Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Team 2021

Meer gaatjes in de agenda

Toen Jan met zijn studie begon, had Tandheelkunde nog iets elitairs, iets waar Jan overigens wars van is, én was het een echte mannenwereld. “Inmiddels is dat omgedraaid en zijn er veel meer vrouwen die de studie volgen. Klein nadeel daarvan is dat die vaker kiezen om het werk parttime te doen wat weer voor bezettingsproblemen kan zorgen. Wat echter niet veranderd is, zijn de assistenten. Dat zijn nog steeds vrijwel zonder uitzondering vrouwen.” Jan benadrukt dat hij het al die jaren niet zonder hun had gekund. “Ik ben erg blij met mijn medewerkers; met sommige werk ik alweer tientallen jaren. Er is ook erg weinig verloop onder het personeel; dat zegt waarschijnlijk wel iets over hoe zij het werk ervaren. Maar een woord van dank is hier zeker op zijn plaats. En ook de samenwerking met Huub is natuurlijk altijd erg prettig geweest.” Huub en Jan hebben besloten om in de komende jaren hun werkzaamheden als tandarts langzaam af te bouwen. “Er is inmiddels een nieuwe tandarts aangenomen waar we erg tevreden over zijn. Hoe het exacte toekomstplan eruit komt te zien, weet ik nog niet. Maar ik werk wel al iets minder dus ik zal zeker meer tijd krijgen voor andere dingen.”

Klik hier om je gratis in te  schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

v.l.n.r.: Jan Stinges, assistente Charlotte v.d. Bogaerd, Huub Curvers en assistente Monique Smeets

Meer dan alleen maar tandarts

Toen Jan begon als tandarts, was hij al prins geweest van de Windjbuujels, lid van de Harmonie en had hij diverse evenementen gepresenteerd. Kortom; een bekend gezicht in het Reuverse. Toch heeft hij dat nooit als een probleem ervaren. “Ik heb ook maar zelden meegemaakt dat mensen bijvoorbeeld in het café tegen mij over tandartsenzaken begonnen. Mocht dat een keer gebeuren, wist ik me daar altijd wel met een kwinkslag vanaf te maken.” Gedurende zijn hele loopbaan is hij actief gebleven in het verenigingsleven. Hij was jarenlang vorst van V.V. de Windjbuujels, vierde grote successen als zanger van onder andere Dét Mót Kènne en speelt mee in en schrijft voor de Ruiverse Revue. Niet voor niets werd Jan in 2005 benoemd tot Windse Windjbuujelhaajer vanwege zijn verdiensten voor de Reuverse gemeenschap. “Ik heb collega’s die het alleen maar over hun werk kunnen hebben. Zo iemand ben ik niet; voor mij is er altijd meer in het leven geweest dan alleen tandarts zijn.”

Op 1 april 1984 verlaat tandarts Leo Bingen de praktijk en Huub Curvers gaat samen met mij de praktijk voortzetten. Inmiddels werken wij 37 jaar samen.

Jan had van kinds af aan al een grote interesse in technische zaken; bouwen met de Meccano-doos bijvoorbeeld. Een keuze voor een beroep als tandarts lag dus ook wel voor de hand. “Maar omdat er toen nog geloot werd bij de opleiding Tandheelkunde besloot ik om me tevens in te schrijven bij Geneeskunde, waar overigens ook geloot werd. Rond Reuverse Kermis had ik van beide opleidingen nog niks gehoord. Noodgedwongen moest ik een andere opleiding kiezen; in Velp bij de Hogere Bosbouw en Cultuurtechnische school kon ik wel terecht. Maar plots kreeg ik alsnog bericht dat ik was ingeloot bij Tandheelkunde. Moest ik nog halsoverkop een kamer in Nijmegen gaan zoeken.” 

In deze stoel heeft bijna iedereen oppe Ruiver vanaf 1960 kennis gemaakt met tandarts Leo Bingen: ikzelf heb hier nog tot 1985 op gewerkt.

