



Deel deze pagina:

Nu zit ik al in mijn tweede jaar, en vind ik het nog altijd super interessant. Het fijnste vind ik dat ik datgene wat ik leer meteen kan gebruiken en in kan zetten in mijn werk, dat is het fijne van een BBL-opleiding. Het is wel een pittige opleiding en ik heb zeker mijn momenten dat ik me afvraag waar ik in hemelsnaam aan begonnen ben, maar als ik dan aan het werk ben zie ik weer waarom ik dit beroep heb gekozen; het helpen van mensen. Nooit gedacht dat ik uiteindelijk toch een beroep zou vinden wat ik echt leuk vind om te doen. En hier blijkt ook maar weer, niveau zegt niets. Er is geen wet die zegt dat jij per se het Hbo moet gaan doen na de havo, op dit moment schreeuwt de arbeidsmarkt zelfs om Mbo’ers. Ik ben enorm blij dat ik mijn hart gevolgd heb en me niets heb aangetrokken van anderen en mijn eigen weg gegaan ben, ook al duurde dit langer, was het minder praktisch en zat ik er vaak enorm doorheen. Uiteindelijk heeft dit me allemaal gemaakt wie ik nu ben.
En wat doe je dan? Nou ja, simpel, stoppen met de opleiding en werken. Althans, dit heb ik gedaan. De keuze was toentertijd makkelijk gemaakt. Ik werkte in de schoonmaak bij de Zorggroep en dit werk was prima te doen, betaalde goed en ik had leuke collega’s. Maar ik wilde wel weer gaan leren; alleen wat dan? Ook toen kwamen er weer talloze proefstudeerdagen en ik-weet-niet-hoeveel beroepskeuze gesprekken. Maar toen was het duidelijk, ik ga naar Maastricht University voor de opleiding Arts en Culture… toch? Nou, nee dus. Ook dit lag me niet, ik voelde me niet op mijn gemak in de groep en ik vond de manier van lesgeven niet bij mij passen. Maar wat doe je dan? Weer stoppen of doorzetten? Ik stopte opnieuw en ging weer werken. Nog steeds op dezelfde plek, alleen toen als zorgondersteuner. Hier voelde ik me op mijn gemak en snapte ik wat er van mij verwacht werd. Maar ik wilde wel weer een opleiding gaan doen. En dus ging ik, wederom, op zoek naar wat ik nu eigenlijk echt wilde doen en wat ik écht leuk vond om te doen. Niet wat anderen wilden of dachten dat ik leuk zou vinden; maar wat wilde IK doen en wat lijkt MIJ een leuk beroep om later te doen? Na een hele hoop research te hebben gedaan kwam ik bij een, voor mij, verrassende keuze uit; namelijk de BBL-opleiding tot verzorgende IG, die ik via de Zorggroep kon volgen. Verrassend, omdat ik jarenlang gezegd heb dat ik echt nooit de zorg in zou gaan omdat dit totaal niet mijn ding was…oeps.
Dit gesprek verliep beter dan ik had verwacht, ik had me mentaal voorbereid dat ik niet aangenomen zou worden, om teleurstelling te vermijden. Maar niets bleek minder waar; ik mocht de opleiding gaan volgen. Op dat moment viel er een enorme last van mijn schouders af. Na zo lang gezocht te hebben naar wat ik wilde doen, wat ik wilde worden en waar ik goed in was, voelde ik me opeens heel opgelucht en rustig. Alles leek op zijn plaats te vallen. Eenmaal begonnen aan de opleiding bleek al snel dat ik niveau vier, verpleegkundige, goed aan zou kunnen. Dit was dan ook snel geregeld, en ik kon zo beginnen aan wéér een nieuwe uitdaging; het worden van een bekwame verpleegkundige deze keer.
Toen ik aan mijn ouders vertelde welke opleiding ik wilde doen, was er één iemand die nog net niet uit haar stoel viel; mijn moeder. De blik die ze gaf sprak boekdelen, de typische ‘moeders hebben altijd gelijk’-glimlach, samen met pure ‘je gaat nog lang horen dat ik gelijk had’-energie.
Om deze opleiding te mogen volgen, moest ik eerst door een selectieprocedure heen. Maar dit verliep vrij soepel. En al snel kreeg ik het groene licht om de opleiding te mogen gaan volgen. Wel bleef er een vraag centraal staan: waarom ik niet de opleiding tot verpleegkundige ging volgen, gezien mijn niveau. Mijn antwoord hierop was dat ik eerst wilde kijken hoe deze opleiding me afging, voordat ik te veel op mijn hals nam.
Hierna ben ik vier en vijf havo gaan doen terug op Broekhin Roermond. Dit waren de leukste en gezelligste twee jaren tot nog toe. Maar hoe dichter bij ik bij die eindexamens kwam, hoe meer ik ging twijfelen wat ik nu eigenlijk wilde gaan studeren. Na heel wat open dagen en proefstudeerdagen te hebben bezocht en heel wat studiekeuze testen later, had ik gekozen voor de HBO opleiding; European Studies in Maastricht.
En toen kwam corona. Geen eindexamens, geen gala, geen eindexamenstunt, geen intro-dagen of festivals, en, geen fysieke les op mijn opleiding. Het eerste jaar van mijn studie, was grotendeels online. Toen, vond ik dit heerlijk, ik kon alles op mijn dooie gemak doen en niemand die me achter de veren zat. Maar toen het tweede jaar begon, werden de lessen weer grotendeels fysiek gegeven, en moest ik naar Maastricht reizen en toch meer aanpoten. In het begin vond ik dit fijn, om eindelijk weer écht les te krijgen, maar al snel merkte ik dat het me allemaal te veel werd en de lessen me te snel gingen, en ik de opleiding eigenlijk helemaal niet zo leuk vond als gedacht.
Ik ben begonnen met mijn leerpad op vmbo-t/havo op Broekhin Roermond. Al snel was duidelijk dat ik hier niet op mijn plek zat, en ben ik geswitched naar de vmbo-t/havo klas op Broekhin Reuver. Dit waren 3 pittige jaren die niet altijd even gemakkelijk verliepen. In de derde klas moest ik mijn profiel kiezen; makkelijke keuze voor mij, cultuur en maatschappij, want wiskunde lag mij helemaal niet goed, geef mij maar de talen en kunst.
Als iemand mij 5 jaar geleden gezegd had dat ik op dit moment als leerling verpleegkunde zou werken, had ik je raar aangekeken, gelachen en gevraagd of je een grap maakte. Maar toch is dit nu realiteit, ik zit in mijn tweede jaar als MBO 4 verpleegkunde student, maar het was een lange weg om hier te komen.
Vroeger wilde ik van alles worden, van zeemeermin, tot banketbakker, tot psycholoog, tot architect, tot juriste. Ik denk dat de hoeveelheid PowerPoint die ik gemaakt heb over de vraag ‘Wat wil jij later worden?’ een goeie 5GB in beslag nemen op mijn laptop.

