Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.
2

Ós Aje Kasteleins
Cafe Schrijvers, cafe de Haam

Nog niet eens zo heel erg lang geleden lagen er verspreid over de gemeente Beesel tientallen cafés. Daar zijn er inmiddels niet zo veel meer van over. Maar de herkomst, geschiedenis en bijzondere verhalen van de deze kroegen blijven gelukkig nog wel even voortbestaan. In de serie genaamd ‘Os Aje Kasteleins’ blikt Puik terug met voormalige kroegeigenaren en kasteleins van roemruchte horecagelegenheden. In deel 23 komt Mia van den Munckhof aan het woord. Al in 1892 had haar familie op de hoek van de Pastoor Vranckenlaan en de Kesselseweg café Schrijvers, later de Haam.

De geschiedschrijving begint aan het eind van de 19e eeuw als Lei Schrijvers zich in het hartje van buurt Leeuwen vestigt. Naast een café en een bakkerij houdt hij er ook nog een kleine veestapel op na om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Die werkethiek brengt hij over op zijn nazaten. Zoon Sjaek doet het uitstekend op school maar er is geen geld om hem door te laten studeren. Al op zijn elfde moet hij daarom aan het werk in de steenovens. Later brengt vader Lei hem het vak van bakker bij, zodat hij de zaken over kan nemen.

Werken, werken en nog eens werken
Zodoende wordt ook Sjaek kastelein en bakker tegelijkertijd. Daarnaast runt hij samen met zijn vrouw Coba ook nog een kruidenierswinkel. Mia: “En dat in combinatie met de opvoeding van acht kinderen. Ongelooflijk hoe ze dat gedaan hebben; ze waren ook letterlijk dag en nacht aan het werk. Als het café sloot, stond vader Sjaek alweer brood te bakken en ’s ochtends om zeven uur opende moeder de winkel.” Het leven van de familie stond hierdoor volledig in het teken van de drie zaken. “We waren gewend om al op jonge leeftijd mee te helpen. Jampotjes of chloorflessen met statiegeld uitsorteren of bestelde producten bij de mensen thuis afleveren. We gingen ook nooit op vakantie, daar was gewoon geen tijd voor. Soms had je dan wel eens het gevoel dat je iets miste. Maar aan de andere kant; het was ook altijd gezellig. We hebben wat dat betreft een fantastische tijd gehad.”

8
9
18
19
12
22
11
"Ook vormde de Haam al snel het domein van bruiloften"

PUIK VERHAAL

Bidden en toepen
Mia herinnert zich nog veel verhalen en anekdotes. “Zo was het café in de beginjaren nog verboden terrein voor vrouwen. Zelfs mijn moeder mocht er niet komen; die moest achter blijven. Later veranderde dat natuurlijk en werkte mijn moeder ook in het café mee.” Hoewel het doordeweeks niet zo druk was, stond de deur van het café altijd open. “Voordeel was dat pap en mam hierdoor ook nooit precies wisten hoe laat wij thuiskwamen van het stappen.” In die tijd had het café ook nog een veel bredere, sociale functie. “Als iemand overleden was, ging men nog niet naar de kerk maar kwam men naar ons om te bidden. En als ze klaar waren met bidden, dan werd er getoept”, vertelt Mia met een brede glimlach. Er was ook een grote saamhorigheid in de buurt en de buurtvereniging organiseerde vele activeiten in het café. Daarnaast had onder andere de visvereniging er zijn thuishonk.

Gezellige hoek van buurt Leeuwen
Mia roemt de gezelligheid van buurt Leeuwen en in het bijzonder de hoek waar zij zaten. “Tegenover ons lag de vroegere brouwerij van der Velden, later Café Nelissen geworden, iets verderop het café van Piet van Sjaekske. De sleuteloverdracht van de nieuwe burgemeester of pastoor vond bij ons voor op de stoep plaats. Ook de processie liep langs het café voorbij richting Kessel. Dan was er altijd een groepje dat bij ons afsloeg en liever in het café ging zitten dan de processie verder te lopen.”

