Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

In deze rubriek lees je leuke weetjes, gedichten en verhalen van schrijvers of gebeurtenissen in gemeente Beesel


Uit de oude doos


De Duitsers hadden ons hiernaartoe gejaagd en ons een oven toegewezen. De ovenmuren waren heel dik en vormden een goede beveiliging tegen de granaten die onafgebroken op de Reuver neer kwamen. Het was aardedonker in de oven. Er waren geen ramen of deuren en het was er heel erg koud want in de fabriek waren alle ruiten kapot. Regen, wind en al heel snel sneeuw konden vrij naar binnen. We hadden geen enkele kaars meer om licht te maken, alleen nog wat slaolie. Dat deed moeder in een kopje, waarin ze een klein reepje stof hing als lont. Het was een heel klein vlammetje voor die grote, inktzwarte ruimte. Van een oom en tante die ook op de Reuver woonden, kregen we een verenbed en een klein kacheltje dat ze hadden gebruikt om de was op uit te koken. Daar zaten ook een paar stukken kachelpijp bij, waar we erg blij mee waren. 

Vader was net bezig het kacheltje te plaatsen toen we hoorden schreeuwen: “Razzia!”. De mannen en jongens in de fabriek vluchtten alle kanten op en ook mijn vader moest maken dat hij weg kwam, maar waarheen zo vlug ? Gelukkig wist hij hoe de oven was gebouwd. Hij vloog met een reuzensprong tegen de muur op, greep zich aan de bovenkant vast en kroop er overheen. Daardoor belandde hij tussen de buiten- en binnenmuur, waar normaliter werd gestookt. Het was op het nippertje, daar waren de Duitsers al. “Männer, wo sind die Männer?” schreeuwden ze, maar moeder zei dat er geen mannen waren, ze was alleen met zeven kinderen. Weer vroegen ze om de mannen en stonden dreigend met de geweren in aanslag voor ons. Moeder was niet bang en zei weer dat ze het niet wist en dat haar man schipper was en dat ze al niets meer van hem had gehoord sinds het uitbreken van de oorlog. Dat heeft ze de hele evacuatietijd volgehouden en wij, kinderen, waren intussen wel zo slim om niets te zeggen als de Duitsers er waren. De voorzichtigheid en de angst zaten er al diep in na vier oorlogsjaren. Vader heeft nog uren tussen de muren gezeten voordat hij weer tevoorschijn durfde te komen en verder ging met het plaatsen van het kacheltje.

Kerstmis kwam dichterbij, het feest van de vrede. We hoopten nog steeds dat we voor de feestdagen bevrijd zouden zijn. Maar de oorlog ging in alle hevigheid verder, dag en nacht beschietingen, granaatinslagen, zware bommenwerpers dreunend op weg naar Duitsland, angst en ellende. Kerstmis 1944 bracht geen vrede, maar wel een van de mooiste kerstvieringen die we mochten meemaken, zeiden vader en moeder en alle kinderen die oud genoeg waren om het bewust te beleven. Nooit vergeet ik meer die kerstmorgen in de fabriek. De oven van de paters was prachtig, ze hadden de bedden opgestapeld tegen de wanden. Hierop mochten de mensen zitten, wij ook. De muren hadden ze bespannen met witte lakens, hierop dennengroen, versierd met rood papier. Het was zó sfeervol, het maakte ons zó blij. Het was echt Kerstmis, ondanks de oorlog waar we middenin zaten. Wij zijn allemaal naar de heilige mis geweest, ook de twee kleinsten. De paters zongen prachtig en er werd gebeden voor een spoedige vrede. Tot slot zongen we allemaal Stille nacht. Iedereen zong mee, groot en klein. Het was of we weer even terug op het schip waren, want op kerstmorgen hoorden wij dat lied op de radio. Ik vond het als klein kind al zo mooi, maar nu we het hier allemaal samen zongen, de paters, de vaders en moeders, de kinderen groot en klein, de onderduikers, dit was iets om nooit meer te vergeten. Het is ons het hele leven bijgebleven, we hebben er later nog vaak over gesproken. Ja, ook mijn vader was erbij, samen met de andere onderduikers, die even hun schuilplaats hadden verlaten om samen Kerstmis te vieren. De paters letten tijdens de kerkdienst extra goed op of er Duitsers in de fabriek kwamen. Gelukkig is alles goed gegaan. We zijn de hele mis bij elkaar geweest, dat alleen al was een feest: vader had mijn zusje van drie en mijn broertje van twee jaar bij zich op schoot. Op iedere knie één, zoals vroeger en na de kerstviering is hij even mee naar onze oven gegaan om met ons te eten. Geen balkenbrij of ander lekkers, maar droog brood dat we op het kacheltje roosterden. Ieder een sneetje, meer was er niet. Er was wat thee van een tabletje, zonder suiker.

