



Deel deze pagina:

Daardoor wordt het ook steeds lastiger om aan personeel te komen. Als voorbeeld neem ik even mijn school. Komend schooljaar hebben we op onze school 17 groepen. In 13 groepen staan collega’s die 0,8 of minder werken. En zeker voor de groepen waar 1 dag per week iemand anders voor de klas moet staan (7 groepen) is dit best lastig om collega’s hiervoor te vinden of zelfs aan te moeten wijzen. Nee, fulltime werken is een zeldzaamheid aan het worden. Een generatiedingetje? “Höbse dae pries van det hoes gezeen op ut Maolbrook?” “Det is toch neet meer normaal”. Ja, pap, jullie kochten je huis in 1963 voor 13.000,- gulden en oma verklaarde je voor gek: “Det krieg geur noojt aafbetaald”. In die tijd ging de man werken (fulltime) en bleef de vrouw nog thuis voor de kinderen. Toen Ginny en ik (30 jaar geleden) een huis gingen kopen mocht je het salaris van de vrouw niet volledig laten meetellen. Met de huizenprijzen van nu kan dat al lang niet meer: partners moeten allebei blijven werken om die hoop stenen af te betalen. Waar wij vroeger gingen sparen om het huis te moderniseren of op te knappen gaat het tegenwoordig bij velen ook heel anders: het huis moet vanaf het eerste moment helemaal “af” zijn. Misschien zijn Ginny en ik niet het goede voorbeeld maar 2 jaar geleden hebben wij onze bovenverdieping helemaal laten verbouwen. Toen hadden we genoeg gespaard om dit project te laten uitvoeren. Op de (vroegere) kinderkamer van Glenda zat nog het babybehang en Glenda is dit jaar 30 jaar geworden.
Onze kinderen zijn van generatie Y (Millenials). Dit zegt AI over deze generatie: Millennials, ook wel bekend als Generatie Y, zijn mensen die geboren zijn tussen 1981 en 1996. Ze zijn opgegroeid met de snelle opkomst van technologie en internet, waardoor ze bekend staan als de eerste digitale generatie. Kenmerkend voor Millennials is hun waardering voor flexibiliteit, betekenisvol werk en een goede balans tussen werk en privé. Ze zijn vaak online te vinden, hechten waarde aan persoonlijke ontwikkeling en zijn nieuwsgierig.
Op het einde van mijn column kan ik concluderen: het verschil in generatie(s) is echt wel een ding.
Waar wij vroeger, toen de kinderen werden geboren, financieel een stap terug moesten doen, lijkt het wel of het leven van de jongeren die nu kinderen krijgen, gewoon op dezelfde voet door gaat als toen ze nog geen kinderen hadden. Daar bedoel ik mee: 2x per jaar op vakantie, 2 auto’s voor de deur, het huis helemaal af, het bezoeken van festivals, vrienden- vriendinnenuitstapjes/weekenden. Dat was toen onze kinderen klein waren echt (financieel) geen haalbare kaart. Soms vragen pap en ik ons wel eens af: “Wo betale ze dat allemaol van?”
Op de manier hoe je nu leeft/in het leven staat is ook voor een deel bepaald door de periode waarin je bent geboren. Pap heeft de 2ewereldoorlog meegemaakt wat natuurlijk een flinke impact heeft gehad. Zelf ben ik in 1964 geboren en behoor dan net tot de generatie van de Babyboomers. Dit zegt AI hierover: Babyboomers, geboren tussen 1946 en 1964, kenmerken zich door een sterke werkethiek, loyaliteit en een waardering voor stabiliteit en zekerheid. Ze zijn vaak opgegroeid in een tijd van economische groei en sociale verandering, wat heeft bijgedragen aan hun optimisme en geloof in vooruitgang.
“En maar klage det ze zo hèl motte werke. Ich mos vreuger 48 oer per waek werke.” Gelukkig hoeven we dat niet meer. Toch is het in mijn ogen aan het omslaan: waar het vroeger (toen ik begon te werken) heel gewoon was om fulltime (40 uur) te werken staat de jeugd er nu heel anders in. Met pap heb ik het hier ook geregeld over: vroeger leefden we om te werken. Het lijkt er nu op dat de jeugd gaat werken om te kunnen leven. Dat blijkt ook wel: wie werkt er nog fulltime? En dat zie je niet alleen bij vrouwen… ook steeds meer mannen gaan 1 dag minder werken “om tijd voor zichzelf te hebben”.
Het gebruik van mobiele telefoons komt geregeld terug. “Die jeug op vandaag kinne neet meer zonger det dink”. Hhhhmmmm… kijk ik naar mezelf (en ik heb ook al de meeste boterhammen gegeten) heb ik “det dink” toch ook vaak in mijn handen. “Zellefs oppe fiets zitte die nog met det dink inne henj”. Kijk, dat doe ik dan weer niet. Toch al een generatieding?
“Vreuger ging det heel angers”. Hoe vaak heb ik dit als kind moeten horen van mijn vader en moeder? Maar wat ze eigenlijk bedoelden was: “Vreuger waas ut veul baeter”. En ja, nog steeds is mijn vader ervan overtuigd dat het vroeger beter was. In september mag mijn vader 90 jaar worden en dan heb je natuurlijk al heel wat in je rugzak zitten. Na het verlies van mijn moeder vorig jaar (ze waren bijna 65 jaar getrouwd) merk ik dat hij zich steeds meer begint te ergeren aan de jongere generaties en daar ook steeds vaker op terugkomt.