Noodgedwongen afgebroken en weer opgebouwd
Er kwam veel verkeer langs, kortom; er was altijd bedrijvigheid. Toch zorgde datzelfde verkeer uiteindelijk voor het einde van café Schrijvers. “In de loop der jaren was er een verdieping op de originele zaak geplaatst met als gevolg dat er vrijwel geen zicht meer was in de bocht. Dit zorgde regelmatig voor gevaarlijke verkeerssituaties. Op last van de gemeente moest de zaak afgebroken worden. Wel mochten we iets verder van de weg, zeg maar in de achtertuin van de voormalige panden, een nieuwe zaak bouwen.” Aangezien de ouders van Mia al langzamerhand op leeftijd zijn geraakt, komt de onvermijdelijke vraag; wie wil wat overnemen? Besloten wordt om met de kruidenierswinkel te stoppen. “De bakkerij werd door een zus van mij overgenomen maar wel verplaatst naar de Keulseweg. En hoewel wij in die tijd in Venlo woonden en mijn man Martin een goede baan had, werd besloten dat wij het café maar over moesten nemen. Andere gegadigden binnen de familie waren er niet. Mijn man was zelf bouwkundig architect en zorgde voor een tekening. Die werd in eerste instantie afgekeurd; we werden verplicht om er een zaaltje bij te nemen. Achteraf maar goed ook, want juist daar hebben we het meeste geld mee verdiend.”

Dorpscafé voor boeren en bruiloften
Mia en Martin denken lang na over een geschikte naam voor het nieuwe café. “Niet iets chics maar juist iets wat paste bij de buurt, de boeren; vandaar dat we uiteindelijk zijn uitgekomen bij de Haam.” (voor de jongere lezers: een haam is een houten halsjuk dat om de nek van een trekdier wordt geplaatst om een voertuig of landbouwwerktuig te kunnen trekken, red.) In de zaak prijken er al die jaren een aantal exemplaren. Café de Haam opent zijn deuren op carnavalsvrijdag 1965. “We wisten niet wat ons overkwam; tot en met Aswoensdag zat het stampvol en hingen de mensen met de benen buiten. Met die dagen waren we ook wel erg blij dat de politie om twee uur ’s nachts langs kwam gereden. Dat was de enige manier om de mensen naar huis te krijgen.”

Ook vormde de Haam al snel het domein van bruiloften. “Dat kwam in die tijd erg opzetten; voorheen hielden mensen het feest vaak gewoon thuis maar bij ons konden ze gewoon zelf het eten regelen en verhuurden wij de zaal en regelden de drank. Later namen we ook volledige bruiloften voor onze rekening, soms wel drie in een week.” Mia roemt ook het personeel dat ze hadden. “Een geweldige groep. Als ik ze nu nog tegenkom, zeggen ze vaak hoe leuk die tijd was.”

Generaties zien opgroeien
Na de hoogmis op zondag stroomde het café vol met kaarters. “En ja, ook daar zaten ertussen die met de ‘tessen vol chocolade’ naar huis gingen. Doordat het café al zolang eigendom van onze familie was, zagen we ook generaties opgroeien. Zo namen de zonen van boeren die vele jaren bij ons gekaart hadden, die traditie van hun vaders over. Een groepje is zelfs bij de Haam blijven toepen toen het al lang een Chinees restaurant was. Bleven ze daar gewoon op zondagochtend hun kaartje leggen”, blikt Mia terug.

Van café naar Chinees restaurant
Na een aantal jaren café de Haam gehad te hebben, besluit het echtpaar van de Munckhof er in 1971 mee te stoppen. “Martin zijn hart lag toch meer bij zijn eigenlijke beroep. We verhuurden de zaak aan Jo Faassen die we hadden leren kennen bij een horeca-cursus. Later komt het in handen van de familie Beerkens.” Inmiddels ligt er al tientallen jaren een Chinees restaurant. “Ik ben in al die jaren in de diverse zaken nog vaak geweest en ook nu nog kom ik wel eens bij ‘de Wok’. Maar van de zaak zoals wij het gebouwd hadden, is niets meer over.”