Uittreksel uit Familiekroniek van de familie Gisbertz uit Hingen (Echt)

Het betreft de gebeurtenissen van een schippersfamilie in de oorlogssituatie 1940-1945, waarbij, ondanks alle vreselijke kommer en kwel, de familie het hoofd boven water heeft weten te houden en de wens van Mam Gisbertz in vervulling is gegaan:

Als we maar allen de oorlog overleven


Het (gedeeltelijke) evacuatie-verhaal: 

“Gebeurtenissen tot in finesses door Annie weergegeven met gebruikmaking van de informatie en overleveringsverhalen van haar ouders, maar het merendeel vanuit haar eigen ervaring”

We gingen van boord om aan de wal te gaan wonen, in Echt. Iedereen dacht dat de oorlog nu snel voorbij zou zijn, want onze bevrijders waren in aantocht. Daarmee kwam ook het oorlogsfront steeds dichterbij. Op 12 september 1944 waren de eerste Amerikanen al op een stralende zonnige dag de grens met Limburg overgestoken. Zes dagen later was Sittard bevrijd en op 30 september lag het bevrijdingsleger nog maar zes kilometer bij ons vandaan. Dicht bij huis werd er hard gevochten, veel geschoten en er vielen doden, gewonden en veel huizen werden verwoest. We zaten midden in het frontgebied en op 6 november kregen wij een evacuatiebevel. We gingen met vader en moeder en zeven kinderen in de leeftijd van 2 tot 13 jaar met een bolderkarretje vol bagage te voet naar de Reuver, een dorp aan de Maas.

Dat betekende 27 km. Lopen. De twee jongsten mochten op het karretje en na wat omzwervingen belandden we in de greswarenfabriek van Teeuwen op de Reuver (daar maakte  men hoofdzakelijk gresbuizen voor het rioolstelsel maar ook andere kleiwaren zoals grote stenen inmaakpotten).

Kerstmis 1944
PUIK VERHAAL
Scrollable Longpage

Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

Kerstmis kwam dichterbij, het feest van de vrede. We hoopten nog steeds dat we voor de feestdagen bevrijd zouden zijn. Maar de oorlog ging in alle hevigheid verder, dag en nacht beschietingen, granaatinslagen, zware bommenwerpers dreunend op weg naar Duitsland, angst en ellende. Kerstmis 1944 bracht geen vrede, maar wel een van de mooiste kerstvieringen die we mochten meemaken, zeiden vader en moeder en alle kinderen die oud genoeg waren om het bewust te beleven. Nooit vergeet ik meer die kerstmorgen in de fabriek. De oven van de paters was prachtig, ze hadden de bedden opgestapeld tegen de wanden. Hierop mochten de mensen zitten, wij ook. De muren hadden ze bespannen met witte lakens, hierop dennengroen, versierd met rood papier. Het was zó sfeervol, het maakte ons zó blij. Het was echt Kerstmis, ondanks de oorlog waar we middenin zaten. Wij zijn allemaal naar de heilige mis geweest, ook de twee kleinsten. De paters zongen prachtig en er werd gebeden voor een spoedige vrede. Tot slot zongen we allemaal Stille nacht. Iedereen zong mee, groot en klein. Het was of we weer even terug op het schip waren, want op kerstmorgen hoorden wij dat lied op de radio. Ik vond het als klein kind al zo mooi, maar nu we het hier allemaal samen zongen, de paters, de vaders en moeders, de kinderen groot en klein, de onderduikers, dit was iets om nooit meer te vergeten. Het is ons het hele leven bijgebleven, we hebben er later nog vaak over gesproken. Ja, ook mijn vader was erbij, samen met de andere onderduikers, die even hun schuilplaats hadden verlaten om samen Kerstmis te vieren. De paters letten tijdens de kerkdienst extra goed op of er Duitsers in de fabriek kwamen. Gelukkig is alles goed gegaan. We zijn de hele mis bij elkaar geweest, dat alleen al was een feest: vader had mijn zusje van drie en mijn broertje van twee jaar bij zich op schoot. Op iedere knie één, zoals vroeger en na de kerstviering is hij even mee naar onze oven gegaan om met ons te eten. Geen balkenbrij of ander lekkers, maar droog brood dat we op het kacheltje roosterden. Ieder een sneetje, meer was er niet. Er was wat thee van een tabletje, zonder suiker.


