Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.
Oliecrisis
vijftig jaar
geleden

Fotobron: historiek, nos

De tijd zal het leren
De oliecrisis vijftig jaar geleden had veel negatieve gevolgen. Toch wordt 1973 ook gemarkeerd als keerpunt wat uiteindelijk met de ontwikkeling van nieuwe industrieën en alternatieve energiebronnen een verbetering blijkt te zijn geweest. Zal de geschiedenis zich herhalen? Zal over vijftig jaar de huidige energie(crisis) ook zijn positieve uitwerkingen hebben gehad? De tijd zal het leren.

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

Hoewel het een moeilijke periode was voor Limburg, heeft de regio zich veerkrachtig getoond en zich aangepast aan de veranderende omstandigheden.

Brandstof op de bon
De schaarste aan brandstof leidde tot lange wachtrijen bij benzinestations. Om het beschikbare aanbod eerlijk te verdelen en te voorkomen dat mensen te veel brandstof hamsterden, werden er maatregelen genomen.

Een van deze maatregelen was het invoeren van benzinebonnen. Mensen kregen bonnen die ze moesten inleveren bij benzinestations om een beperkte hoeveelheid brandstof te kunnen kopen. Het aantal bonnen dat een persoon ontving, was gebaseerd op verschillende factoren, zoals het aantal geregistreerde voertuigen en het beroep van de persoon.

Door de verdeling van benzinebonnen was ook bedoeld om voldoende brandstof voor essentiële diensten zoals politie, ambulances en brandweer zeker te stellen. Het systeem van benzinebonnen werd geleidelijk afgebouwd toen de oliecrisis voorbij was en de situatie normaliseerde.

Autoloze zondagen
Een ander gevolg van de Oliecrisis van 1973 in Nederland was de invoering van enkele autoloze zondagen door het kabinet-Den Uyl (zie video).

Een misverstand is dat dit een nieuw fenomeen was. De ‘eerste autoloze zondag’ in Nederland vond niet pas in 1973, maar al in 1939 plaats. Toen waren er autoloze zondagen van 1 oktober tot 12 november, vanwege het olietekort in Duitsland. Van november 1956 tot januari 1957 kondigde de regering, vanwege de Suezcrisis, opnieuw een verbod op autorijden af voor de duur van negen achtereenvolgende zondagen. De autoloze zondagen van 1973-1974 (op 6 januari 1974 vond de laatste autoloze zondag plaats) waren dus zeker niet nieuw.

Het begin van het einde
Veel bedrijven in Limburg moesten bezuinigen en hun activiteiten aanpassen om de hogere kosten het hoofd te bieden. Dit had een negatieve invloed op de economische groei en de levensstandaard in de regio.

De oliecrisis was in het bijzonder ook een belangrijk keerpunt in de mijnbouwindustrie in Limburg. Het markeerde het begin van het einde van de steenkoolmijnen. De sluiting van de mijnen had een grote sociale impact op de Limburgse gemeenschap. Veel mijnwerkers verloren hun baan en gezinnen werden geconfronteerd met economische onzekerheid. Dit leidde tot sociale onrust en protesten in de regio. De overheid moest ingrijpen en programma's opzetten om de werkloosheid te bestrijden.

Op lange termijn stimuleerde de oliecrisis echter ook de transitie naar andere industrieën in Limburg. De provincie begon te investeren in nieuwe sectoren, zoals de ontwikkeling van de dienstensector en de oprichting van nieuwe technologieparken. Dit leidde tot een economische herstructurering en verscheidenheid van de Limburgse economie.

Hoewel het een moeilijke periode was voor Limburg, heeft de regio zich veerkrachtig getoond en zich aangepast aan de veranderende omstandigheden.

De oliecrisis ontstond als gevolg van een conflict in het Midden-Oosten. In oktober van dat jaar besloten de lidstaten van de Organisatie van Arabische Olieproducerende Landen (OPEC) om de olieproductie elke maand met 5% te verminderen en een olie-boycot op te leggen aan landen die Israël steunden in de Jom Kipoeroorlog.

De Verenigde StatenNederland en een aantal andere West-Europese landen waren de voornaamste doelwitten van dit boycot. Dit leidde tot een scherpe stijging (70%) van de olieprijzen en een wereldwijde schaarste aan brandstof.

Ook in Limburg! In een jaar tijd steeg de prijs van een vat ruwe olie van 2,74 dollar naar 11,65 dollar. Een ruime verviervoudiging van de prijs dus.

De invloed van de oliecrisis was voelbaar in veel sectoren van de Limburgse economie. Een van de belangrijkste gevolgen was de stijging - net zoals we recent ervaarden - van de energiekosten. Door de hogere olieprijzen werd het duurder om grondstoffen te produceren en te transporteren, wat resulteerde in een toename van de prijzen voor consumenten en bedrijven.

De geschiedenis herhaalt zich?!

