Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

JAN'S WEEKENDPASPOORT

Slaapt uit tot?                                                                                                                                                             Ongeveer tot 9 uur maximaal tot half 10 en dan eventueel een rondje fietsen of wandelen of mijn broer opzoeken op de Kreppel in Heythuysen.

Ontbijt met?                                                                                                                                                      Boterham met ei en spek of als dat er niet is dan een boterham met pindakaas.

Favoriete drankje?                                                                                                                                        Schrobbelèr.

Favoriete trainingsrondje in het weekend?                                                                                                     Vanuit Neer naar Kessel. Veerpont over en dan richting “Muijsers aan de Maas” en dan via “Foekessbrook” naar “Ronckenstein” dan richting “Kromme Hook” dan naar de “Witte Stein” en via de Prinsendijk naar Swalmen en bij het zwembad rechtsaf richting dorp (tussenstop voor koffie bij mijn zus daar soms) en dan via Roermond terug naar Neer.

Wielrennen of cyclocross of BMX?                                                                                                                                   Ik kan niet kiezen tussen deze 3. Ze hebben mij en ook Jose veel plezier gebracht en mooie tijden. Zowel als actief beoefenaar van deze sporten, alsook het nu er alles nog van volgen en bekijken, zijn ze me alle drie even lief. Ik vind ze alle drie geweldig.

Ik en Jose hebben nergens spijt van, maar stel dat het leven nog eens overgedaan kon worden, dan zou ik zeker overwegen om in Australië te gaan wonen. Daar zijn we beiden wel verliefd op geworden. Nu is dat zeker geen optie meer en zou ik het niet over mijn hart verkrijgen om zo ver van alles en iedereen van ons gezin en kleinkinderen weg te gaan.

We zijn heel gelukkig hier en allebei gezond en hebben alles wat we willen, dus er is geen klagen. Maar als ik nog eens 20 zou zijn dan……

We hebben pas, zoals al gezegd een reünie gehad van de 6e klas van de lagere school dus bijna iedereen of zelfs iedereen heb ik daar weer gesproken. Maar goed nadenkend zou ik graag Gerard Cornelissen, een jongen van de overburen op Den Roover, nog wel eens willen spreken en hem vragen hoe zijn leven is gelopen en het nu met hem gaat. Vroeger speelden en voetbalden wij thuis en op het schoolplein altijd samen.

Als je wat ouder wordt speelt natuurlijk de nostalgie een grotere rol. Echt thuis voelt Reuver misschien nog steeds een beetje meer dan Neer met me doet. Ben ik in Reuver dan kom ik altijd weer mensen van vroeger tegen, dat doet altijd goed. Opgegroeid ben ik natuurlijk in Reuver en dat blijft in je hart zitten. Maar Neer bevalt natuurlijk verder prima met de hele familie over het algemeen dicht in de buurt. Ook is Reuver natuurlijk groter dan Neer en zijn de voorzieningen, zoals openbaar vervoer, trein, bus en winkels beter dan Neer.

Ook heb ik natuurlijk, wonende in Neer, nog 33 jaar in Beesel gewerkt. Dus er is nog altijd veel (ook emotionele) binding met de andere kant van de Maas. Maar er is niks mis met Neer hoor. Echt “missen” doe ik niets.

Ik was niet zo “schoolachtig” op school. Als het even ging streek ik mij erlangs, haalden wij stiekem sigaretten en gingen we wat crossen en stiekem een sigaretje roken. Ik was dan ook blij, dat de lagere school voorbij was en ik met mijn handen kon gaan werken. Het vak van timmerman heb ik altijd prachtig gevonden en dat vind ik nog. Onder elkaar hadden we het erg gezellig op de jongensschool. Maar ik was dus duidelijk niet het braafste jongetje van de klas. Recent hebben we nog een reünie gehad in Reuver van de 6e klas van de lagere school van 1960. Daarvan heeft PUIK ook verslag gedaan toen. Prachtig was dat om iedereen van vroeger weer te treffen en bij te praten over de goede oude tijd.

''Maar als ik nog eens 20 zou zijn dan…''

Wat ook mooi is om te vertellen is dat toen ik 65 werd, en wij een cruise hebben gemaakt, de allereerste die mij om middernacht feliciteerde met mijn 65e, de Italiaan Mario Cipollini was. Ook een ex-wereldkampioen bij de UCI, als profwielrenner in 2002 te Zolder in België. Hij gaf workshops op de boot waar wij ook op zaten en toen hij van anderen te horen kreeg dat er nog een ex-wereldkampioen aan boord was heeft hij mij op die manier prettig verrast.