“En maar klage det ze zo hèl motte werke. Ich mos vreuger 48 oer per waek werke.” Gelukkig hoeven we dat niet meer. Toch is het in mijn ogen aan het omslaan: waar het vroeger (toen ik begon te werken) heel gewoon was om fulltime (40 uur) te werken staat de jeugd er nu heel anders in. Met pap heb ik het hier ook geregeld over: vroeger leefden we om te werken. Het lijkt er nu op dat de jeugd gaat werken om te kunnen leven. Dat blijkt ook wel: wie werkt er nog fulltime? En dat zie je niet alleen bij vrouwen… ook steeds meer mannen gaan 1 dag minder werken “om tijd voor zichzelf te hebben”.




Deel deze pagina:
Daardoor wordt het ook steeds lastiger om aan personeel te komen. Als voorbeeld neem ik even mijn school. Komend schooljaar hebben we op onze school 17 groepen. In 13 groepen staan collega’s die 0,8 of minder werken. En zeker voor de groepen waar 1 dag per week iemand anders voor de klas moet staan (7 groepen) is dit best lastig om collega’s hiervoor te vinden of zelfs aan te moeten wijzen. Nee, fulltime werken is een zeldzaamheid aan het worden. Een generatiedingetje? “Höbse dae pries van det hoes gezeen op ut Maolbrook?” “Det is toch neet meer normaal”. Ja, pap, jullie kochten je huis in 1963 voor 13.000,- gulden en oma verklaarde je voor gek: “Det krieg geur noojt aafbetaald”. In die tijd ging de man werken (fulltime) en bleef de vrouw nog thuis voor de kinderen. Toen Ginny en ik (30 jaar geleden) een huis gingen kopen mocht je het salaris van de vrouw niet volledig laten meetellen. Met de huizenprijzen van nu kan dat al lang niet meer: partners moeten allebei blijven werken om die hoop stenen af te betalen. Waar wij vroeger gingen sparen om het huis te moderniseren of op te knappen gaat het tegenwoordig bij velen ook heel anders: het huis moet vanaf het eerste moment helemaal “af” zijn. Misschien zijn Ginny en ik niet het goede voorbeeld maar 2 jaar geleden hebben wij onze bovenverdieping helemaal laten verbouwen. Toen hadden we genoeg gespaard om dit project te laten uitvoeren. Op de (vroegere) kinderkamer van Glenda zat nog het babybehang en Glenda is dit jaar 30 jaar geworden.

Waar wij vroeger, toen de kinderen werden geboren, financieel een stap terug moesten doen, lijkt het wel of het leven van de jongeren die nu kinderen krijgen, gewoon op dezelfde voet door gaat als toen ze nog geen kinderen hadden. Daar bedoel ik mee: 2x per jaar op vakantie, 2 auto’s voor de deur, het huis helemaal af, het bezoeken van festivals, vrienden- vriendinnenuitstapjes/weekenden. Dat was toen onze kinderen klein waren echt (financieel) geen haalbare kaart. Soms vragen pap en ik ons wel eens af: “Wo betale ze dat allemaol van?”
Op de manier hoe je nu leeft/in het leven staat is ook voor een deel bepaald door de periode waarin je bent geboren. Pap heeft de 2ewereldoorlog meegemaakt wat natuurlijk een flinke impact heeft gehad. Zelf ben ik in 1964 geboren en behoor dan net tot de generatie van de Babyboomers. Dit zegt AI hierover: Babyboomers, geboren tussen 1946 en 1964, kenmerken zich door een sterke werkethiek, loyaliteit en een waardering voor stabiliteit en zekerheid. Ze zijn vaak opgegroeid in een tijd van economische groei en sociale verandering, wat heeft bijgedragen aan hun optimisme en geloof in vooruitgang.
Het gebruik van mobiele telefoons komt geregeld terug. “Die jeug op vandaag kinne neet meer zonger det dink”. Hhhhmmmm… kijk ik naar mezelf (en ik heb ook al de meeste boterhammen gegeten) heb ik “det dink” toch ook vaak in mijn handen. “Zellefs oppe fiets zitte die nog met det dink inne henj”. Kijk, dat doe ik dan weer niet. Toch al een generatieding?
“Vreuger ging det heel angers”. Hoe vaak heb ik dit als kind moeten horen van mijn vader en moeder? Maar wat ze eigenlijk bedoelden was: “Vreuger waas ut veul baeter”. En ja, nog steeds is mijn vader ervan overtuigd dat het vroeger beter was. In september mag mijn vader 90 jaar worden en dan heb je natuurlijk al heel wat in je rugzak zitten. Na het verlies van mijn moeder vorig jaar (ze waren bijna 65 jaar getrouwd) merk ik dat hij zich steeds meer begint te ergeren aan de jongere generaties en daar ook steeds vaker op terugkomt.

Onze kinderen zijn van generatie Y (Millenials). Dit zegt AI over deze generatie: Millennials, ook wel bekend als Generatie Y, zijn mensen die geboren zijn tussen 1981 en 1996. Ze zijn opgegroeid met de snelle opkomst van technologie en internet, waardoor ze bekend staan als de eerste digitale generatie. Kenmerkend voor Millennials is hun waardering voor flexibiliteit, betekenisvol werk en een goede balans tussen werk en privé. Ze zijn vaak online te vinden, hechten waarde aan persoonlijke ontwikkeling en zijn nieuwsgierig.
Op het einde van mijn column kan ik concluderen: het verschil in generatie(s) is echt wel een ding.