Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Klik hier om je gratis in te  schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

PUIK VERHAAL

                             Hoeijmakers Financieel Advies

Deken van Oppensingel 11                         5911 AA  Venlo

bas.pubben@hoeijmakers.nl                     www.hoeijmakers.nl

In 2019 uitte onze dialectdeskundige Paul Bloemen al in Puik zijn zorgen over het toenemend verkeerde gebruik van ‘Oppe Ruiver’. Dialect wordt niet alleen steeds minder gesproken, bij steeds meer mensen die wel nog dialect spreken lijken de kennis en het begrip van het eigen dialect ook af te nemen.

Op 3 juli werden aan twee invalswegen van Beesel en Reuver nieuwe komborden geplaatst met, naast de landelijk vastgelegde schrijfwijze, ook de dialectnamen Bezel en de Ruiver. Zo’n bord is duur, daarom riep de gemeente de hulp in van inwoners die verstand hebben van taal en dialect plus plaatselijke geschiedenis. Je wil het als gemeente ook goed doen. Ondanks alle zorgvuldigheid reageerden heel wat dialectsprekers na plaatsing van de borden verbaasd, soms zelfs verbolgen, maar vooral vanuit onbegrip.

Vereniging Veldeke, opgericht in 1926, is al bijna een hele eeuw een autoriteit op het gebied van de Limburgse streektaal. Iedereen die goed dialect wil schrijven, kan bij deze organisatie terecht voor informatie die helpt om je daarin te bekwamen. Ook bij streektaal horen spellingsregels, net als bij het Standaardnederlands (vroeger ook wel Algemeen Beschaafd Nederlands genoemd), en als je de status van je ‘moderstaal’ serieus neemt, geldt dat natuurlijk ook voor de juiste schrijfwijze bij dialect: de Veldeke-spelling.

Plaatselijke historici, verenigd in Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal, verdiepen zich al tientallen jaren in de geschiedenis van onze eigen omgeving. Daarbij kom je natuurlijk allerlei varianten tegen van de plaatsnamen zoals we die nu kennen. De schrijfwijze van Beesel varieert sterk - spellingsregels bestonden nog niet - en de vormen worden vaak eeuwenlang naast en door elkaar gebruikt, hoewel met name de oudere vormen vaak een 'ie'-klank te zien geven: Byssel (1323), Bijssel (1563), Byessel (1565), Bisel 1328), Bisele (1328), Biezel (1410), Biesell (1427, 1542), Biessell (1570), Biesoll (1604), Besel (1374, 1577), Besell (1379, 1430), Bessel (1753), Bessell (1607), Beezel (1785), etc. Anno 2023 horen we bij de dialectuitspraak van Beesel overduidelijk een ‘z’ en met de spellingsregels van Veldeke kom je dan tot een schrijfwijze Bezel. Om de ‘B’ op een kombord dan af te plakken of door te strepen, zoals reeds is gebeurd, is dan ook … ach, vul het zelf maar in.

Ook de plaatsnaam Reuver laat door de eeuwen heen een grote verscheidenheid zien. De oudste vermelding vinden we bij Kerst in den Roever (1547), oftewel Christiaan die dan herbergier is van de gelijknamige herberg. Bij zijn huis hing waarschijnlijk een bord met daarop een roofvogel, waarnaar ons dorp dus feitelijk is genoemd. Woonde de herbergier nog IN de Rover, al snel is sprake van land ayn gen Ruyffer (1563) en up gen Reuffer (1615), den Roever (1690), Roover (1692), Reuver (1697), de Reuver (1708, 1724, 1743), den Rover (1729) en den Ruyver (1747), etcetera.