We zijn met het BMX-en o.a. in Brazilië, Japan, Australië, Canada, Amerika en weet ik veel geweest. Het was een geweldige tijd en we hebben veel van de wereld en heel Europa gezien. Hierna ben ik nog 4 jaar bondscoach geweest van de Nationale BMX-ploeg en ook daarmee hebben we heel de wereld afgereisd. Jose en ik regelden toen alles voor de hele equipe. De boekingen van hotels, vliegtuigen enz. enz.

Over Australië is er nog een apart verhaal. Omdat we daar naartoe moesten, dat was in de stad Brisbane, en ik nog niet precies wist hoe alles werkte nam ik contact op met een jeugdvriend in Reuver, waarvan ik wist dat hij familie had in Australië en dat die mij een beetje wegwijs zou kunnen maken. Ik gaf hem een briefje mee met wat vragen en wat bleek. Zijn familie woonde in Brisbane en wat nog toevalliger was dat zijn familie ook een jeugdvriendje van mij van de lagere school was, Jos Custers. Het was helemaal te gek en ongelooflijk, dat Jos ook nog voorzitter was van de plaatselijke BMX-vereniging, waar zijn zonen ook actief lid van waren! We hoefden uiteindelijk zelfs geen hotel te boeken, want we verbleven in Australië toen bij Jos en zijn gezin thuis op hun uitnodiging. Het is nu voor mij en Jose nog steeds een onvergetelijke gebeurtenis. Echt geweldig.

Door het drukke werk en gezinsleven, en natuurlijk als timmerman in de avonden en weekenden veel bijklussen, heb ik daarna een aantal jaren niet gefietst, maar toen ik ongeveer 35 jaar oud was kwam de BMX-sport heel erg op. Dat is fietsen over een crossparcours met heuveltjes en bochten, waarbij je van een hoge startheuvel afvliegt met 8 man naast elkaar. Een soort van motorcross op fietsjes, waarbij veel snelheid en behendigheid komt kijken. Inmiddels is dat ook een olympische sport. Deze sport interesseerde mij heel erg en trok mij aan, waarschijnlijk omdat cyclocross en ook het vroegere crossen met mijn vriendjes mij goed lag en ik graag van alles technisch uitprobeer met de fiets.

Ik ben daar toen enthousiast ingestapt en reed wedstrijden eerst bij de 25+. Dat ging mij vanaf het begin heel goed af. Ik behaalde heel goede resultaten en mocht zelfs aan de Nederlandse-, Europese- en Wereldkampioenschappen meedoen en stond vaker op het podium, vaak tussen jonge gasten van midden in de twintig. Daarna ben ik in de categorie 40+ terechtgekomen en hier ben ik zowel Nederlands- (3x), Europees- (3x) en Wereldkampioen geworden. Dit laatste was in Columbia en was onvergetelijk. Ik heb altijd samen met Jose in die tak van sport de halve of beter gezegd de hele wereld afgereisd. Een echte UCI-wereldkampioenschapstrui (Regenboogtrui) heb ik toen over mijn schouders mogen trekken.

Ik was als jong ventje al gek van fietsen en we hadden met wat kameraadjes een eigen crossparcours gemaakt in de Bercken in Reuver, vlakbij toentertijd de boerderij van Har Blomen. Daar hebben we heel wat zelf in elkaar gezette fietsjes laten sneuvelen. We kochten voor een dubbeltje dan een damesfietsframe bij 'Klompe Joep', want daar lag het oude ijzer van de Harmonie. Hiervan maakten we onze eigen crossfietsjes van en die sneuvelden met alle gecross en gespring nogal eens. Daar hebben we altijd een hoop plezier beleefd. Ik was daarna ook een korte tijd bij Hercules en heb in mijn prille jeugd korte tijd bij V.V. Reuver gekeept.

Maar het fietsen was mijn grote passie en ik ruilde op mijn 15e een oude slecht lopende crossbrommer in voor een racefiets, een Jeko, die een bekende van mij liet overspuiten in een knalgele kanarie-kleur. Ik heb het fietsen in het begin allemaal wat stiekem moeten doen, want wielrennen daar stonden ze thuis echt niet achter. Maar op een gegeven moment moesten ze daar wel in mee, want als ik niet mocht fietsen gooide ik de kont tegen de krip.