scan_4.jpeg

PUIK VERHAAL

PUIK VERHAAL


Ós Aje Kasteleins
Cafe Schrijvers, cafe de Haam

Nog niet eens zo heel erg lang geleden lagen er verspreid over de gemeente Beesel tientallen cafés. Daar zijn er inmiddels niet zo veel meer van over. Maar de herkomst, geschiedenis en bijzondere verhalen van de deze kroegen blijven gelukkig nog wel even voortbestaan. In de serie genaamd ‘Os Aje Kasteleins’ blikt Puik terug met voormalige kroegeigenaren en kasteleins van roemruchte horecagelegenheden. In deel 23 komt Mia van den Munckhof aan het woord. Al in 1892 had haar familie op de hoek van de Pastoor Vranckenlaan en de Kesselseweg café Schrijvers, later de Haam.

De geschiedschrijving begint aan het eind van de 19e eeuw als Lei Schrijvers zich in het hartje van buurt Leeuwen vestigt. Naast een café en een bakkerij houdt hij er ook nog een kleine veestapel op na om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Die werkethiek brengt hij over op zijn nazaten. Zoon Sjaek doet het uitstekend op school maar er is geen geld om hem door te laten studeren. Al op zijn elfde moet hij daarom aan het werk in de steenovens. Later brengt vader Lei hem het vak van bakker bij, zodat hij de zaken over kan nemen.

Werken, werken en nog eens werken
Zodoende wordt ook Sjaek kastelein en bakker tegelijkertijd. Daarnaast runt hij samen met zijn vrouw Coba ook nog een kruidenierswinkel. Mia: “En dat in combinatie met de opvoeding van acht kinderen. Ongelooflijk hoe ze dat gedaan hebben; ze waren ook letterlijk dag en nacht aan het werk. Als het café sloot, stond vader Sjaek alweer brood te bakken en ’s ochtends om zeven uur opende moeder de winkel.” Het leven van de familie stond hierdoor volledig in het teken van de drie zaken. “We waren gewend om al op jonge leeftijd mee te helpen. Jampotjes of chloorflessen met statiegeld uitsorteren of bestelde producten bij de mensen thuis afleveren. We gingen ook nooit op vakantie, daar was gewoon geen tijd voor. Soms had je dan wel eens het gevoel dat je iets miste. Maar aan de andere kant; het was ook altijd gezellig. We hebben wat dat betreft een fantastische tijd gehad.”

8
9

Bidden en toepen
Mia herinnert zich nog veel verhalen en anekdotes. “Zo was het café in de beginjaren nog verboden terrein voor vrouwen. Zelfs mijn moeder mocht er niet komen; die moest achter blijven. Later veranderde dat natuurlijk en werkte mijn moeder ook in het café mee.” Hoewel het doordeweeks niet zo druk was, stond de deur van het café altijd open. “Voordeel was dat pap en mam hierdoor ook nooit precies wisten hoe laat wij thuiskwamen van het stappen.” In die tijd had het café ook nog een veel bredere, sociale functie. “Als iemand overleden was, ging men nog niet naar de kerk maar kwam men naar ons om te bidden. En als ze klaar waren met bidden, dan werd er getoept”, vertelt Mia met een brede glimlach. Er was ook een grote saamhorigheid in de buurt en de buurtvereniging organiseerde vele activeiten in het café. Daarnaast had onder andere de visvereniging er zijn thuishonk.

Gezellige hoek van buurt Leeuwen
Mia roemt de gezelligheid van buurt Leeuwen en in het bijzonder de hoek waar zij zaten. “Tegenover ons lag de vroegere brouwerij van der Velden, later Café Nelissen geworden, iets verderop het café van Piet van Sjaekske. De sleuteloverdracht van de nieuwe burgemeester of pastoor vond bij ons voor op de stoep plaats. Ook de processie liep langs het café voorbij richting Kessel. Dan was er altijd een groepje dat bij ons afsloeg en liever in het café ging zitten dan de processie verder te lopen.”

