Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.


UIT HARMONIE HERBOREN
DOOR GOEDE WENSEN BEGELEID
16 SEPTEMBER 1988


Ós Aje Kasteleins
Cafe - zaal de Patriot

Nog niet eens zo heel erg lang geleden lagen er verspreid over de gemeente Beesel tientallen cafés. Daar zijn er inmiddels niet zo veel meer van over. Maar de herkomst, geschiedenis en bijzondere verhalen van de deze kroegen blijven gelukkig nog wel even voortbestaan. In de serie genaamd ‘Os Aje Kasteleins’ blikt Puik terug met voormalige kroegeigenaren en kasteleins van roemruchte horecagelegenheden. In deel 28 komt Henk Kempees aan het woord. Hij runde van 1988 tot 1991 café de Patriot aan de Reuverse Rijksweg.

Henk en zijn broer Jan hadden al de nodige horeca-ervaring opgedaan in Venlo voor ze in Reuver begonnen. “We werden gevraagd of we niet wilden helpen in café DonkieSjot. Ik zal het maar eerlijk zeggen; in dat café kwam teveel gajes. Wij werkten ook altijd met z’n tweeën vanwege de veiligheid. Onze opdracht was om het gajes weg te houden en te zorgen dat de rekeningen van gasten betaald werden; er lagen namelijk heel veel openstaande rekeningen in de kassalade. Dat is aardig gelukt. Zo zat er een keer iemand aan de bar, laten we hem Sjeng noemen, die een drankje bestelde. Ik zei dat ik dat best wilde maken maar dat hij dan wel zijn rekening moest betalen van rond de 900 gulden. Daarop werd Sjeng kwaad en gooide een asbak tegen de glazen wand. Gevolg; de wand en een aantal flessen met sterke drank sneuvelden. Ik bleef rustig, telde de flessen en zei luid dat de rekening nu was opgelopen tot 1100 gulden. ‘Je gaat me toch niet vertellen dat je de rekening niet kunt betalen?’ Het was zo’n type met pakken vol geld op zak. Andere gasten hadden dit uiteraard meegekregen en sommeerden Sjeng om gewoon te betalen. Dat deed hij uiteindelijk met nog een fooi van honderd gulden erbij. Ook een aantal andere gasten besloot vervolgens om hun openstaande rekeningen maar te voldoen.”

Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat

“We waren elke dag geopend vanaf elf uur ’s ochtends, behalve de maandag. Overdag hadden we een kleine kaart met soep, wat broodjes en een uitsmijter. Daarnaast verkochten we veel koffie met vlaai. ’s Ochtends kwamen er altijd een paar stamgasten jenevertjes drinken. Ze hadden hun eigen regel; als er met een fles geen volledig borrelglaasje gevuld kon worden omdat er niet meer genoeg in zat, was dat drankje gratis. Stonden die om vijf voor elf al door de raam te turen bij welke flessen dit vandaag weer het geval zou zijn. En dat deden ze niet alleen bij ons, maar ook bij Ronckenstein en ’t Lambaerke”, vertelt Henk lachend.

De Patriot bleef tot een uur ’s nachts open. “’s Avonds had er een keer een stamgast iets te diep in het glaasje gekeken. Toen hij terug naar huis wilde gaan, vergat hij de bocht te nemen, knalde vol met zijn brommer tegen een hek en bleef precies met zijn voorwiel tussen de spijlen vast zitten.”

"Helaas dus geen Rowwen Hèze bij de Patriot” "

PUIK VERHAAL

café ‘t Centrum

Moeite met lezen van affiches 
Zorgen dat de foute gasten wegbleven, lukte mede door iets anders. “Er heerste in die tijd open tuberculose. De GGD had affiches gemaakt waarin ze de plaatselijke horeca hiervoor waarschuwden. Veel gasten begrepen niet wat het inhield, dus moest ik ze uitleggen dat het heel besmettelijk was. Nadat ik dat gedaan had, besloot een aanzienlijk deel weg te blijven omdat ze bang waren dat zij besmet werden. Dit heeft toen een positieve leegloop veroorzaakt. Toen het gevaar van TBC al lang weer weg was, liet ik de affiches nog maanden aan de ramen hangen”, stelt Henk met een grote knipoog.

