Ós Aje Kasteleins
Nog niet eens zo heel erg lang geleden lagen er verspreid over de gemeente Beesel tientallen cafés. Daar zijn er inmiddels niet zo veel meer van over. Maar de herkomst, geschiedenis en bijzondere verhalen van de deze kroegen blijven gelukkig nog wel even voortbestaan. In de serie genaamd ‘Os Aje Kasteleins’ blikt Puik terug met voormalige kroegeigenaren en kasteleins van roemruchte horecagelegenheden. In deel 26 komt mevrouw Mia Hendrix aan het woord. Zij runde samen met haar man Frits van 1964 tot 1968 chauffeurscafé Pierke aan de Reuverse Rijksweg 97.
We schrijven het jaar 1931 als de ouders van Mia, Pierke en Truu Schoolmeesters, een pand aan de Reuverse Rijksweg kopen en verbouwen tot café en drankenhandel. “Daar werd alles verkocht; bier, wijn en sterke drank. In die tijd werd er thuis ook al veel gedronken dus de zaken liepen ontzettend goed.” Toch hoefden Mia en haar broers en zussen niet mee te helpen in de twee zaken die voor hun woning lagen. “Dat wou mij moeder niet hebben. En mijn vader zei altijd: blijf maar weg bij die aaje vieze menkes uit het café.”
Chauffeurscafé met uitgebreide kaart
Als Pierke en Truu besluiten ermee te stoppen, blijft de zaak toch binnen de familie. In 1960 gaat de broer van Mia, Wiel, in de zaak van zijn ouders zitten. Als zijn vrouw echter na een paar jaar gezondheidsklachten krijgt, is het tijd voor het jonge, net getrouwde koppel Frits en Mia om het over te nemen. “Maar wij besloten om er een chauffeurscafé van te maken, Pierke, vernoemd naar mijn vader. De Rijksweg was toen een drukke verkeersroute, er was nog geen A73, en een dergelijke zaak was er niet in de buurt.” De keuken ondergaat een grondige verbouwing en er wordt een serre aangebouwd. Naast de bar zijn er een veertigtal zitplaatsen. “We gingen ’s ochtends om half zeven open. Chauffeurs hadden dan de eigen boterhammen mee en kwamen bij ons voor een kopje koffie. De rest van de dag voerden we een uitgebreide kaart. Dagverse soepen, uitsmijters, schnitzels of halve haan met friet; je kon het zo gek niet bedenken of we hadden het op de kaart staan.”
PUIK VERHAAL
Drie biertjes voor een gulden
Frits bestierde de keuken, Mia stond voor in de zaak. “En we hadden gelukkig ook genoeg personeel; we stonden meestal met z’n vieren te werken. In die tijd was personeel nog makkelijk te krijgen; iedereen wou werken. Ook was alles nog betaalbaar; een kopje koffie of een glas bier kostte bij ons 0,30 cent. Later zijn we omhoog gegaan; 3 biertjes voor een gulden”, vertelt Mia lachend. Maar in een chauffeurscafé wordt toch helemaal niet zoveel bier gedronken? De blik van Mia is veelzeggend: “Je wilt niet weten hoeveel waggelende chauffeurs ik naar de vrachtwagen heb moeten begeleiden. Daar keek toen echt niemand naar. Dat is nu gelukkig wel veranderd.”
Postmix-apparaat en terras
Het waren in de jaren ’60 ook de absolute hoogtijdagen van de cafés. Mia: “Alleen al op dat kleine stukje Rijksweg lagen toen vijf kroegen. In die tijd moesten jongeren thuis net kostgeld gaan betalen; de rest maakten ze op in de cafés. Bij mijn broer Wiel gingen er zeventien vaten bier per week doorheen. Elke week.” Bij ‘Pierke’ stroomde er ‘De Drie Hoefijzers’ uit de tap. Daarnaast hadden ze, vooruitstrevend als ze waren, al een postmix-apparaat dat siroop van cola of 7up mengde met gekoeld, koolzuurhoudend water. “Ook lag bij ons voor een veranda met een mooi terras. Maar zie je tegenwoordig iedereen buiten op het terras zitten, vroeger deed geen hond dat. Het enige dat we ermee deden was het elke week van boven tot onder schrobben”, aldus Mia.
10.000ste inwoner geboren bij ‘Pierke’
In 1967 wordt de zoon van Frits en Mia, Rob, geboren in café Pierke. “Hij was de 10.000ste inwoner van de gemeente Beesel. Het was een bijzondere gelegenheid, zelfs de burgemeester kwam ons feliciteren.” Het had overigens niet veel gescheeld of de eer die de familie Hendrix nu ten beurt viel, was naar iemand anders gegaan. “Dokter Crasborn heeft onze Rob ter wereld gebracht. Nadat hij zijn werk gedaan had, verklaarde hij dat hij gauw verder moest omdat er nog iemand anders op springen stond”, vertelt Mia lachend.