Dit gesprek verliep beter dan ik had verwacht, ik had me mentaal voorbereid dat ik niet aangenomen zou worden, om teleurstelling te vermijden. Maar niets bleek minder waar; ik mocht de opleiding gaan volgen. Op dat moment viel er een enorme last van mijn schouders af. Na zo lang gezocht te hebben naar wat ik wilde doen, wat ik wilde worden en waar ik goed in was, voelde ik me opeens heel opgelucht en rustig. Alles leek op zijn plaats te vallen. Eenmaal begonnen aan de opleiding bleek al snel dat ik niveau vier, verpleegkundige, goed aan zou kunnen. Dit was dan ook snel geregeld, en ik kon zo beginnen aan wéér een nieuwe uitdaging; het worden van een bekwame verpleegkundige deze keer.
Nu zit ik al in mijn tweede jaar, en vind ik het nog altijd super interessant. Het fijnste vind ik dat ik datgene wat ik leer meteen kan gebruiken en in kan zetten in mijn werk, dat is het fijne van een BBL-opleiding. Het is wel een pittige opleiding en ik heb zeker mijn momenten dat ik me afvraag waar ik in hemelsnaam aan begonnen ben, maar als ik dan aan het werk ben zie ik weer waarom ik dit beroep heb gekozen; het helpen van mensen. Nooit gedacht dat ik uiteindelijk toch een beroep zou vinden wat ik echt leuk vind om te doen. En hier blijkt ook maar weer, niveau zegt niets. Er is geen wet die zegt dat jij per se het Hbo moet gaan doen na de havo, op dit moment schreeuwt de arbeidsmarkt zelfs om Mbo’ers. Ik ben enorm blij dat ik mijn hart gevolgd heb en me niets heb aangetrokken van anderen en mijn eigen weg gegaan ben, ook al duurde dit langer, was het minder praktisch en zat ik er vaak enorm doorheen. Uiteindelijk heeft dit me allemaal gemaakt wie ik nu ben.
Toen ik aan mijn ouders vertelde welke opleiding ik wilde doen, was er één iemand die nog net niet uit haar stoel viel; mijn moeder. De blik die ze gaf sprak boekdelen, de typische ‘moeders hebben altijd gelijk’-glimlach, samen met pure ‘je gaat nog lang horen dat ik gelijk had’-energie.
Om deze opleiding te mogen volgen, moest ik eerst door een selectieprocedure heen. Maar dit verliep vrij soepel. En al snel kreeg ik het groene licht om de opleiding te mogen gaan volgen. Wel bleef er een vraag centraal staan: waarom ik niet de opleiding tot verpleegkundige ging volgen, gezien mijn niveau. Mijn antwoord hierop was dat ik eerst wilde kijken hoe deze opleiding me afging, voordat ik te veel op mijn hals nam.
Hierna ben ik vier en vijf havo gaan doen terug op Broekhin Roermond. Dit waren de leukste en gezelligste twee jaren tot nog toe. Maar hoe dichter bij ik bij die eindexamens kwam, hoe meer ik ging twijfelen wat ik nu eigenlijk wilde gaan studeren. Na heel wat open dagen en proefstudeerdagen te hebben bezocht en heel wat studiekeuze testen later, had ik gekozen voor de HBO opleiding; European Studies in Maastricht.
En toen kwam corona. Geen eindexamens, geen gala, geen eindexamenstunt, geen intro-dagen of festivals, en, geen fysieke les op mijn opleiding. Het eerste jaar van mijn studie, was grotendeels online. Toen, vond ik dit heerlijk, ik kon alles op mijn dooie gemak doen en niemand die me achter de veren zat. Maar toen het tweede jaar begon, werden de lessen weer grotendeels fysiek gegeven, en moest ik naar Maastricht reizen en toch meer aanpoten. In het begin vond ik dit fijn, om eindelijk weer écht les te krijgen, maar al snel merkte ik dat het me allemaal te veel werd en de lessen me te snel gingen, en ik de opleiding eigenlijk helemaal niet zo leuk vond als gedacht.