Noodgedwongen afgebroken en weer opgebouwd
Er kwam veel verkeer langs, kortom; er was altijd bedrijvigheid. Toch zorgde datzelfde verkeer uiteindelijk voor het einde van café Schrijvers. “In de loop der jaren was er een verdieping op de originele zaak geplaatst met als gevolg dat er vrijwel geen zicht meer was in de bocht. Dit zorgde regelmatig voor gevaarlijke verkeerssituaties. Op last van de gemeente moest de zaak afgebroken worden. Wel mochten we iets verder van de weg, zeg maar in de achtertuin van de voormalige panden, een nieuwe zaak bouwen.” Aangezien de ouders van Mia al langzamerhand op leeftijd zijn geraakt, komt de onvermijdelijke vraag; wie wil wat overnemen? Besloten wordt om met de kruidenierswinkel te stoppen. “De bakkerij werd door een zus van mij overgenomen maar wel verplaatst naar de Keulseweg. En hoewel wij in die tijd in Venlo woonden en mijn man Martin een goede baan had, werd besloten dat wij het café maar over moesten nemen. Andere gegadigden binnen de familie waren er niet. Mijn man was zelf bouwkundig architect en zorgde voor een tekening. Die werd in eerste instantie afgekeurd; we werden verplicht om er een zaaltje bij te nemen. Achteraf maar goed ook, want juist daar hebben we het meeste geld mee verdiend.”

"Ook vormde de Haam al snel het domein van bruiloften"

Dorpscafé voor boeren en bruiloften
Mia en Martin denken lang na over een geschikte naam voor het nieuwe café. “Niet iets chics maar juist iets wat paste bij de buurt, de boeren; vandaar dat we uiteindelijk zijn uitgekomen bij de Haam.” (voor de jongere lezers: een haam is een houten halsjuk dat om de nek van een trekdier wordt geplaatst om een voertuig of landbouwwerktuig te kunnen trekken, red.) In de zaak prijken er al die jaren een aantal exemplaren. Café de Haam opent zijn deuren op carnavalsvrijdag 1965. “We wisten niet wat ons overkwam; tot en met Aswoensdag zat het stampvol en hingen de mensen met de benen buiten. Met die dagen waren we ook wel erg blij dat de politie om twee uur ’s nachts langs kwam gereden. Dat was de enige manier om de mensen naar huis te krijgen.”

Ook vormde de Haam al snel het domein van bruiloften. “Dat kwam in die tijd erg opzetten; voorheen hielden mensen het feest vaak gewoon thuis maar bij ons konden ze gewoon zelf het eten regelen en verhuurden wij de zaal en regelden de drank. Later namen we ook volledige bruiloften voor onze rekening, soms wel drie in een week.” Mia roemt ook het personeel dat ze hadden. “Een geweldige groep. Als ik ze nu nog tegenkom, zeggen ze vaak hoe leuk die tijd was.”

22
12
19

Generaties zien opgroeien
Na de hoogmis op zondag stroomde het café vol met kaarters. “En ja, ook daar zaten ertussen die met de ‘tessen vol chocolade’ naar huis gingen. Doordat het café al zolang eigendom van onze familie was, zagen we ook generaties opgroeien. Zo namen de zonen van boeren die vele jaren bij ons gekaart hadden, die traditie van hun vaders over. Een groepje is zelfs bij de Haam blijven toepen toen het al lang een Chinees restaurant was. Bleven ze daar gewoon op zondagochtend hun kaartje leggen”, blikt Mia terug.

Van café naar Chinees restaurant
Na een aantal jaren café de Haam gehad te hebben, besluit het echtpaar van de Munckhof er in 1971 mee te stoppen. “Martin zijn hart lag toch meer bij zijn eigenlijke beroep. We verhuurden de zaak aan Jo Faassen die we hadden leren kennen bij een horeca-cursus. Later komt het in handen van de familie Beerkens.” Inmiddels ligt er al tientallen jaren een Chinees restaurant. “Ik ben in al die jaren in de diverse zaken nog vaak geweest en ook nu nog kom ik wel eens bij ‘de Wok’. Maar van de zaak zoals wij het gebouwd hadden, is niets meer over.”

18
11