De eerste eigen stoelinstallatie gaat nog mee naar het nieuwe pand

Van Bingen naar Curvers 

Jan werkt in de praktijk van tandarts Bingen aan de Pastoor Vranckenlaan mee maar bouwt ook vanaf dag één zijn eigen patiëntenbestand op. Twee jaar later geeft Bingen aan met pensioen te willen. Alsof het lot ermee speelt, loopt Jan ditmaal Belfeldenaar Huub Curvers tegen het lijf die hij nog kent van de tandartsenopleiding in Nijmegen. “Huub was net afgestudeerd en had zijn koffers al gepakt om in Italië te gaan werken. In Nederland is er inmiddels nauwelijks meer  plaats voor nieuwe vestigingen van tandartsen. Op het aanbod om samen met mij de praktijk voort te zetten, gaat hij dan ook graag in.” Enkele jaren later verhuizen ze naar een ander pand een klein stukje verderop, eveneens op de Pastoor Vranckenlaan, waar ze nu nog steeds hun praktijk hebben.

1989: verhuizing van Pastoor Vranckenlaan 46 naar Pastoor Vranckenlaan 40: de winkel van Sjeng en Paula Dohmen/ de voormalige AMRO-bank.

Veranderingen in de studie

Vanaf het begin zit Jan daar op zijn plek. “De studie was net veranderd. Waar voorheen drie jaar theorie gevolgd werd door praktijk, combineerde men dit nu vanaf de allereerste les. Dat maakte het extra leuk.” Ook nieuw was dat de opleiding in plaats van zes jaar nu ook in vijf jaar behaald kon worden. Ondanks dat het pittig was, lukte Jan dit. “Hierdoor was ik als 23-jarige, als een van de jongsten van Nederland, al afgestudeerd.” Was er bij aanvang van zijn studie nog een groot tekort aan tandartsen in Nederland, inmiddels was dit snel aan het veranderen. “Ik was samen met mijn vriendin Margot in de omgeving naar een geschikte locatie aan het zoeken, toen ik puur toevallig mijn eigen tandarts Lei Bingen tegen het lijf liep. Hij informeerde hoe het met mijn studie ging en toen ik vertelde dat ik net klaar was, vroeg hij of ik niet bij hem in de praktijk wou komen werken. Hij had het zo druk dat hij het niet meer in zijn eentje aankon.”

Veel veranderingen in het vakgebied

In veertig jaar tijd heeft Jan een hoop zaken zien veranderen in zijn vak. “Natuurlijk zijn er de technische ontwikkelingen waardoor er meer kan en waardoor je zelf ook voortdurend aan het bijleren blijft. Daarnaast zijn patiënten wel wat minder bang dan vroeger. Vaak hebben ze zich van tevoren al ingelezen via internet en zijn ze dus ook wat mondiger, wat overigens prima is.” Hoe ga je als tandarts om met angstige patiënten? “Vooral duidelijk zijn. Veel uitleggen en veel voordoen. Dat werkt; ik heb er toch wel de nodige van hun angst afgeholpen. Het is ook wel grappig dat ik van sommige patiënten nu de derde generatie in de praktijk krijg. Waar de eerste generatie vaak nog bang was, merkt je bij de nieuwe generatie dat ze erg veel suiker binnenkrijgt, met name door de energie- en frisdranken. Een andere ontwikkeling binnen de tandheelkunde vormen de specialisaties en de differentiaties. “Denk maar aan mondhygiënisten, orthodontisten, kaakchirurgen, parodontologen en esthetische tandartsen. Onze rol, als traditionele tandarts, is daardoor ook iets vaker een verwijzende rol geworden, waarbij we wel de regie houden. Wat in al die jaren niet veranderd is, is het financiële aspect. Helaas kosten behandelingen of oplossingen nu eenmaal geld.”

PUIK VERHAAL

Tandarts Jan Stinges viert zijn 40-jarig jubileum als tandarts ‘oppe Ruiver’. In 1981 was de toen 23-jarige Jan, net afgestudeerd, een van de jongste tandartsen van Nederland. Hoog tijd dat Puik hem eens aan de tand voelt over zijn werk én zijn leven daarbuiten.