Deel deze pagina:
En wat doe je dan? Nou ja, simpel, stoppen met de opleiding en werken. Althans, dit heb ik gedaan. De keuze was toentertijd makkelijk gemaakt. Ik werkte in de schoonmaak bij de Zorggroep en dit werk was prima te doen, betaalde goed en ik had leuke collega’s. Maar ik wilde wel weer gaan leren; alleen wat dan? Ook toen kwamen er weer talloze proefstudeerdagen en ik-weet-niet-hoeveel beroepskeuze gesprekken. Maar toen was het duidelijk, ik ga naar Maastricht University voor de opleiding Arts en Culture… toch? Nou, nee dus. Ook dit lag me niet, ik voelde me niet op mijn gemak in de groep en ik vond de manier van lesgeven niet bij mij passen. Maar wat doe je dan? Weer stoppen of doorzetten? Ik stopte opnieuw en ging weer werken. Nog steeds op dezelfde plek, alleen toen als zorgondersteuner. Hier voelde ik me op mijn gemak en snapte ik wat er van mij verwacht werd. Maar ik wilde wel weer een opleiding gaan doen. En dus ging ik, wederom, op zoek naar wat ik nu eigenlijk echt wilde doen en wat ik écht leuk vond om te doen. Niet wat anderen wilden of dachten dat ik leuk zou vinden; maar wat wilde IK doen en wat lijkt MIJ een leuk beroep om later te doen? Na een hele hoop research te hebben gedaan kwam ik bij een, voor mij, verrassende keuze uit; namelijk de BBL-opleiding tot verzorgende IG, die ik via de Zorggroep kon volgen. Verrassend, omdat ik jarenlang gezegd heb dat ik echt nooit de zorg in zou gaan omdat dit totaal niet mijn ding was…oeps.

Ik ben begonnen met mijn leerpad op vmbo-t/havo op Broekhin Roermond. Al snel was duidelijk dat ik hier niet op mijn plek zat, en ben ik geswitched naar de vmbo-t/havo klas op Broekhin Reuver. Dit waren 3 pittige jaren die niet altijd even gemakkelijk verliepen. In de derde klas moest ik mijn profiel kiezen; makkelijke keuze voor mij, cultuur en maatschappij, want wiskunde lag mij helemaal niet goed, geef mij maar de talen en kunst.
Als iemand mij 5 jaar geleden gezegd had dat ik op dit moment als leerling verpleegkunde zou werken, had ik je raar aangekeken, gelachen en gevraagd of je een grap maakte. Maar toch is dit nu realiteit, ik zit in mijn tweede jaar als MBO 4 verpleegkunde student, maar het was een lange weg om hier te komen.
Vroeger wilde ik van alles worden, van zeemeermin, tot banketbakker, tot psycholoog, tot architect, tot juriste. Ik denk dat de hoeveelheid PowerPoint die ik gemaakt heb over de vraag ‘Wat wil jij later worden?’ een goeie 5GB in beslag nemen op mijn laptop.
