



Deel deze pagina:

En daarom zit ik, als deelnemend muziek- en tekstschrijver, al vlak na mijn zomervakantie met 26 graden binnen, achter mijn piano melodieën en akkoorden onder elkaar te zetten. Het klinkt op deze manier niet echt als een leuke bezigheid (en ergens is het natuurlijk nooit leuk om deadlines te hebben) maar er begint dan wel weer wat te kriebelen. Want je bent in je hoofd dan al wel bezig met die toffe vastelaovend. Als je dat al vroeg vindt trouwens, dan kun je maar beter niet in Venlo meedoen. Dit jaar heb ik voor het tweede jaar met Emiel Ketellapper samen de muziek geschreven voor een deelnemend nummer en ik kan je zeggen dat die planning nog eerder begint. Daar moeten deelnemers zich in juli al melden. Dan moet de zomer nog beginnen. De afgelopen jaren ben ik overigens meer bezig met muziek schrijven dan met teksten. Dat is ook niet zo gek, want mensen wagen zich vaak sneller aan een tekst dan aan de muziek en dan zoeken ze iemand die voor hen vervolgens de woorden op klanken kan zetten. Ergens is dat natuurlijk wel jammer, want ik schrijf graag tekst en muziek ineen, maar anderzijds heb je voor een tekst inspiratie nodig en ik ben in september nu eenmaal nog niet helemaal geïnspireerd tot het schrijven van een carnavalstekst.
Gek genoeg heb ik niks met die Hollandse meezingers. Ik vind ze zowel qua tekst als qua muziek meestal te vlak. Er is uiteraard niks mis met die muziek in die zin dat anderen best uit volle borst mogen meezingen, maar mij pakt hij niet. Gelukkig kan ik me dus in deze periode van het kermisgedruis afzonderen om thuis vastelaovesliedjes te gaan schrijven. En dan zing ik gewoon heel cynisch: hallo, hallo ‘t is nog pas september!
Toch raad ik iedereen aan om ook eens zelf de muziek te schrijven. Oké, je kunt misschien geen noten lezen, maar als je kunt zingen wat je bedacht hebt, ben je er eigenlijk al. Je hebt misschien nog iemand nodig die jouw melodielijn op papier zet, maar het creatieve proces dat zit er dan eigenlijk al op. En een liedje is natuurlijk ook zo moeilijk als je zelf wil. Uiteindelijk zijn pakkende carnavalsnummers simpel genoeg om lekker in je hoofd te blijven hangen, eigenlijk net zoals die Hollandse meezingers die je met de kermis overal hoort.
Waarom zou je dat willen? Nou, het is geen kwestie van willen, maar een kwestie van moeten. Althans, als je ook dit jaar weer mee wil doen met de Reuverse Liedjesavond, die ergens in oktober plaatsvindt. Maar wat je tijdens die liedjesavond te zien en te horen krijgt, is een product dat al is geschreven, gearrangeerd en gerepeteerd door band en vocalisten. Daar gaat dus heel wat tijd aan vooraf. Zo komt het dat deelnemers zich al vóór 1 september moeten inschrijven.
Ik kan me wel voorstellen dat dit wat vraagtekens oproept. De vastelaovend? (ja, die!) Die is toch pas in het voorjaar? (dat klopt) Heb ik dan een feestje gemist? (niet per se) Nee, die vastelaovend die ik bedoel, speelt zich grotendeels af in mijn hoofd. Met een beetje inlevingsvermogen roep ik die namelijk zelf op in mijn eigen huis.
Het is september en dus komen de feestkriebels weer boven. Het eerste weekend van september wordt traditiegetrouw de kermis opgebouwd. Voor iedereen die nog niet genoeg heeft kunnen genieten van de (festival)zomer is er altijd wel een leuk excuus voor een fuifje. Toch ben ik in deze periode bezig met een heel ander feest: de vastelaovend.