Ik weet nog dat ik in het begin bij een soort dikke banden race in buurt Bussereind in Beesel (ongeveer voor de deur van het ouderlijk huis van mijn moeder) een wedstrijdje won, waarbij ik Beeselnaar Herman Crins klopte, ter hoogte van café Janissen en als prijzen met een beker, een fles aanleng-limonade en een cake naar huis kwam en dat vonden mijn ouders prachtig. Daarna werd er niet meer gezeurd over mijn fietsen. Ik heb mij toen gauw genoeg aangemeld bij de NWB (Nederlandse WielrenBond) en ben wedstrijden gaan rijden.

Mijn eerste echte goede racefiets ben ik gaan kopen samen met de vader van Carla Beurskens, de ex-marathonloopster. Wij gingen daarvoor met de trein naar Echt naar de Eroba-fabriek. Ik was heel trots op die Eroba-fiets. Met die fiets kreeg ik een zwaar ongeluk tijdens een wedstrijd in Kessel-Eik doordat er een jongetje de weg overstak. Daar heb ik een tijdje van moeten revalideren en heb de draad daarna weer opgepikt. Het koersen op de racefiets ging mij goed af. Ik behaalde mooie resultaten bij de amateurs samen in het peloton met later heel bekende profrenners. In die tijd heb ik diverse wedstrijden gereden met jongens zoals Roger de Vlaeminck, Jean-Pierre Monsere, Joop Zoetemelk, Gerben Karstens enz. Twee seizoenen heb ik bij de KNWU (Koninklijke Nederlandse Wielren Unie) in een topteam gereden. Heijnen Motors uit Venlo was dat.

Daarna ben ik, omdat ik ook nog heel veel uren werkte en wij een heel druk gezin hadden met kleine kinderen en geen prof ben geworden weer teruggegaan naar de NWB en heb daar nog jaren als amateur gefietst. Met name in de winter heb ik geregeld wedstrijden gewonnen tijdens het cyclocrossen. Jose ging als het even kon altijd mee naar het koersen.

Bij dancing Monopool heb ik eind 60-er jaren Jose leren kennen en we hadden als gemeenschappelijke achtergrond dat we wielerliefhebbers waren (hiervan kenden wij elkaar al vluchtig) en op het regionale wielrennen altijd aanwezig waren. Ik fietste toen bij de amateurs van de NWB (Nederlandse WielrenBond).

Jose woonde in Neer en we zijn vanaf oktober 1972 samen in Neer gaan wonen, omdat we daar al snel een nieuwe huurwoning konden krijgen.

Ik ben geboren op de Prins Hendrikstraat in Reuver en op mijn 4e zijn we verhuisd naar Den Roover tegenover de oude meisjesschool. Hier ben ik opgegroeid in een gezin van 8 kinderen, 4 meisjes en 4 jongens. Mijn vader, Sjra, werkte als fabrieksarbeider en zat in de muziek, harmonie enz., net zoals alle Willemsens. Moeder was huisvrouw net zoals alle moeders in die tijd. Een druk gezinnetje dus. Ik ben na de lagere school op mijn 12e naar de Ambachtschool gegaan en heb voor timmerman geleerd. Hierna ben ik vanaf mijn 15e gaan werken bij de gebroeders Van den Borst aan de Markt in Beesel. Hier heb ik bijna 33 jaar gewerkt en daarna heb ik nog 12,5 jaar gewerkt als timmerman in de werkplaats van Bouwbedrijf Geelen in Neer. 

Inmiddels ben ik vanaf mijn 60e met pensioen Jose en ik hebben 4 dochters, 7 kleinzonen en 1 kleindochter en 1 achterkleinzoon. Hobby’s zijn dus nu alle kinderen en kleinkinderen, nog steeds het Timmermansberoep en ik hou erg van sport. Als het nodig is maak ik als timmerman nog van alles voor familie en vrienden en ik werk als vrijwilliger bij een zorgboerderij waar ook vaak een beroep op mij wordt gedaan om van alles te maken voor de cliënten (vogelhuisjes, mozaïeken en andere materialen) om de cliënten mee te laten knutselen. Verder fiets is nog geregeld en hou ik zeker alles van de wielersport nog bij, maar ook Formule 1 en voetbal volg ik zeker.

Naam: Jan Willemsen

Leeftijd: 74

Beroep: Timmerman (gepensioneerd)

Verliefd, verloofd, getrouwd, single: Bijna 50 jaar Samenwonend en nog steeds verliefd op Jose.