Heren én dames cafévoetbalteams
Naast de vele chauffeurs die er kwamen, had café Pierke ook nog een behoorlijk aantal stamgasten. “En we waren het eerste café in Reuver dat zijn eigen voetbalteam had; Real ’64 noemden ze zich.” Nadat vele andere kroegen volgden, werden er fel bevochten wedstrijden gespeeld op het schuin tegenover gelegen ‘zwart veldje’. “Op een bepaald moment heeft een ander café geprobeerd om onze keeper over te nemen voor een vat bier. Daar ben ik toen wel even verhaal gaan halen dat dat niet de bedoeling was”, vertelt de 80-jarige, die ook nu nog duidelijk niet op haar mondje gevallen is. Ook de eer van de oprichting van het eerste dames cafévoetbalteam gaat naar ‘Pierke’. “Dat was een team met allemaal dames en meiden die werkzaam waren in de Reuverse cafés”, aldus Mia.
Zaak verkocht, andere zaken weer gestart
Ondanks dat de zaak uitstekend draait, besluiten Frits en Mia toch om in 1968 weer te stoppen met chauffeurscafé Pierke. “We waren zeven dagen in de week van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds geopend. Het viel met onze kinderen gewoon nauwelijks te combineren.” Hoewel het hun eigen beslissing was, vonden ze het wel jammer. “Het bord van Pierke heeft er nog een tijd gestaan en begon toen steeds meer af te bladderen. Dat deed toch wel pijn.” Frits en Mia zijn echter de rest van hun leven nog regelmatig eigen baas gebleven. Mia: “We hebben onder andere nog een frietkraam en een zaak in automaterialen gehad.” Inmiddels is het echtpaar al 62 jaar getrouwd en wonen ze op Bösdael. Vanwege zijn gezondheid zit Frits zit op de gesloten afdeling waar Mia, die een tiental meters verderop woont, hem dagelijks komt bezoeken..
Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina:
We schrijven het jaar 1931 als de ouders van Mia, Pierke en Truu Schoolmeesters, een pand aan de Reuverse Rijksweg kopen en verbouwen tot café en drankenhandel. “Daar werd alles verkocht; bier, wijn en sterke drank. In die tijd werd er thuis ook al veel gedronken dus de zaken liepen ontzettend goed.” Toch hoefden Mia en haar broers en zussen niet mee te helpen in de twee zaken die voor hun woning lagen. “Dat wou mij moeder niet hebben. En mijn vader zei altijd: blijf maar weg bij die aaje vieze menkes uit het café.”
Werken, werken en nog eens werken
Zodoende wordt ook Sjaek kastelein en bakker tegelijkertijd. Daarnaast runt hij samen met zijn vrouw Coba ook nog een kruidenierswinkel. Mia: “En dat in combinatie met de opvoeding van acht kinderen. Ongelooflijk hoe ze dat gedaan hebben; ze waren ook letterlijk dag en nacht aan het werk. Als het café sloot, stond vader Sjaek alweer brood te bakken en ’s ochtends om zeven uur opende moeder de winkel.” Het leven van de familie stond hierdoor volledig in het teken van de drie zaken. “We waren gewend om al op jonge leeftijd mee te helpen. Jampotjes of chloorflessen met statiegeld uitsorteren of bestelde producten bij de mensen thuis afleveren. We gingen ook nooit op vakantie, daar was gewoon geen tijd voor. Soms had je dan wel eens het gevoel dat je iets miste. Maar aan de andere kant; het was ook altijd gezellig. We hebben wat dat betreft een fantastische tijd gehad.”
Bidden en toepen
Mia herinnert zich nog veel verhalen en anekdotes. “Zo was het café in de beginjaren nog verboden terrein voor vrouwen. Zelfs mijn moeder mocht er niet komen; die moest achter blijven. Later veranderde dat natuurlijk en werkte mijn moeder ook in het café mee.” Hoewel het doordeweeks niet zo druk was, stond de deur van het café altijd open. “Voordeel was dat pap en mam hierdoor ook nooit precies wisten hoe laat wij thuiskwamen van het stappen.” In die tijd had het café ook nog een veel bredere, sociale functie. “Als iemand overleden was, ging men nog niet naar de kerk maar kwam men naar ons om te bidden. En als ze klaar waren met bidden, dan werd er getoept”, vertelt Mia met een brede glimlach. Er was ook een grote saamhorigheid in de buurt en de buurtvereniging organiseerde vele activeiten in het café. Daarnaast had onder andere de visvereniging er zijn thuishonk.