De Duitsers hadden ons hiernaartoe gejaagd en ons een oven toegewezen. De ovenmuren waren heel dik en vormden een goede beveiliging tegen de granaten die onafgebroken op de Reuver neer kwamen. Het was aardedonker in de oven. Er waren geen ramen of deuren en het was er heel erg koud want in de fabriek waren alle ruiten kapot. Regen, wind en al heel snel sneeuw konden vrij naar binnen. We hadden geen enkele kaars meer om licht te maken, alleen nog wat slaolie. Dat deed moeder in een kopje, waarin ze een klein reepje stof hing als lont. Het was een heel klein vlammetje voor die grote, inktzwarte ruimte. Van een oom en tante die ook op de Reuver woonden, kregen we een verenbed en een klein kacheltje dat ze hadden gebruikt om de was op uit te koken. Daar zaten ook een paar stukken kachelpijp bij, waar we erg blij mee waren. 

Vader was net bezig het kacheltje te plaatsen toen we hoorden schreeuwen: “Razzia!”. De mannen en jongens in de fabriek vluchtten alle kanten op en ook mijn vader moest maken dat hij weg kwam, maar waarheen zo vlug ? Gelukkig wist hij hoe de oven was gebouwd. Hij vloog met een reuzensprong tegen de muur op, greep zich aan de bovenkant vast en kroop er overheen. Daardoor belandde hij tussen de buiten- en binnenmuur, waar normaliter werd gestookt. Het was op het nippertje, daar waren de Duitsers al. “Männer, wo sind die Männer?” schreeuwden ze, maar moeder zei dat er geen mannen waren, ze was alleen met zeven kinderen. Weer vroegen ze om de mannen en stonden dreigend met de geweren in aanslag voor ons. Moeder was niet bang en zei weer dat ze het niet wist en dat haar man schipper was en dat ze al niets meer van hem had gehoord sinds het uitbreken van de oorlog. Dat heeft ze de hele evacuatietijd volgehouden en wij, kinderen, waren intussen wel zo slim om niets te zeggen als de Duitsers er waren. De voorzichtigheid en de angst zaten er al diep in na vier oorlogsjaren. Vader heeft nog uren tussen de muren gezeten voordat hij weer tevoorschijn durfde te komen en verder ging met het plaatsen van het kacheltje.

Uittreksel uit Familiekroniek van de familie Gisbertz uit Hingen (Echt)

Het betreft de gebeurtenissen van een schippersfamilie in de oorlogssituatie 1940-1945, waarbij, ondanks alle vreselijke kommer en kwel, de familie het hoofd boven water heeft weten te houden en de wens van Mam Gisbertz in vervulling is gegaan:

Als we maar allen de oorlog overleven


Het (gedeeltelijke) evacuatie-verhaal: 

“Gebeurtenissen tot in finesses door Annie weergegeven met gebruikmaking van de informatie en overleveringsverhalen van haar ouders, maar het merendeel vanuit haar eigen ervaring”

We gingen van boord om aan de wal te gaan wonen, in Echt. Iedereen dacht dat de oorlog nu snel voorbij zou zijn, want onze bevrijders waren in aantocht. Daarmee kwam ook het oorlogsfront steeds dichterbij. Op 12 september 1944 waren de eerste Amerikanen al op een stralende zonnige dag de grens met Limburg overgestoken. Zes dagen later was Sittard bevrijd en op 30 september lag het bevrijdingsleger nog maar zes kilometer bij ons vandaan. Dicht bij huis werd er hard gevochten, veel geschoten en er vielen doden, gewonden en veel huizen werden verwoest. We zaten midden in het frontgebied en op 6 november kregen wij een evacuatiebevel. We gingen met vader en moeder en zeven kinderen in de leeftijd van 2 tot 13 jaar met een bolderkarretje vol bagage te voet naar de Reuver, een dorp aan de Maas.

Dat betekende 27 km. Lopen. De twee jongsten mochten op het karretje en na wat omzwervingen belandden we in de greswarenfabriek van Teeuwen op de Reuver (daar maakte  men hoofdzakelijk gresbuizen voor het rioolstelsel maar ook andere kleiwaren zoals grote stenen inmaakpotten).

Kerstmis 1944

PUIK VERHAAL


In deze rubriek lees je leuke weetjes, gedichten en verhalen van schrijvers of gebeurtenissen in gemeente Beesel


Uit de oude doos