Voor onszelf beginnen in Reuver
Na een tijdje waren Jan en ik klaar om iets voor onszelf te beginnen. In Reuver lag een café met grote zaal vrij en aangezien we in ‘t Ruivers Veld opgegroeid waren, hadden we er wel oren naar. We huurden de zaak van de brouwerij. De eerste maanden moesten we flink verbouwen. In het dorp was natuurlijk bekend geworden dat er nieuwe uitbaters in zouden komen. Zodoende informeerden er een behoorlijk aantal verenigingen of ze bij ons de zaal konden gebruiken. Voordat we open waren, hadden we de Harmonie, nog een aantal kleinere muziekgezelschappen en de Windjbuujels al onder ons dak.”

Rebellen en patriotten
“Samen met onze vrouwen Bernie en Ank begonnen we aan het nieuwe avontuur. Bernie en ik gingen boven de zaak wonen, Jan en Ank betrokken een woning in Offenbeek. Dat we het café de Patriot hebben genoemd, kwam eigenlijk door mijn schoonvader. Hij vond mij nogal een rebel en daar had hij eerlijk gezegd ook wel gelijk in. Aangezien mijn broer wat dat betreft wel op me leek, besloten we dat de Patriot daarom een geschikte naam was.”

Veel bands waaronder Rowwen Hèze
“We kregen veel aanvragen van managers van bandjes. Eentje beloofde dat ze eigen fans mee zouden nemen. Dat bleek te kloppen; de zaal zat hartstikke vol. Die band hebben we meteen nog een aantal keren geboekt. Voor het optreden van een ander bandje moest ik een vergunning aanvragen bij de gemeente. Die was ter ore gekomen dat het er bij optredens nogal ruig aan toe kon gaan en er bijvoorbeeld met bier gesmeten werd. Vandaar dat er aan allerlei voorwaarden voldaan moest worden waardoor ik het niet door kon laten gaan. Helaas dus geen Rowwen Hèze bij de Patriot”, stelt Henk grijnzend. Bureaucratie op het gemeentehuis maakte Henk vaker mee. “Ik wilde dansavonden organiseren. De burgemeester verklaarde dat er minimaal 25 centimeter afstand gehouden moest worden tussen mannen en vrouwen. Let wel; we hebben het hier over begin jaren ’90. Uiteraard besloot ik hier niet in mee te gaan.”

Om je vingers bij af te likken
De Patriot vierde zijn hoogtijdagen tijdens carnaval en kermis. “Met die dagen werkten we met een man of vijftien. Ik weet niet precies hoeveel mensen er dan in de zaal waren maar wel dat we drie tanks van ieder duizend liter in de kelder hadden staan. En die moesten geregeld bijgevuld worden. Tijdens carnaval kwam er een vrouw aan de bar met een behoorlijk uiteenlopende bestelling: ’n aantal biertjes, sjoes en halfom, een koffie, een spa rood, een 7up en een tonic. Toen ik de drankjes gemaakt had en het dienblad voor haar neerzette, vroeg ze; ‘wat is nu de spa rood, wat de 7up en wat de tonic?’ Ik deed net of ik mijn vingers in de drie glazen met fris dipte, proefde er zogenaamd aan en legde de vrouw uit welke drankjes bij welke glazen hoorde. Ze keek me verbouwereerd aan maar zei niks en liep maar gewoon weg.”