Postmix-apparaat en terras
Het waren in de jaren ’60 ook de absolute hoogtijdagen van de cafés. Mia: “Alleen al op dat kleine stukje Rijksweg lagen toen vijf kroegen. In die tijd moesten jongeren thuis net kostgeld gaan betalen; de rest maakten ze op in de cafés. Bij mijn broer Wiel gingen er zeventien vaten bier per week doorheen. Elke week.” Bij ‘Pierke’ stroomde er ‘De Drie Hoefijzers’ uit de tap. Daarnaast hadden ze, vooruitstrevend als ze waren, al een postmix-apparaat dat siroop van cola of 7up mengde met gekoeld, koolzuurhoudend water. “Ook lag bij ons voor een veranda met een mooi terras. Maar zie je tegenwoordig iedereen buiten op het terras zitten, vroeger deed geen hond dat. Het enige dat we ermee deden was het elke week van boven tot onder schrobben”, aldus Mia.
10.000ste inwoner geboren bij ‘Pierke’
In 1967 wordt de zoon van Frits en Mia, Rob, geboren in café Pierke. “Hij was de 10.000ste inwoner van de gemeente Beesel. Het was een bijzondere gelegenheid, zelfs de burgemeester kwam ons feliciteren.” Het had overigens niet veel gescheeld of de eer die de familie Hendrix nu ten beurt viel, was naar iemand anders gegaan. “Dokter Crasborn heeft onze Rob ter wereld gebracht. Nadat hij zijn werk gedaan had, verklaarde hij dat hij gauw verder moest omdat er nog iemand anders op springen stond”, vertelt Mia lachend.
Heren én dames cafévoetbalteams
Naast de vele chauffeurs die er kwamen, had café Pierke ook nog een behoorlijk aantal stamgasten. “En we waren het eerste café in Reuver dat zijn eigen voetbalteam had; Real ’64 noemden ze zich.” Nadat vele andere kroegen volgden, werden er fel bevochten wedstrijden gespeeld op het schuin tegenover gelegen ‘zwart veldje’. “Op een bepaald moment heeft een ander café geprobeerd om onze keeper over te nemen voor een vat bier. Daar ben ik toen wel even verhaal gaan halen dat dat niet de bedoeling was”, vertelt de 80-jarige, die ook nu nog duidelijk niet op haar mondje gevallen is. Ook de eer van de oprichting van het eerste dames cafévoetbalteam gaat naar ‘Pierke’. “Dat was een team met allemaal dames en meiden die werkzaam waren in de Reuverse cafés”, aldus Mia.
Zaak verkocht, andere zaken weer gestart
Ondanks dat de zaak uitstekend draait, besluiten Frits en Mia toch om in 1968 weer te stoppen met chauffeurscafé Pierke. “We waren zeven dagen in de week van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds geopend. Het viel met onze kinderen gewoon nauwelijks te combineren.” Hoewel het hun eigen beslissing was, vonden ze het wel jammer. “Het bord van Pierke heeft er nog een tijd gestaan en begon toen steeds meer af te bladderen. Dat deed toch wel pijn.” Frits en Mia zijn echter de rest van hun leven nog regelmatig eigen baas gebleven. Mia: “We hebben onder andere nog een frietkraam en een zaak in automaterialen gehad.” Inmiddels is het echtpaar al 62 jaar getrouwd en wonen ze op Bösdael. Vanwege zijn gezondheid zit Frits zit op de gesloten afdeling waar Mia, die een tiental meters verderop woont, hem dagelijks komt bezoeken..
PUIK VERHAAL
PUIK VERHAAL
Nog niet eens zo heel erg lang geleden lagen er verspreid over de gemeente Beesel tientallen cafés. Daar zijn er inmiddels niet zo veel meer van over. Maar de herkomst, geschiedenis en bijzondere verhalen van de deze kroegen blijven gelukkig nog wel even voortbestaan. In de serie genaamd ‘Os Aje Kasteleins’ blikt Puik terug met voormalige kroegeigenaren en kasteleins van roemruchte horecagelegenheden. In deel 26 komt mevrouw Mia Hendrix aan het woord. Zij runde samen met haar man Frits van 1964 tot 1968 chauffeurscafé Pierke aan de Reuverse Rijksweg 97.
Ós Aje Kasteleins
Klik hier om je gratis in te schrijven voor Puik | Deel deze pagina: