan doon ‘v’r ‘t good’. 250 winkels dus, én 56 restaurants. Die man met zijn dromen wordt namelijk ook gewoon blij van Deutsche Currywurst en andere culinaire hoogstandjes. Het hapje eten daar in Oberhausen houdt mij op de been op een dag die verder van kwaad tot erger gaat.
Dat hele hebben en houden bestaat ook uit de kleren die in mijn kast hangen. Voor 90% is die kast gevuld met t-shirts, broeken en sokken - en ja, ik draag ook onderbroeken, maar vond drie kledingstukken meer dan genoeg voor een opsomming - die ik online verkregen heb. ‘Maar wat als het niet past?’ hoor ik u denken. Ja, dan stuur je het gewoon terug, of laat je het zoals ik in de kast verpieteren met de hoop een jaar later afgetraind te zijn en het wél te kunnen dragen. Iets met een man en zijn dromen.
“Happy wife, happy life”. Een spreuk die menig man die zijn leven met een vrouw deelt wel eens ter ore is gekomen. Oftewel, houd je lief tevreden en ook jij en de rest van het gezin blijven gelukkig. Met de woorden die deze column gaat vullen spring ik in de bres voor de ja-knikkende man, maar met gevaar voor eigen leven. Dus bij deze wil ik graag een moment nemen om u als lezer en vooral vriendinlief te laten weten dat ik verzot op haar ben en dat ik met mijn hele hebben en houden van haar hou.

Ik dwaal af. Die andere 10% die in mijn kast ligt, is fysiek gekocht. Is dat omdat ik dat zelf zo graag wil? Neen. Is dat omdat ik één of maximaal twee keer per jaar ‘ja’ zeg op de vraag of ik mee wil gaan shoppen? Ja. Ook ik, Sjoerd Jacobus Johannes Crins, zwicht soms als weldoener. Als iemand die de ziel van zijn vriendin wil vullen met geluk. Als iemand die weet dat hij soms dingen moet doen die niet leuk zijn, maar waar je later dankbaar voor bent.
In ons geval rijden we meestal naar Oberhausen, waar Westfield CentrO ligt. Dit is een enorm winkelcentrum waar je zo’n 250 winkels vindt. Want ‘es veer ‘t doon, dan doon ‘v’r ‘t good’. 250 winkels dus, én 56 restaurants. Die man met zijn dromen wordt namelijk ook gewoon blij van Deutsche Currywurst en andere culinaire hoogstandjes. Het hapje eten daar in Oberhausen houdt mij op de been op een dag die verder van kwaad tot erger gaat.




Deel deze pagina:
In 2024 gingen we op een zaterdag, de week voor kerst. Dat ik ooit gestopt ben met bepaalde studies of andere keuzes die ik tijdens het bewandelen van mijn carrièrepad heb gemaakt: onverstandig en niet slim. Maar dit. Dit is waarschijnlijk de domste beslissing die ik ooit gemaakt heb. Meer dan dat was het een uiting van liefde. Want uiteraard is er ook een grote ‘gezellige’ kerstmarkt te vinden rondom het winkelcentrum. Om de beslissing van een nog hoger dom-blondjes gehalte te voorzien, vertrokken we ook pas aan het begin van de middag. Dit leidde ertoe dat we meer dan een uur zochten naar een parkeerplek. Toen we die eindelijk gevonden hadden, was de moed allang in mijn schoenen gezonken. Dit was een enkeltje naar de hel en ik stond nu oog in oog met de poorten ervan. Eerst besluiten we over de kerstmarkt te struinen, want dat is een partijtje leuk hè. Magische lichtjes en versieringen, mooi gedecoreerde kraampjes en natuurlijk Glühwein of warme chocomel met slagroom, want dat is lekker hè. Zo in de kou lekker opwarmen met een warme drank in je mondje. Dat is toch het leukste wat er is? Lekker samen sneeuwvlokjes uitblazen in de kou en giechelen omdat je je gehemelte verbrandt aan de chocomel. Hoera en live, laugh, love!
Dat is het beeld wat wordt geschetst door mijn - nogmaals - geweldige vriendin. Niets is echter minder waar. Het is over de koppen lopen. Elk kraampje huisvest dezelfde domme troep-ornamenten of kerstmutsen. Het is niet authentiek of gezellig, het is verschrikkelijk. Jengelende kinderen, volwassen mensen met foute kersttruien en constante opstoppingen zijn de realiteit waarmee ik moet dealen. Gelukkig is er nog net genoeg zuurstof om af en toe een hap adem te nemen, maar daar is alles mee gezegd. Als het winkelcentrum de hel is, dan is deze vervloekte kerstmarkt waarschijnlijk het voorportaal.
‘Binnen zal het wel rustiger zijn’, wordt me nog toegedicht. Met de ziel onder mijn arm - of wat daar nog van over is - lopen we naar binnen. Winkel in, winkel uit. Verstand op nul, masker op en doen alsof het leuk is. Want dit is haar dag. Zij haalt wél geluk uit vijf mensen per vierkante meter en een uur in de wachtrij staan voor iedere kassa.
Als een trouwe hond strompel ik achter haar aan. Totdat het echt teveel wordt. ‘Sjat, ich gaon effe zitte.’ Ik vind godzijdank nog een plekje op een bank die verder ook met enkel mannen gevuld is. Sterker nog, op al die stoeltjes, bankjes of muurtjes zitten alleen maar mannen. Mannen met lege blikken. Alsof alle Dementors van Azkaban zijn afgereisd naar Oberhausen om alle mannenzielen te consumeren. Dat is ook precies de kern. Het is niet leuk om daar te zijn, maar als collectief weten we dat we hiermee krediet opbouwen. En we hebben elkaar. Er zijn ook andere mannen die achter hun vriendin aanlopen in de Douglas of Zara. We zijn elkaars broeders in de strijd. Zoals buschauffeurs of rij-instructeurs elkaar begroeten, knikken wij mannen naar elkaar in winkels waar prikkel na prikkel volgt. Als de hel mij een Currywurst met veel meer saus dan worst voorschotelt, ben ik alsnog tevreden. En als ik rechts van mij kijk naar mijn meisje dat verrukt is omdat ze weer honderden euro’s heeft uitgegeven aan kleren en andere prullaria, dan ben ik ook tevreden. Zij blij, ik blij. Happy wife, happy life.

Dat hele hebben en houden bestaat ook uit de kleren die in mijn kast hangen. Voor 90% is die kast gevuld met t-shirts, broeken en sokken - en ja, ik draag ook onderbroeken, maar vond drie kledingstukken meer dan genoeg voor een opsomming - die ik online verkregen heb. ‘Maar wat als het niet past?’ hoor ik u denken. Ja, dan stuur je het gewoon terug, of laat je het zoals ik in de kast verpieteren met de hoop een jaar later afgetraind te zijn en het wél te kunnen dragen. Iets met een man en zijn dromen.
“Happy wife, happy life”. Een spreuk die menig man die zijn leven met een vrouw deelt wel eens ter ore is gekomen. Oftewel, houd je lief tevreden en ook jij en de rest van het gezin blijven gelukkig. Met de woorden die deze column gaat vullen spring ik in de bres voor de ja-knikkende man, maar met gevaar voor eigen leven. Dus bij deze wil ik graag een moment nemen om u als lezer en vooral vriendinlief te laten weten dat ik verzot op haar ben en dat ik met mijn hele hebben en houden van haar hou.