Gek genoeg heb ik niks met die Hollandse meezingers. Ik vind ze zowel qua tekst als qua muziek meestal te vlak. Er is uiteraard niks mis met die muziek in die zin dat anderen best uit volle borst mogen meezingen, maar mij pakt hij niet. Gelukkig kan ik me dus in deze periode van het kermisgedruis afzonderen om thuis vastelaovesliedjes te gaan schrijven. En dan zing ik gewoon heel cynisch: hallo, hallo ‘t is nog pas september!
Toch raad ik iedereen aan om ook eens zelf de muziek te schrijven. Oké, je kunt misschien geen noten lezen, maar als je kunt zingen wat je bedacht hebt, ben je er eigenlijk al. Je hebt misschien nog iemand nodig die jouw melodielijn op papier zet, maar het creatieve proces dat zit er dan eigenlijk al op. En een liedje is natuurlijk ook zo moeilijk als je zelf wil. Uiteindelijk zijn pakkende carnavalsnummers simpel genoeg om lekker in je hoofd te blijven hangen, eigenlijk net zoals die Hollandse meezingers die je met de kermis overal hoort.
Waarom zou je dat willen? Nou, het is geen kwestie van willen, maar een kwestie van moeten. Althans, als je ook dit jaar weer mee wil doen met de Reuverse Liedjesavond, die ergens in oktober plaatsvindt. Maar wat je tijdens die liedjesavond te zien en te horen krijgt, is een product dat al is geschreven, gearrangeerd en gerepeteerd door band en vocalisten. Daar gaat dus heel wat tijd aan vooraf. Zo komt het dat deelnemers zich al vóór 1 september moeten inschrijven.




Deel deze pagina:
En daarom zit ik, als deelnemend muziek- en tekstschrijver, al vlak na mijn zomervakantie met 26 graden binnen, achter mijn piano melodieën en akkoorden onder elkaar te zetten. Het klinkt op deze manier niet echt als een leuke bezigheid (en ergens is het natuurlijk nooit leuk om deadlines te hebben) maar er begint dan wel weer wat te kriebelen. Want je bent in je hoofd dan al wel bezig met die toffe vastelaovend. Als je dat al vroeg vindt trouwens, dan kun je maar beter niet in Venlo meedoen. Dit jaar heb ik voor het tweede jaar met Emiel Ketellapper samen de muziek geschreven voor een deelnemend nummer en ik kan je zeggen dat die planning nog eerder begint. Daar moeten deelnemers zich in juli al melden. Dan moet de zomer nog beginnen. De afgelopen jaren ben ik overigens meer bezig met muziek schrijven dan met teksten. Dat is ook niet zo gek, want mensen wagen zich vaak sneller aan een tekst dan aan de muziek en dan zoeken ze iemand die voor hen vervolgens de woorden op klanken kan zetten. Ergens is dat natuurlijk wel jammer, want ik schrijf graag tekst en muziek ineen, maar anderzijds heb je voor een tekst inspiratie nodig en ik ben in september nu eenmaal nog niet helemaal geïnspireerd tot het schrijven van een carnavalstekst.

Ik kan me wel voorstellen dat dit wat vraagtekens oproept. De vastelaovend? (ja, die!) Die is toch pas in het voorjaar? (dat klopt) Heb ik dan een feestje gemist? (niet per se) Nee, die vastelaovend die ik bedoel, speelt zich grotendeels af in mijn hoofd. Met een beetje inlevingsvermogen roep ik die namelijk zelf op in mijn eigen huis.
Het is september en dus komen de feestkriebels weer boven. Het eerste weekend van september wordt traditiegetrouw de kermis opgebouwd. Voor iedereen die nog niet genoeg heeft kunnen genieten van de (festival)zomer is er altijd wel een leuk excuus voor een fuifje. Toch ben ik in deze periode bezig met een heel ander feest: de vastelaovend.