Het lidwoord ‘de’ in de streektaalbenaming houdt nog steeds stand, terwijl dit in de landelijk gehanteerde variant Reuver al lang is verdwenen. Woonde de herbergier nog IN de Rover en zijn buren AAN de Rover, al in 1615 zien we ook OP de Rover, in tegenwoordige streektaal: oppe Ruiver. ‘Oppe Ruiver’ is daarmee echter nadrukkelijk geen plaatsnaam, maar een samenstelling van een voorzetsel (op) en een plaatsnaam die wordt voorafgegaan door een lidwoord (de Ruiver) zoals we dat ook zien bij Den Haag.

Spreken we bij de meeste plaatsnamen van IN (Riekel, Óffebek), er zijn ook tal van plaatsnamen waar men van oudsher spreekt van OP (Sjteil, de Boekoel, de Slek, ’t Hènge). En dan gaat het ineens fout… Kennelijk leeft bij een toenemend aantal dialectsprekers het hardnekkige misverstand dat hun woonplaats ‘Oppe Ruiver’ heet. Sommigen gaan daarbij zover dat het nieuwe kombord voor ‘de Ruiver’ onlangs werd ‘verbeterd’ door er ‘Oppe Ruiver’ van te maken. Vreemd genoeg is ‘Reuver’ daarbij ongemoeid gelaten, want daar moet je dan immers ook ‘in Reuver’ van maken. Bij het invullen van je geboorteplaats schrijf je dan ‘In Beesel’ en voor je vakantie boek je een reis naar In Spanje. Oh, dat klinkt vreemd? Dat ís het ook, net zoals ‘Oppe Ruiver’ op een plaatsnaambord vreemd is, sterker nog: fout is.

In het najaar van 2023 zullen ook de overige komborden binnen onze gemeente worden vervangen door nieuwe exemplaren met Bezel en De Ruiver. Laten we er trots op zijn dat in onze gemeente nog zoveel dialect wordt gesproken en ons gemeentebestuur het dialect zo serieus neemt. “Kóm nao de Ruiver, riej neet te hél door de Ruiver, huuër bie de Ruiver, vertel euver de Ruiver, d’r geit nieks baove de Ruiver, ich kén neet zónger de Ruiver, haaj vanne Ruiver”, maar laat alsjeblieft een prima kombord met rust.

Loe Giesen

Oppe Ruiver

In 2019 uitte onze dialectdeskundige Paul Bloemen al in Puik zijn zorgen over het toenemend verkeerde gebruik van ‘Oppe Ruiver’. Dialect wordt niet alleen steeds minder gesproken, bij steeds meer mensen die wel nog dialect spreken lijken de kennis en het begrip van het eigen dialect ook af te nemen.

Op 3 juli werden aan twee invalswegen van Beesel en Reuver nieuwe komborden geplaatst met, naast de landelijk vastgelegde schrijfwijze, ook de dialectnamen Bezel en de Ruiver. Zo’n bord is duur, daarom riep de gemeente de hulp in van inwoners die verstand hebben van taal en dialect plus plaatselijke geschiedenis. Je wil het als gemeente ook goed doen. Ondanks alle zorgvuldigheid reageerden heel wat dialectsprekers na plaatsing van de borden verbaasd, soms zelfs verbolgen, maar vooral vanuit onbegrip.

Vereniging Veldeke, opgericht in 1926, is al bijna een hele eeuw een autoriteit op het gebied van de Limburgse streektaal. Iedereen die goed dialect wil schrijven, kan bij deze organisatie terecht voor informatie die helpt om je daarin te bekwamen. Ook bij streektaal horen spellingsregels, net als bij het Standaardnederlands (vroeger ook wel Algemeen Beschaafd Nederlands genoemd), en als je de status van je ‘moderstaal’ serieus neemt, geldt dat natuurlijk ook voor de juiste schrijfwijze bij dialect: de Veldeke-spelling.