Vetzooi op het vrouwentoilet
“In de zaal hadden we aan de zijkanten tafels aan mekaar geschoven. Daar mocht niemand op gaan zitten of staan. Voor de glazenophalers een perfecte plek om de glazen ongeschonden op te halen. We liepen met z’n drieën met zaklampen rond om te controleren of er geen trammelant was. Als er iets dreigde of ergens iets tekort aan was, signaleerden we naar elkaar door te knipperen. Vervolgens sprongen we op de tafels en konden we indien nodig razendsnel naar de andere kant van de zaal komen zonder ons tussen de mensenmassa te hoeven te wringen. Ik had een strakke planning qua poetsen zodat we om een uur of 3 ’s nachts ook echt met alles klaar waren. Ik herinner me nog goed dat vooral de vrouwentoiletten een grote vetzooi waren. Hele wc-rollen die in de pot gegooid waren en niet doorgespoelde drollen waar kapotte glazen op gesmeten waren. Bij de mannen zag je dan weer voornamelijk dat ze geprobeerd hadden tot het plafond te pissen”, verklaart Henk droogjes.

Geen ruzie door goed ingrijpen
Doordat alles goed in de gaten gehouden werd, was er eigenlijk nooit ruzie. “De politie is tijdens onze eerste kermis op bezoek geweest. Zij waren verbaasd dat zij niet hoefden op te draven in verband met ruzies. Een keer werden we gewaarschuwd dat er een groepje vanuit Venlo naar ons onderweg was met ijzeren staven om rotzooi te trappen. Zij hadden een dag ervoor stress gehad met andere bezoekers. Ik kreeg van tevoren een signalement van deze heren dus toen ik ze zag binnenkomen ben ik er meteen naartoe gegaan. Ik heb ze welkom geheten, een praatje met ze gemaakt en een rondje van de zaak aangeboden. Dat hadden ze duidelijk niet verwacht. Vervolgens heb ik ze nog een drankje aangeboden, ze vertelt dat ik me niet kon voorstellen dat zij uit waren op problemen en ze nog een fijne dag gewenst. Ik heb geen enkele last van ze gehad. Wel werd ik op een bepaald moment door een medewerker geroepen dat ze aan de zijkant van de zaak een aantal ijzeren staven had gevonden.”

Onverwachte huurverhoging na verbouwing
Na verloop van tijd gingen Henk en Jan wat anders over de bedrijfsvoering van de Patriot denken. “Uiteindelijk werd besloten dat Jan en Ank zouden stoppen en ik alleen met Bernie de zaak zou voortzetten. Later vroeg de brouwerij of we de zaal niet wilden verbouwen en uitbreiden zodat er ook een podium in paste. Zij zouden opdraaien voor de kosten als ik voor de mankracht kon zorgen. Dat zagen we natuurlijk wel zitten dus ik heb wat bekenden opgetrommeld die ons kwamen helpen. Toen alles verbouwd was, kwam de brouwerij plotseling met de mededeling dat de huur verhoogd werd omdat de exploitatieruimte nu ook groter was. Hier was van tevoren geen woord over gerept dus daar was ik het niet mee eens. Ik hield de poot stijf en zei dat ik die huurverhoging niet accepteerde. Op het laatste moment bond de brouwerij alsnog in maar toen was ik het vertrouwen al kwijt; het avontuur was daarmee voor ons afgelopen. Ik denk dat de brouwerij hier achteraf wel spijt van heeft gehad. Het heeft daarna namelijk twee jaar geduurd voor er een andere zaak in kwam (Kruidvat, red.).

Cursussen techniek, leraar en kroegtijger
Henk en Bernie verhuisden naar Blerick. Henk startte een technisch adviesbureau en eindigde uiteindelijk als leerkracht in het onderwijs. Na daar nog achttien jaar werkzaam te zijn geweest, ging hij in juli 2020 met pensioen. Wel geeft hij nog cursussen in de techniek. In de horeca heeft hij nooit meer gewerkt. “Ik heb nog wel veel aan de bar gezeten”, stelt hij lachend tot besluit.

café ‘t Centrum

Cursussen techniek, leraar en kroegtijger
Henk en Bernie verhuisden naar Blerick. Henk startte een technisch adviesbureau en eindigde uiteindelijk als leerkracht in het onderwijs. Na daar nog achttien jaar werkzaam te zijn geweest, ging hij in juli 2020 met pensioen. Wel geeft hij nog cursussen in de techniek. In de horeca heeft hij nooit meer gewerkt. “Ik heb nog wel veel aan de bar gezeten”, stelt hij lachend tot besluit.