Woonde in: Reuver

Woont nu in: Neer

JAN WILLEMSEN

PUIKE MENSEN

Klik hier om je gratis in te  schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

PUIKE MENSEN

JAN WILLEMSEN

Naam: Jan Willemsen

Leeftijd: 74

Beroep: Timmerman (gepensioneerd)

Verliefd, verloofd, getrouwd, single: Bijna 50 jaar Samenwonend en nog steeds verliefd op Jose.

Woonde in: Reuver

Woont nu in: Neer

Ik ben geboren op de Prins Hendrikstraat in Reuver en op mijn 4e zijn we verhuisd naar Den Roover tegenover de oude meisjesschool. Hier ben ik opgegroeid in een gezin van 8 kinderen, 4 meisjes en 4 jongens. Mijn vader, Sjra, werkte als fabrieksarbeider en zat in de muziek, harmonie enz., net zoals alle Willemsens. Moeder was huisvrouw net zoals alle moeders in die tijd. Een druk gezinnetje dus. Ik ben na de lagere school op mijn 12e naar de Ambachtschool gegaan en heb voor timmerman geleerd. Hierna ben ik vanaf mijn 15e gaan werken bij de gebroeders Van den Borst aan de Markt in Beesel. Hier heb ik bijna 33 jaar gewerkt en daarna heb ik nog 12,5 jaar gewerkt als timmerman in de werkplaats van Bouwbedrijf Geelen in Neer. 

Inmiddels ben ik vanaf mijn 60e met pensioen Jose en ik hebben 4 dochters, 7 kleinzonen en 1 kleindochter en 1 achterkleinzoon. Hobby’s zijn dus nu alle kinderen en kleinkinderen, nog steeds het Timmermansberoep en ik hou erg van sport. Als het nodig is maak ik als timmerman nog van alles voor familie en vrienden en ik werk als vrijwilliger bij een zorgboerderij waar ook vaak een beroep op mij wordt gedaan om van alles te maken voor de cliënten (vogelhuisjes, mozaïeken en andere materialen) om de cliënten mee te laten knutselen. Verder fiets is nog geregeld en hou ik zeker alles van de wielersport nog bij, maar ook Formule 1 en voetbal volg ik zeker.

Bij dancing Monopool heb ik eind 60-er jaren Jose leren kennen en we hadden als gemeenschappelijke achtergrond dat we wielerliefhebbers waren (hiervan kenden wij elkaar al vluchtig) en op het regionale wielrennen altijd aanwezig waren. Ik fietste toen bij de amateurs van de NWB (Nederlandse WielrenBond).

Jose woonde in Neer en we zijn vanaf oktober 1972 samen in Neer gaan wonen, omdat we daar al snel een nieuwe huurwoning konden krijgen.

Door het drukke werk en gezinsleven, en natuurlijk als timmerman in de avonden en weekenden veel bijklussen, heb ik daarna een aantal jaren niet gefietst, maar toen ik ongeveer 35 jaar oud was kwam de BMX-sport heel erg op. Dat is fietsen over een crossparcours met heuveltjes en bochten, waarbij je van een hoge startheuvel afvliegt met 8 man naast elkaar. Een soort van motorcross op fietsjes, waarbij veel snelheid en behendigheid komt kijken. Inmiddels is dat ook een olympische sport. Deze sport interesseerde mij heel erg en trok mij aan, waarschijnlijk omdat cyclocross en ook het vroegere crossen met mijn vriendjes mij goed lag en ik graag van alles technisch uitprobeer met de fiets.

Ik ben daar toen enthousiast ingestapt en reed wedstrijden eerst bij de 25+. Dat ging mij vanaf het begin heel goed af. Ik behaalde heel goede resultaten en mocht zelfs aan de Nederlandse-, Europese- en Wereldkampioenschappen meedoen en stond vaker op het podium, vaak tussen jonge gasten van midden in de twintig. Daarna ben ik in de categorie 40+ terechtgekomen en hier ben ik zowel Nederlands- (3x), Europees- (3x) en Wereldkampioen geworden. Dit laatste was in Columbia en was onvergetelijk. Ik heb altijd samen met Jose in die tak van sport de halve of beter gezegd de hele wereld afgereisd. Een echte UCI-wereldkampioenschapstrui (Regenboogtrui) heb ik toen over mijn schouders mogen trekken.

Wat ook mooi is om te vertellen is dat toen ik 65 werd, en wij een cruise hebben gemaakt, de allereerste die mij om middernacht feliciteerde met mijn 65e, de Italiaan Mario Cipollini was. Ook een ex-wereldkampioen bij de UCI, als profwielrenner in 2002 te Zolder in België. Hij gaf workshops op de boot waar wij ook op zaten en toen hij van anderen te horen kreeg dat er nog een ex-wereldkampioen aan boord was heeft hij mij op die manier prettig verrast.

