Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Deel deze pagina:

“Ik heb hier wel leren fietsen (en vallen), kreeg één plakje boterhammenworst bij de Edah en ging de hele zomer zwemmen bij de Bercken. Een prima jeugd in Reuver, een nog betere studietijd ver buiten Reuver om vervolgens weer terug in Reuver te belanden.”

Ik ga binnenkort eens kijken of het gras groener is aan de overkant.

Het komt er eigenlijk op neer dat ik het beste kan investeren in een scherpe heggenschaar en mooie grasmaaier. Niets maakt in Beesel een betere indruk dan een goed onderhouden voortuin die 100% drakenbijen vriendelijk is. Dan kan ik in ieder geval op zaterdagochtend zwaaien en een praatje maken met de buurt. Waar de ene vol overgave de buxus in vorm van een draak aan het snoeien is en de andere zelfs de gemeente stoep netjes van het onkruid ontdoet. 

Beesel staat bekend om zijn rijke verenigingsleven en groot gevoel van samenhorigheid. Ware het niet dat deze millennial liever Netflix binget dan wekelijks verplicht in een kantine hangt of vergaderingen bij moet wonen.

Blijft er maar één ding over: het befaamde Draaksteken. Ja, je leest het goed, als ik dan toch de gemeenschap wil veroveren, dan moet het maar met een zwaard in de hand en een draak in het vizier. Dit lijkt een solide plan, maar gezien de uitvoering tegenwoordig in het dialect wordt opgevoerd is ook dit een wankel idee. Hé, wat jammer, daar gaat mijn acteursdebuut als kruujewief.

En dan is er natuurlijk de vraag: hoe burger ik in, in het Beeselse leven? Ze zeggen dat sport verbindt. Gezien ik de balvaardigheid heb van “lek mich de zök” zal ik de dames van het korfbal en V.V. Bieslo sparen.

De eerste verschillen zijn al snel duidelijk. Terwijl je in Reuver trots naar de Windjbuul aan de vlaggenmast kijkt, is het in Beesel de draak die je met een fiere blik begroet naast de voordeur. Ik verruil het levendige treinstation voor een rustige bushalte. Gelukkig ben ik niet afhankelijk van het openbaar vervoer. En de buurtsuper of moet ik zeggen, zelfscan-super? Die wordt ingewisseld voor een eenzame slager, waar je nog een praatje maakt over het weer.

Maar, beste lezers, er komt een moment in ieders leven dat het avontuur lonkt. En voor mij betekent dat avontuur... een verhuizing! Pak je stoel maar vast, want het gaat om een afstand van, houd je vast, 3 hele kilometers! Dan rol je namelijk vanzelf Beesel binnen. In stedelijke termen zou dit totaal niet benoemwaardig zijn maar hier, in het Zuiden, lijkt het wel een ander continent.

Ah, Reuver, de Ruiver, oppe Ruiver, woënt ennen alde griéze man, kent iedereen elkaar bij de voornaam, zijn we trots op onze service bioscoop, kermis, markt met waterspel, het PUIK hoofdkantoor en het is altijd 5 minuten voor 3 als je ons dorp binnenkomt rijden. In Reuver ben ik geboren en opgegroeid maar ik heb nooit geleerd fatsoenlijk Limburgs dialect te spreken. Ik kan het overigens prima verstaan maar totaal niet schrijven. Ik heb hier wel leren fietsen (en vallen), kreeg één plakje boterhammenworst bij de Edah en ging de hele zomer zwemmen bij de Bercken. Een prima jeugd in Reuver, een nog betere studietijd ver buiten Reuver om vervolgens weer terug in Reuver te belanden.

COLUMN
Ik ga eens kijken
Door Lisa van Rens

Deel deze pagina:

Ik ga binnenkort eens kijken of het gras groener is aan de overkant.

En dan is er natuurlijk de vraag: hoe burger ik in, in het Beeselse leven? Ze zeggen dat sport verbindt. Gezien ik de balvaardigheid heb van “lek mich de zök” zal ik de dames van het korfbal en V.V. Bieslo sparen.

Beesel staat bekend om zijn rijke verenigingsleven en groot gevoel van samenhorigheid. Ware het niet dat deze millennial liever Netflix binget dan wekelijks verplicht in een kantine hangt of vergaderingen bij moet wonen.

Blijft er maar één ding over: het befaamde Draaksteken. Ja, je leest het goed, als ik dan toch de gemeenschap wil veroveren, dan moet het maar met een zwaard in de hand en een draak in het vizier. Dit lijkt een solide plan, maar gezien de uitvoering tegenwoordig in het dialect wordt opgevoerd is ook dit een wankel idee. Hé, wat jammer, daar gaat mijn acteursdebuut als kruujewief.

Het komt er eigenlijk op neer dat ik het beste kan investeren in een scherpe heggenschaar en mooie grasmaaier. Niets maakt in Beesel een betere indruk dan een goed onderhouden voortuin die 100% drakenbijen vriendelijk is. Dan kan ik in ieder geval op zaterdagochtend zwaaien en een praatje maken met de buurt. Waar de ene vol overgave de buxus in vorm van een draak aan het snoeien is en de andere zelfs de gemeente stoep netjes van het onkruid ontdoet. 

“Ik heb hier wel leren fietsen (en vallen), kreeg één plakje boterhammenworst bij de Edah en ging de hele zomer zwemmen bij de Bercken. Een prima jeugd in Reuver, een nog betere studietijd ver buiten Reuver om vervolgens weer terug in Reuver te belanden.”

De eerste verschillen zijn al snel duidelijk. Terwijl je in Reuver trots naar de Windjbuul aan de vlaggenmast kijkt, is het in Beesel de draak die je met een fiere blik begroet naast de voordeur. Ik verruil het levendige treinstation voor een rustige bushalte. Gelukkig ben ik niet afhankelijk van het openbaar vervoer. En de buurtsuper of moet ik zeggen, zelfscan-super? Die wordt ingewisseld voor een eenzame slager, waar je nog een praatje maakt over het weer.

Maar, beste lezers, er komt een moment in ieders leven dat het avontuur lonkt. En voor mij betekent dat avontuur... een verhuizing! Pak je stoel maar vast, want het gaat om een afstand van, houd je vast, 3 hele kilometers! Dan rol je namelijk vanzelf Beesel binnen. In stedelijke termen zou dit totaal niet benoemwaardig zijn maar hier, in het Zuiden, lijkt het wel een ander continent.

Ah, Reuver, de Ruiver, oppe Ruiver, woënt ennen alde griéze man, kent iedereen elkaar bij de voornaam, zijn we trots op onze service bioscoop, kermis, markt met waterspel, het PUIK hoofdkantoor en het is altijd 5 minuten voor 3 als je ons dorp binnenkomt rijden. In Reuver ben ik geboren en opgegroeid maar ik heb nooit geleerd fatsoenlijk Limburgs dialect te spreken. Ik kan het overigens prima verstaan maar totaal niet schrijven. Ik heb hier wel leren fietsen (en vallen), kreeg één plakje boterhammenworst bij de Edah en ging de hele zomer zwemmen bij de Bercken. Een prima jeugd in Reuver, een nog betere studietijd ver buiten Reuver om vervolgens weer terug in Reuver te belanden.

Door Lisa van Rens
Ik ga eens kijken
COLUMN