Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Deel deze pagina:

"Pinkpop en ik: we gaan al enkele jaren terug."

De tijden waarin een gitarenfeestje met drie podiumlampen en een bak friet voldoende was, zijn echt voorbij. Grote acts zijn schaars én peperduur. Ze verkopen liever een stadion uit dan een weide te delen met een jong talent op het middagprogramma. Dus moet je als organisatie schakelen. Programmeren met een bredere blik. Gen Z komt niet voor je nostalgie, maar voor TikTok-momenten, foodtrucks met vegan Karma Kebab en een silent disco die tot in de puntjes is gestyled. En eerlijk? Ook daar is wat voor te zeggen.

Randprogramma’s zijn geen terreinvulling meer, maar trekken soms zelfs méér volk dan de acts. Kijk naar een festival als Solar in Roermond of het Zomerparkfeest in Venlo. Maar ook dichtbij huis, de iets kleinere festivals bij Drakenrijk, zoals Op Dreef en Smashed Potatoes: je komt voor de sfeer, het samenzijn, de beleving. Muziek is belangrijk, maar niet meer heilig. En ja, dan klinkt Faithless misschien nét wat minder relevant dan vroeger.

Misschien moeten we leren om Pinkpop niet te zien als een museum van de rockgeschiedenis, maar als een spiegel van de tijd. Waar friet en vegan saté broederlijk naast elkaar bestaan. Waar je kunt losgaan op Cypress Hill én al meezingend met Olivia Rodrigo je camera erbij pakt om een TikTok-waardig moment op het hoofdpodium vast te leggen.

Zeker, de tickets worden duurder. Maar zo gaat dat als je het mensen naar de zin wilt maken in een wereld die snel verandert. Het enige dat niet verandert, zijn de meningen. Maar ach, wat is een festival zonder wat gemopper op maandagochtend?

Toch stiekem weer genoten. Tot volgend jaar, Pinkpop.

Dag twee? Muzikaal iets minder. Maar daar wil ik het eigenlijk niet eens over hebben. Nee, wat me vooral is bijgebleven zijn de eindeloze online discussies ná het festival. 'Pinkpop is Pinkpop niet meer', 'Commercieel circus', en natuurlijk de evergreen: 'Waar zijn de gitaren gebleven?' Een wandeling door de social media-berichten van enkele gerenommeerde recensie-kanalen toont eenzelfde negatieve teneur.

Begrijp me niet verkeerd: ook ik heb een zwak voor stevige riffs en de geur van bier uit plastic bekers op je schoenen. Maar festivals veranderen. Net als hun bezoekers. En misschien is dat ook gewoon oké.

Dag één viel reuze mee. Justin Timberlake – je mag ervan vinden wat je wilt – hield het hoofd moeiteloos boven water. Oscar and the Wolf was ijzersterk. En tussen de optredens door schuilen voor de zon in de silent disco bij Stille Jan, waar de Limburgse touch nooit ontbreekt: een uur lang Tren van Enckevort en Bart Storkcen’s Träcksäck, met natuurlijk vaste gast John Tana en nog wat meer lokale helden. Sinds een paar jaar hoort het bij de Stille Jan.

Pinkpop en ik: we gaan al enkele jaren terug. Enkele edities (ik ben absoluut geen Pinkpop-veteraan) hebben we samen gezongen, gezweet en herinneringen gemaakt. Ook dit jaar was ik er weer bij. Twee dagen. Ondanks de wat lauwe line-up, trok het affiche met Faithless, Weezer en Cypress Hill me toch weer over de streep. Klassiekers. En daar ben ik, net als het festival zelf, niet vies van. Faithless stelde echt enorm teleur (het doet pijn om het te zeggen), maar Cypress Hill bewees dat ouderdom ook ervaring betekent. Ze lieten het Pinkpop-publiek nog één keer massaal "Insane in the Membrane" brullen – met volle overtuiging.

COLUMN
Door Maurice Martens
Waar zijn de gitaren gebleven?
Waar zijn de gitaren gebleven?