We zijn met het BMX-en o.a. in Brazilië, Japan, Australië, Canada, Amerika en weet ik veel geweest. Het was een geweldige tijd en we hebben veel van de wereld en heel Europa gezien. Hierna ben ik nog 4 jaar bondscoach geweest van de Nationale BMX-ploeg en ook daarmee hebben we heel de wereld afgereisd. Jose en ik regelden toen alles voor de hele equipe. De boekingen van hotels, vliegtuigen enz. enz.

Over Australië is er nog een apart verhaal. Omdat we daar naartoe moesten, dat was in de stad Brisbane, en ik nog niet precies wist hoe alles werkte nam ik contact op met een jeugdvriend in Reuver, waarvan ik wist dat hij familie had in Australië en dat die mij een beetje wegwijs zou kunnen maken. Ik gaf hem een briefje mee met wat vragen en wat bleek. Zijn familie woonde in Brisbane en wat nog toevalliger was dat zijn familie ook een jeugdvriendje van mij van de lagere school was, Jos Custers. Het was helemaal te gek en ongelooflijk, dat Jos ook nog voorzitter was van de plaatselijke BMX-vereniging, waar zijn zonen ook actief lid van waren! We hoefden uiteindelijk zelfs geen hotel te boeken, want we verbleven in Australië toen bij Jos en zijn gezin thuis op hun uitnodiging. Het is nu voor mij en Jose nog steeds een onvergetelijke gebeurtenis. Echt geweldig.

Ik weet nog dat ik in het begin bij een soort dikke banden race in buurt Bussereind in Beesel (ongeveer voor de deur van het ouderlijk huis van mijn moeder) een wedstrijdje won, waarbij ik Beeselnaar Herman Crins klopte, ter hoogte van Cafe Janissen en als prijzen met een beker, een fles aanleng-limonade en een cake naar huis kwam en dat vonden mijn ouders prachtig. Daarna werd er niet meer gezeurd over mijn fietsen. Ik heb mij toen gauw genoeg aangemeld bij de NWB (Nederlandse WielrenBond) en ben gaan wedstrijden rijden.

Mijn eerste echte goede racefiets ben ik gaan kopen samen met de vader van Carla Beurskens, de ex-marathonloopster. Wij gingen daarvoor met de trein naar Echt naar de Eroba-fabriek. Ik was heel trots die Eroba-fiets. Met die fiets kreeg ik een zwaar ongeluk tijdens een wedstrijd in Kessel-Eik doordat er een jongetje de weg overstak. Daar heb ik een tijdje van moeten revalideren en heb de draad daarna weer opgepikt. Het koersen op de racefiets ging mij goed af. Ik behaalde mooie resultaten bij de amateurs samen in het peloton met later heel bekende Profrenners. In die tijd heb ik diverse wedstrijden gereden met jongens zoals Roger de Vlaeminck, Jean-Pierre Monsere, Joop Zoetemelk, Gerben Karstens enz. Twee seizoenen heb ik bij de KNWU (Koninklijke Nederlandse Wielren Unie) in een topteam gereden. Heijnen Motors uit Venlo was dat.

Daarna ben ik, omdat ik ook nog heel veel uren werkte en wij een heel druk gezin hadden met kleine kinderen en geen prof ben geworden weer teruggegaan naar de NWB en heb daar nog jaren als amateur gefietst. Met name in de winter heb ik geregeld wedstrijden gewonnen tijdens het cyclocrossen. Jose ging als het even kon altijd mee naar het koersen.

Ik was als jong ventje al gek van fietsen en we hadden met wat kameraadjes een eigen crossparcours gemaakt in de Bercken in Reuver, vlakbij toentertijd de boerderij van Har Bloomen. Daar hebben we heel wat zelf in elkaar gezette fietsjes laten sneuvelen. We kochten voor een dubbeltje dan een damesfietsframe bij Klompe Joep, want daar lag het oude ijzer van de Harmonie. Hiervan maakte we onze eigen crossfietsjes van en die sneuvelden met alle gecross en gespring nogal eens. Daar hebben we een hoop plezier beleefd altijd. Ik was daarna ook een korte tijd bij Hercules en heb in mijn prille jeugd korte tijd gekeept bij V.V.Reuver.