Plaatselijke historici, verenigd in Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal, verdiepen zich al tientallen jaren in de geschiedenis van onze eigen omgeving. Daarbij kom je natuurlijk allerlei varianten tegen van de plaatsnamen zoals we die nu kennen. De schrijfwijze van Beesel varieert sterk - spellingsregels bestonden nog niet - en de vormen worden vaak eeuwenlang naast en door elkaar gebruikt, hoewel met name de oudere vormen vaak een 'ie'-klank te zien geven: Byssel (1323), Bijssel (1563), Byessel (1565), Bisel 1328), Bisele (1328), Biezel (1410), Biesell (1427, 1542), Biessell (1570), Biesoll (1604), Besel (1374, 1577), Besell (1379, 1430), Bessel (1753), Bessell (1607), Beezel (1785), etc. Anno 2023 horen we bij de dialectuitspraak van Beesel overduidelijk een ‘z’ en met de spellingsregels van Veldeke kom je dan tot een schrijfwijze Bezel. Om de ‘B’ op een kombord dan af te plakken of door te strepen, zoals reeds is gebeurd, is dan ook … ach, vul het zelf maar in.

Ook de plaatsnaam Reuver laat door de eeuwen heen een grote verscheidenheid zien. De oudste vermelding vinden we bij Kerst in den Roever (1547), oftewel Christiaan die dan herbergier is van de gelijknamige herberg. Bij zijn huis hing waarschijnlijk een bord met daarop een roofvogel, waarnaar ons dorp dus feitelijk is genoemd. Woonde de herbergier nog IN de Rover, al snel is sprake van land ayn gen Ruyffer (1563) en up gen Reuffer (1615), den Roever (1690), Roover (1692), Reuver (1697), de Reuver (1708, 1724, 1743), den Rover (1729) en den Ruyver (1747), etcetera.

Het lidwoord ‘de’ in de streektaalbenaming houdt nog steeds stand, terwijl dit in de landelijk gehanteerde variant Reuver al lang is verdwenen. Woonde de herbergier nog IN de Rover en zijn buren AAN de Rover, al in 1615 zien we ook OP de Rover, in tegenwoordige streektaal: oppe Ruiver. ‘Oppe Ruiver’ is daarmee echter nadrukkelijk geen plaatsnaam, maar een samenstelling van een voorzetsel (op) en een plaatsnaam die wordt voorafgegaan door een lidwoord (de Ruiver) zoals we dat ook zien bij Den Haag.

Spreken we bij de meeste plaatsnamen van IN (Riekel, Óffebek), er zijn ook tal van plaatsnamen waar men van oudsher spreekt van OP (Sjteil, de Boekoel, de Slek, ’t Hènge). En dan gaat het ineens fout… Kennelijk leeft bij een toenemend aantal dialectsprekers het hardnekkige misverstand dat hun woonplaats ‘Oppe Ruiver’ heet. Sommigen gaan daarbij zover dat het nieuwe kombord voor ‘de Ruiver’ onlangs werd ‘verbeterd’ door er ‘Oppe Ruiver’ van te maken. Vreemd genoeg is ‘Reuver’ daarbij ongemoeid gelaten, want daar moet je dan immers ook ‘in Reuver’ van maken. Bij het invullen van je geboorteplaats schrijf je dan ‘In Beesel’ en voor je vakantie boek je een reis naar In Spanje. Oh, dat klinkt vreemd? Dat ís het ook, net zoals ‘Oppe Ruiver’ op een plaatsnaambord vreemd is, sterker nog: fout is.

In het najaar van 2023 zullen ook de overige komborden binnen onze gemeente worden vervangen door nieuwe exemplaren met Bezel en De Ruiver. Laten we er trots op zijn dat in onze gemeente nog zoveel dialect wordt gesproken en ons gemeentebestuur het dialect zo serieus neemt. “Kóm nao de Ruiver, riej neet te hél door de Ruiver, huuër bie de Ruiver, vertel euver de Ruiver, d’r geit nieks baove de Ruiver, ich kén neet zónger de Ruiver, haaj vanne Ruiver”, maar laat alsjeblieft een prima kombord met rust.

Loe Giesen

Klik hier om je gratis in te  schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

PUIK VERHAAL
Oppe Ruiver