Dag twee? Muzikaal iets minder. Maar daar wil ik het eigenlijk niet eens over hebben. Nee, wat me vooral is bijgebleven zijn de eindeloze online discussies ná het festival. 'Pinkpop is Pinkpop niet meer', 'Commercieel circus', en natuurlijk de evergreen: 'Waar zijn de gitaren gebleven?' Een wandeling door de social media-berichten van enkele gerenommeerde recensie-kanalen toont eenzelfde negatieve teneur.

Begrijp me niet verkeerd: ook ik heb een zwak voor stevige riffs en de geur van bier uit plastic bekers op je schoenen. Maar festivals veranderen. Net als hun bezoekers. En misschien is dat ook gewoon oké.

Deel deze pagina:

De tijden waarin een gitarenfeestje met drie podiumlampen en een bak friet voldoende was, zijn echt voorbij. Grote acts zijn schaars én peperduur. Ze verkopen liever een stadion uit dan een weide te delen met een jong talent op het middagprogramma. Dus moet je als organisatie schakelen. Programmeren met een bredere blik. Gen Z komt niet voor je nostalgie, maar voor TikTok-momenten, foodtrucks met vegan Karma Kebab en een silent disco die tot in de puntjes is gestyled. En eerlijk? Ook daar is wat voor te zeggen.

Randprogramma’s zijn geen terreinvulling meer, maar trekken soms zelfs méér volk dan de acts. Kijk naar een festival als Solar in Roermond of het Zomerparkfeest in Venlo. Maar ook dichtbij huis, de iets kleinere festivals bij Drakenrijk, zoals Op Dreef en Smashed Potatoes: je komt voor de sfeer, het samenzijn, de beleving. Muziek is belangrijk, maar niet meer heilig. En ja, dan klinkt Faithless misschien nét wat minder relevant dan vroeger.

"Pinkpop en ik: we gaan al enkele jaren terug."

Dag één viel reuze mee. Justin Timberlake – je mag ervan vinden wat je wilt – hield het hoofd moeiteloos boven water. Oscar and the Wolf was ijzersterk. En tussen de optredens door schuilen voor de zon in de silent disco bij Stille Jan, waar de Limburgse touch nooit ontbreekt: een uur lang Tren van Enckevort en Bart Storkcen’s Träcksäck, met natuurlijk vaste gast John Tana en nog wat meer lokale helden. Sinds een paar jaar hoort het bij de Stille Jan.

Pinkpop en ik: we gaan al enkele jaren terug. Enkele edities (ik ben absoluut geen Pinkpop-veteraan) hebben we samen gezongen, gezweet en herinneringen gemaakt. Ook dit jaar was ik er weer bij. Twee dagen. Ondanks de wat lauwe line-up, trok het affiche met Faithless, Weezer en Cypress Hill me toch weer over de streep. Klassiekers. En daar ben ik, net als het festival zelf, niet vies van. Faithless stelde echt enorm teleur (het doet pijn om het te zeggen), maar Cypress Hill bewees dat ouderdom ook ervaring betekent. Ze lieten het Pinkpop-publiek nog één keer massaal "Insane in the Membrane" brullen – met volle overtuiging.

Door Maurice Martens
COLUMN

Misschien moeten we leren om Pinkpop niet te zien als een museum van de rockgeschiedenis, maar als een spiegel van de tijd. Waar friet en vegan saté broederlijk naast elkaar bestaan. Waar je kunt losgaan op Cypress Hill én al meezingend met Olivia Rodrigo je camera erbij pakt om een TikTok-waardig moment op het hoofdpodium vast te leggen.

Zeker, de tickets worden duurder. Maar zo gaat dat als je het mensen naar de zin wilt maken in een wereld die snel verandert. Het enige dat niet verandert, zijn de meningen. Maar ach, wat is een festival zonder wat gemopper op maandagochtend?

Toch stiekem weer genoten. Tot volgend jaar, Pinkpop.