JAN STINGES
40 JAAR TANDARTS

Klik hier om je gratis in te  schrijven voor Puik | Deel deze pagina:

Team 2021

Meer gaatjes in de agenda

Toen Jan met zijn studie begon, had Tandheelkunde nog iets elitairs, iets waar Jan overigens wars van is, én was het een echte mannenwereld. “Inmiddels is dat omgedraaid en zijn er veel meer vrouwen die de studie volgen. Klein nadeel daarvan is dat die vaker kiezen om het werk parttime te doen wat weer voor bezettingsproblemen kan zorgen. Wat echter niet veranderd is, zijn de assistenten. Dat zijn nog steeds vrijwel zonder uitzondering vrouwen.” Jan benadrukt dat hij het al die jaren niet zonder hun had gekund. “Ik ben erg blij met mijn medewerkers; met sommige werk ik alweer tientallen jaren. Er is ook erg weinig verloop onder het personeel; dat zegt waarschijnlijk wel iets over hoe zij het werk ervaren. Maar een woord van dank is hier zeker op zijn plaats. En ook de samenwerking met Huub is natuurlijk altijd erg prettig geweest.” Huub en Jan hebben besloten om in de komende jaren hun werkzaamheden als tandarts langzaam af te bouwen. “Er is inmiddels een nieuwe tandarts aangenomen waar we erg tevreden over zijn. Hoe het exacte toekomstplan eruit komt te zien, weet ik nog niet. Maar ik werk wel al iets minder dus ik zal zeker meer tijd krijgen voor andere dingen.”

Meer dan alleen maar tandarts

Toen Jan begon als tandarts, was hij al prins geweest van de Windjbuujels, lid van de Harmonie en had hij diverse evenementen gepresenteerd. Kortom; een bekend gezicht in het Reuverse. Toch heeft hij dat nooit als een probleem ervaren. “Ik heb ook maar zelden meegemaakt dat mensen bijvoorbeeld in het café tegen mij over tandartsenzaken begonnen. Mocht dat een keer gebeuren, wist ik me daar altijd wel met een kwinkslag vanaf te maken.” Gedurende zijn hele loopbaan is hij actief gebleven in het verenigingsleven. Hij was jarenlang vorst van V.V. de Windjbuujels, vierde grote successen als zanger van onder andere Dét Mót Kènne en speelt mee in en schrijft voor de Ruiverse Revue. Niet voor niets werd Jan in 2005 benoemd tot Windse Windjbuujelhaajer vanwege zijn verdiensten voor de Reuverse gemeenschap. “Ik heb collega’s die het alleen maar over hun werk kunnen hebben. Zo iemand ben ik niet; voor mij is er altijd meer in het leven geweest dan alleen tandarts zijn.”

De eerste eigen stoelinstallatie gaat nog mee naar het nieuwe pand

Veel veranderingen in het vakgebied

In veertig jaar tijd heeft Jan een hoop zaken zien veranderen in zijn vak. “Natuurlijk zijn er de technische ontwikkelingen waardoor er meer kan en waardoor je zelf ook voortdurend aan het bijleren blijft. Daarnaast zijn patiënten wel wat minder bang dan vroeger. Vaak hebben ze zich van tevoren al ingelezen via internet en zijn ze dus ook wat mondiger, wat overigens prima is.” Hoe ga je als tandarts om met angstige patiënten? “Vooral duidelijk zijn. Veel uitleggen en veel voordoen. Dat werkt; ik heb er toch wel de nodige van hun angst afgeholpen. Het is ook wel grappig dat ik van sommige patiënten nu de derde generatie in de praktijk krijg. Waar de eerste generatie vaak nog bang was, merkt je bij de nieuwe generatie dat ze erg veel suiker binnenkrijgt, met name door de energie- en frisdranken. Een andere ontwikkeling binnen de tandheelkunde vormen de specialisaties en de differentiaties. “Denk maar aan mondhygiënisten, orthodontisten, kaakchirurgen, parodontologen en esthetische tandartsen. Onze rol, als traditionele tandarts, is daardoor ook iets vaker een verwijzende rol geworden, waarbij we wel de regie houden. Wat in al die jaren niet veranderd is, is het financiële aspect. Helaas kosten behandelingen of oplossingen nu eenmaal geld.”

Van Bingen naar Curvers 

Jan werkt in de praktijk van tandarts Bingen aan de Pastoor Vranckenlaan mee maar bouwt ook vanaf dag één zijn eigen patiëntenbestand op. Twee jaar later geeft Bingen aan met pensioen te willen. Alsof het lot ermee speelt, loopt Jan ditmaal Belfeldenaar Huub Curvers tegen het lijf die hij nog kent van de tandartsenopleiding in Nijmegen. “Huub was net afgestudeerd en had zijn koffers al gepakt om in Italië te gaan werken. In Nederland is er inmiddels nauwelijks meer  plaats voor nieuwe vestigingen van tandartsen. Op het aanbod om samen met mij de praktijk voort te zetten, gaat hij dan ook graag in.” Enkele jaren later verhuizen ze naar een ander pand een klein stukje verderop, eveneens op de Pastoor Vranckenlaan, waar ze nu nog steeds hun praktijk hebben.

1989: verhuizing van Pastoor Vranckenlaan 46 naar Pastoor Vranckenlaan 40: de winkel van Sjeng en Paula Dohmen/ de voormalige AMRO-bank.

In deze stoel heeft bijna iedereen oppe Ruiver vanaf 1960 kennis gemaakt met tandarts Leo Bingen: ikzelf heb hier nog tot 1985 op gewerkt.

Veranderingen in de studie

Vanaf het begin zit Jan daar op zijn plek. “De studie was net veranderd. Waar voorheen drie jaar theorie gevolgd werd door praktijk, combineerde men dit nu vanaf de allereerste les. Dat maakte het extra leuk.” Ook nieuw was dat de opleiding in plaats van zes jaar nu ook in vijf jaar behaald kon worden. Ondanks dat het pittig was, lukte Jan dit. “Hierdoor was ik als 23-jarige, als een van de jongsten van Nederland, al afgestudeerd.” Was er bij aanvang van zijn studie nog een groot tekort aan tandartsen in Nederland, inmiddels was dit snel aan het veranderen. “Ik was samen met mijn vriendin Margot in de omgeving naar een geschikte locatie aan het zoeken, toen ik puur toevallig mijn eigen tandarts Lei Bingen tegen het lijf liep. Hij informeerde hoe het met mijn studie ging en toen ik vertelde dat ik net klaar was, vroeg hij of ik niet bij hem in de praktijk wou komen werken. Hij had het zo druk dat hij het niet meer in zijn eentje aankon.”

Op 1 april 1984 verlaat tandarts Leo Bingen de praktijk en Huub Curvers gaat samen met mij de praktijk voortzetten. Inmiddels werken wij 37 jaar samen.

Jan had van kinds af aan al een grote interesse in technische zaken; bouwen met de Meccano-doos bijvoorbeeld. Een keuze voor een beroep als tandarts lag dus ook wel voor de hand. “Maar omdat er toen nog geloot werd bij de opleiding Tandheelkunde besloot ik om me tevens in te schrijven bij Geneeskunde, waar overigens ook geloot werd. Rond Reuverse Kermis had ik van beide opleidingen nog niks gehoord. Noodgedwongen moest ik een andere opleiding kiezen; in Velp bij de Hogere Bosbouw en Cultuurtechnische school kon ik wel terecht. Maar plots kreeg ik alsnog bericht dat ik was ingeloot bij Tandheelkunde. Moest ik nog halsoverkop een kamer in Nijmegen gaan zoeken.” 

Tandarts Jan Stinges viert zijn 40-jarig jubileum als tandarts ‘oppe Ruiver’. In 1981 was de toen 23-jarige Jan, net afgestudeerd, een van de jongste tandartsen van Nederland. Hoog tijd dat Puik hem eens aan de tand voelt over zijn werk én zijn leven daarbuiten.

PUIK VERHAAL
JAN STINGES
40 JAAR TANDARTS