Is onze huidige energiecrisis nieuw? Ja, maar toch ook niet. Exact vijftig jaar geleden was er ook een energiecrisis. De oliecrisis! Deze crisis was een cruciaal keerpunt in de moderne geschiedenis, dat grote gevolgen had voor de wereldeconomie en de politieke situatie wereldwijd. Een van de regio's die sterk werd getroffen door deze crisis was Limburg. 

De geschiedenis herhaalt zich?!

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

Brandstof op de bon
De schaarste aan brandstof leidde tot lange wachtrijen bij benzinestations. Om het beschikbare aanbod eerlijk te verdelen en te voorkomen dat mensen te veel brandstof hamsterden, werden er maatregelen genomen.

Een van deze maatregelen was het invoeren van benzinebonnen. Mensen kregen bonnen die ze moesten inleveren bij benzinestations om een beperkte hoeveelheid brandstof te kunnen kopen. Het aantal bonnen dat een persoon ontving, was gebaseerd op verschillende factoren, zoals het aantal geregistreerde voertuigen en het beroep van de persoon.

Door de verdeling van benzinebonnen was ook bedoeld om voldoende brandstof voor essentiële diensten zoals politie, ambulances en brandweer zeker te stellen. Het systeem van benzinebonnen werd geleidelijk afgebouwd toen de oliecrisis voorbij was en de situatie normaliseerde.

Autoloze zondagen
Een ander gevolg van de Oliecrisis van 1973 in Nederland was de invoering van enkele autoloze zondagen door het kabinet-Den Uyl (zie video).

Een misverstand is dat dit een nieuw fenomeen was. De ‘eerste autoloze zondag’ in Nederland vond niet pas in 1973, maar al in 1939 plaats. Toen waren er autoloze zondagen van 1 oktober tot 12 november, vanwege het olietekort in Duitsland. Van november 1956 tot januari 1957 kondigde de regering, vanwege de Suezcrisis, opnieuw een verbod op autorijden af voor de duur van negen achtereenvolgende zondagen. De autoloze zondagen van 1973-1974 (op 6 januari 1974 vond de laatste autoloze zondag plaats) waren dus zeker niet nieuw.

Hoewel het een moeilijke periode was voor Limburg, heeft de regio zich veerkrachtig getoond en zich aangepast aan de veranderende omstandigheden.

Het begin van het einde
Veel bedrijven in Limburg moesten bezuinigen en hun activiteiten aanpassen om de hogere kosten het hoofd te bieden. Dit had een negatieve invloed op de economische groei en de levensstandaard in de regio.

De oliecrisis was in het bijzonder ook een belangrijk keerpunt in de mijnbouwindustrie in Limburg. Het markeerde het begin van het einde van de steenkoolmijnen. De sluiting van de mijnen had een grote sociale impact op de Limburgse gemeenschap. Veel mijnwerkers verloren hun baan en gezinnen werden geconfronteerd met economische onzekerheid. Dit leidde tot sociale onrust en protesten in de regio. De overheid moest ingrijpen en programma's opzetten om de werkloosheid te bestrijden.

Op lange termijn stimuleerde de oliecrisis echter ook de transitie naar andere industrieën in Limburg. De provincie begon te investeren in nieuwe sectoren, zoals de ontwikkeling van de dienstensector en de oprichting van nieuwe technologieparken. Dit leidde tot een economische herstructurering en verscheidenheid van de Limburgse economie.

Hoewel het een moeilijke periode was voor Limburg, heeft de regio zich veerkrachtig getoond en zich aangepast aan de veranderende omstandigheden.

De oliecrisis ontstond als gevolg van een conflict in het Midden-Oosten. In oktober van dat jaar besloten de lidstaten van de Organisatie van Arabische Olieproducerende Landen (OPEC) om de olieproductie elke maand met 5% te verminderen en een olie-boycot op te leggen aan landen die Israël steunden in de Jom Kipoeroorlog.

De Verenigde StatenNederland en een aantal andere West-Europese landen waren de voornaamste doelwitten van dit boycot. Dit leidde tot een scherpe stijging (70%) van de olieprijzen en een wereldwijde schaarste aan brandstof.

Ook in Limburg! In een jaar tijd steeg de prijs van een vat ruwe olie van 2,74 dollar naar 11,65 dollar. Een ruime verviervoudiging van de prijs dus.

De invloed van de oliecrisis was voelbaar in veel sectoren van de Limburgse economie. Een van de belangrijkste gevolgen was de stijging - net zoals we recent ervaarden - van de energiekosten. Door de hogere olieprijzen werd het duurder om grondstoffen te produceren en te transporteren, wat resulteerde in een toename van de prijzen voor consumenten en bedrijven.

Is onze huidige energiecrisis nieuw? Ja, maar toch ook niet. Exact vijftig jaar geleden was er ook een energiecrisis. De oliecrisis! Deze crisis was een cruciaal keerpunt in de moderne geschiedenis, dat grote gevolgen had voor de wereldeconomie en de politieke situatie wereldwijd. Een van de regio's die sterk werd getroffen door deze crisis was Limburg. 

Oliecrisis
vijftig jaar
geleden