Voor onszelf beginnen in Reuver
Na een tijdje waren Jan en ik klaar om iets voor onszelf te beginnen. In Reuver lag een café met grote zaal vrij en aangezien we in ‘t Ruivers Veld opgegroeid waren, hadden we er wel oren naar. We huurden de zaak van de brouwerij. De eerste maanden moesten we flink verbouwen. In het dorp was natuurlijk bekend geworden dat er nieuwe uitbaters in zouden komen. Zodoende informeerden er een behoorlijk aantal verenigingen of ze bij ons de zaal konden gebruiken. Voordat we open waren, hadden we de Harmonie, nog een aantal kleinere muziekgezelschappen en de Windjbuujels al onder ons dak.”

PUIK VERHAAL

PUIK VERHAAL


Ós Aje Kasteleins
Cafe - zaal de Patriot

Nog niet eens zo heel erg lang geleden lagen er verspreid over de gemeente Beesel tientallen cafés. Daar zijn er inmiddels niet zo veel meer van over. Maar de herkomst, geschiedenis en bijzondere verhalen van de deze kroegen blijven gelukkig nog wel even voortbestaan. In de serie genaamd ‘Os Aje Kasteleins’ blikt Puik terug met voormalige kroegeigenaren en kasteleins van roemruchte horecagelegenheden. In deel 28 komt Henk Kempees aan het woord. Hij runde van 1988 tot 1991 café de Patriot aan de Reuverse Rijksweg.

Henk en zijn broer Jan hadden al de nodige horeca-ervaring opgedaan in Venlo voor ze in Reuver begonnen. “We werden gevraagd of we niet wilden helpen in café DonkieSjot. Ik zal het maar eerlijk zeggen; in dat café kwam teveel gajes. Wij werkten ook altijd met z’n tweeën vanwege de veiligheid. Onze opdracht was om het gajes weg te houden en te zorgen dat de rekeningen van gasten betaald werden; er lagen namelijk heel veel openstaande rekeningen in de kassalade. Dat is aardig gelukt. Zo zat er een keer iemand aan de bar, laten we hem Sjeng noemen, die een drankje bestelde. Ik zei dat ik dat best wilde maken maar dat hij dan wel zijn rekening moest betalen van rond de 900 gulden. Daarop werd Sjeng kwaad en gooide een asbak tegen de glazen wand. Gevolg; de wand en een aantal flessen met sterke drank sneuvelden. Ik bleef rustig, telde de flessen en zei luid dat de rekening nu was opgelopen tot 1100 gulden. ‘Je gaat me toch niet vertellen dat je de rekening niet kunt betalen?’ Het was zo’n type met pakken vol geld op zak. Andere gasten hadden dit uiteraard meegekregen en sommeerden Sjeng om gewoon te betalen. Dat deed hij uiteindelijk met nog een fooi van honderd gulden erbij. Ook een aantal andere gasten besloot vervolgens om hun openstaande rekeningen maar te voldoen.”

Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat

“We waren elke dag geopend vanaf elf uur ’s ochtends, behalve de maandag. Overdag hadden we een kleine kaart met soep, wat broodjes en een uitsmijter. Daarnaast verkochten we veel koffie met vlaai. ’s Ochtends kwamen er altijd een paar stamgasten jenevertjes drinken. Ze hadden hun eigen regel; als er met een fles geen volledig borrelglaasje gevuld kon worden omdat er niet meer genoeg in zat, was dat drankje gratis. Stonden die om vijf voor elf al door de raam te turen bij welke flessen dit vandaag weer het geval zou zijn. En dat deden ze niet alleen bij ons, maar ook bij Ronckenstein en ’t Lambaerke”, vertelt Henk lachend.

De Patriot bleef tot een uur ’s nachts open. “’s Avonds had er een keer een stamgast iets te diep in het glaasje gekeken. Toen hij terug naar huis wilde gaan, vergat hij de bocht te nemen, knalde vol met zijn brommer tegen een hek en bleef precies met zijn voorwiel tussen de spijlen vast zitten.”

Moeite met lezen van affiches 
Zorgen dat de foute gasten wegbleven, lukte mede door iets anders. “Er heerste in die tijd open tuberculose. De GGD had affiches gemaakt waarin ze de plaatselijke horeca hiervoor waarschuwden. Veel gasten begrepen niet wat het inhield, dus moest ik ze uitleggen dat het heel besmettelijk was. Nadat ik dat gedaan had, besloot een aanzienlijk deel weg te blijven omdat ze bang waren dat zij besmet werden. Dit heeft toen een positieve leegloop veroorzaakt. Toen het gevaar van TBC al lang weer weg was, liet ik de affiches nog maanden aan de ramen hangen”, stelt Henk met een grote knipoog.

Rebellen en patriotten
“Samen met onze vrouwen Bernie en Ank begonnen we aan het nieuwe avontuur. Bernie en ik gingen boven de zaak wonen, Jan en Ank betrokken een woning in Offenbeek. Dat we het café de Patriot hebben genoemd, kwam eigenlijk door mijn schoonvader. Hij vond mij nogal een rebel en daar had hij eerlijk gezegd ook wel gelijk in. Aangezien mijn broer wat dat betreft wel op me leek, besloten we dat de Patriot daarom een geschikte naam was.”

Onverwachte huurverhoging na verbouwing
Na verloop van tijd gingen Henk en Jan wat anders over de bedrijfsvoering van de Patriot denken. “Uiteindelijk werd besloten dat Jan en Ank zouden stoppen en ik alleen met Bernie de zaak zou voortzetten. Later vroeg de brouwerij of we de zaal niet wilden verbouwen en uitbreiden zodat er ook een podium in paste. Zij zouden opdraaien voor de kosten als ik voor de mankracht kon zorgen. Dat zagen we natuurlijk wel zitten dus ik heb wat bekenden opgetrommeld die ons kwamen helpen. Toen alles verbouwd was, kwam de brouwerij plotseling met de mededeling dat de huur verhoogd werd omdat de exploitatieruimte nu ook groter was. Hier was van tevoren geen woord over gerept dus daar was ik het niet mee eens. Ik hield de poot stijf en zei dat ik die huurverhoging niet accepteerde. Op het laatste moment bond de brouwerij alsnog in maar toen was ik het vertrouwen al kwijt; het avontuur was daarmee voor ons afgelopen. Ik denk dat de brouwerij hier achteraf wel spijt van heeft gehad. Het heeft daarna namelijk twee jaar geduurd voor er een andere zaak in kwam (Kruidvat, red.).

"Helaas dus geen Rowwen Hèze bij de Patriot” "

Veel bands waaronder Rowwen Hèze
“We kregen veel aanvragen van managers van bandjes. Eentje beloofde dat ze eigen fans mee zouden nemen. Dat bleek te kloppen; de zaal zat hartstikke vol. Die band hebben we meteen nog een aantal keren geboekt. Voor het optreden van een ander bandje moest ik een vergunning aanvragen bij de gemeente. Die was ter ore gekomen dat het er bij optredens nogal ruig aan toe kon gaan en er bijvoorbeeld met bier gesmeten werd. Vandaar dat er aan allerlei voorwaarden voldaan moest worden waardoor ik het niet door kon laten gaan. Helaas dus geen Rowwen Hèze bij de Patriot”, stelt Henk grijnzend. Bureaucratie op het gemeentehuis maakte Henk vaker mee. “Ik wilde dansavonden organiseren. De burgemeester verklaarde dat er minimaal 25 centimeter afstand gehouden moest worden tussen mannen en vrouwen. Let wel; we hebben het hier over begin jaren ’90. Uiteraard besloot ik hier niet in mee te gaan.”

Om je vingers bij af te likken
De Patriot vierde zijn hoogtijdagen tijdens carnaval en kermis. “Met die dagen werkten we met een man of vijftien. Ik weet niet precies hoeveel mensen er dan in de zaal waren maar wel dat we drie tanks van ieder duizend liter in de kelder hadden staan. En die moesten geregeld bijgevuld worden. Tijdens carnaval kwam er een vrouw aan de bar met een behoorlijk uiteenlopende bestelling: ’n aantal biertjes, sjoes en halfom, een koffie, een spa rood, een 7up en een tonic. Toen ik de drankjes gemaakt had en het dienblad voor haar neerzette, vroeg ze; ‘wat is nu de spa rood, wat de 7up en wat de tonic?’ Ik deed net of ik mijn vingers in de drie glazen met fris dipte, proefde er zogenaamd aan en legde de vrouw uit welke drankjes bij welke glazen hoorde. Ze keek me verbouwereerd aan maar zei niks en liep maar gewoon weg.”

Vetzooi op het vrouwentoilet
“In de zaal hadden we aan de zijkanten tafels aan mekaar geschoven. Daar mocht niemand op gaan zitten of staan. Voor de glazenophalers een perfecte plek om de glazen ongeschonden op te halen. We liepen met z’n drieën met zaklampen rond om te controleren of er geen trammelant was. Als er iets dreigde of ergens iets tekort aan was, signaleerden we naar elkaar door te knipperen. Vervolgens sprongen we op de tafels en konden we indien nodig razendsnel naar de andere kant van de zaal komen zonder ons tussen de mensenmassa te hoeven te wringen. Ik had een strakke planning qua poetsen zodat we om een uur of 3 ’s nachts ook echt met alles klaar waren. Ik herinner me nog goed dat vooral de vrouwentoiletten een grote vetzooi waren. Hele wc-rollen die in de pot gegooid waren en niet doorgespoelde drollen waar kapotte glazen op gesmeten waren. Bij de mannen zag je dan weer voornamelijk dat ze geprobeerd hadden tot het plafond te pissen”, verklaart Henk droogjes.

café ‘t Centrum

café ‘t Centrum


UIT HARMONIE HERBOREN
DOOR GOEDE WENSEN BEGELEID
16 SEPTEMBER 1988

Geen ruzie door goed ingrijpen
Doordat alles goed in de gaten gehouden werd, was er eigenlijk nooit ruzie. “De politie is tijdens onze eerste kermis op bezoek geweest. Zij waren verbaasd dat zij niet hoefden op te draven in verband met ruzies. Een keer werden we gewaarschuwd dat er een groepje vanuit Venlo naar ons onderweg was met ijzeren staven om rotzooi te trappen. Zij hadden een dag ervoor stress gehad met andere bezoekers. Ik kreeg van tevoren een signalement van deze heren dus toen ik ze zag binnenkomen ben ik er meteen naartoe gegaan. Ik heb ze welkom geheten, een praatje met ze gemaakt en een rondje van de zaak aangeboden. Dat hadden ze duidelijk niet verwacht. Vervolgens heb ik ze nog een drankje aangeboden, ze vertelt dat ik me niet kon voorstellen dat zij uit waren op problemen en ze nog een fijne dag gewenst. Ik heb geen enkele last van ze gehad. Wel werd ik op een bepaald moment door een medewerker geroepen dat ze aan de zijkant van de zaak een aantal ijzeren staven had gevonden.”