Maar het fietsen was mijn grote passie en ik ruilde op mijn 15e een oude slecht lopende crossbrommer in voor een racefiets, een Jeko, die een bekende van mij liet overspuiten in knalgele kanarie-kleur. Ik heb het fietsen in het begin allemaal wat stiekem moeten doen, want wielrennen daar stonden ze thuis echt niet achter. Maar op een gegeven moment moesten ze daar wel in mee, want als ik niet mocht fietsen gooide ik de kont tegen de krip.


Ik was niet zo “schoolachtig” op school. Als het even ging streek ik mij erlangs, haalden wij stiekem sigaretten en gingen we wat crossen en stiekem een sigaretje roken. Ik was dan ook blij, dat de lagere school voorbij was en ik met mijn handen kon gaan werken. Het vak van timmerman heb ik altijd prachtig gevonden en dat vind ik nog. Onder elkaar hadden we het erg gezellig op de jongensschool. Maar ik was dus duidelijk niet het braafste jongetje van de klas. Recent hebben we nog een reünie gehad in Reuver van de 6e klas van de lagere school van 1960. Daarvan heeft PUIK ook verslag gedaan toen. Prachtig was dat om iedereen van vroeger weer te treffen en bij te praten over de goede oude tijd.

''Maar als ik nog eens 20 zou zijn dan…''

Als je wat ouder wordt speelt natuurlijk de nostalgie een grotere rol. Echt thuis voelt Reuver misschien nog steeds een beetje meer dan Neer met me doet. Ben ik in Reuver dan kom ik altijd weer mensen van vroeger tegen, dat doet altijd goed. Opgegroeid ben ik natuurlijk in Reuver en dat blijft in je hart zitten. Maar Neer bevalt natuurlijk verder prima met de hele familie over het algemeen dicht in de buurt. Ook is Reuver natuurlijk groter dan Neer en zijn de voorzieningen, zoals openbaar vervoer, trein, bus en winkels beter dan Neer.

Ook heb ik natuurlijk, wonende in Neer, nog 33 jaar in Beesel gewerkt. Dus er is nog altijd veel (ook emotionele) binding met de andere kant van de Maas. Maar er is niks mis met Neer hoor. Echt “missen” doe ik niets.

We hebben pas, zoals al gezegd een reünie gehad van de 6e klas van de lagere school dus bijna iedereen of zelfs iedereen heb ik daar weer gesproken. Maar goed nadenkend zou ik graag Gerard Cornelissen, een jongen van de overburen op Den Roover, nog wel eens willen spreken en hem vragen hoe zijn leven is gelopen en het nu met hem gaat. Vroeger speelden en voetbalden wij thuis en op het schoolplein altijd samen.

JAN'S WEEKENDPASPOORT

Slaapt uit tot?                                                         Ongeveer tot 9 uur maximaal tot half 10 en dan eventueel een rondje fietsen of wandelen of mijn broer opzoeken op de Kreppel in Heythuysen.

Ontbijt met (hier wordt eten bedoelt)? Boterham met ei en spek of als dat er niet is dan een boterham met pindakaas.

Favoriete drankje?                                                Schrobbeler.

Favoriete trainingsrondje in het weekend?Vanuit Neer naar Kessel. Veerpont over en dan richting “Muijsers aan de Maas” en dan via “Foekessbrook” naar “Ronckenstein” dan richting “Kromme Hook” dan naar de “Witte Stein” en via de Prinsendijk naar Swalmen en bij het zwembad rechtsaf richting dorp (tussenstop voor koffie bij mijn zus daar soms) en dan via Roermond terug naar Neer.

Wielrennen of cyclocross of BMX?                       Ik kan niet kiezen tussen deze 3. Ze hebben mij en ook Jose veel plezier gebracht en mooie tijden. Zowel als actief beoefenaar van deze sporten, alsook het nu er alles nog van volgen en bekijken, zijn ze me alle drie even lief. Ik vind ze alle drie geweldig.

Ik en Jose hebben nergens spijt van, maar stel dat het leven nog eens overgedaan kon worden, dan zou ik zeker overwegen om in Australië te gaan wonen. Daar zijn we beiden wel verliefd op geworden. Nu is dat zeker geen optie meer en zou ik het niet over mijn hart verkrijgen om zo ver van alles en iedereen van ons gezin en kleinkinderen weg te gaan.

We zijn heel gelukkig hier en allebei gezond en hebben alles wat we willen, dus er is geen klagen. Maar als ik nog eens 20 zou zijn dan……